Een van de scribenten van de site met de Arabische naam Ashab al Misk heeft gereageerd op mijn stuk Taksim en Teheran: Islam en Democratie dat zaterdag 15 juni op ThePostOnline verscheen. Ik stel het zeer op prijs dat de auteur, van wie ik de naam helaas niet weet, de moeite heeft genomen op mijn betoog te reageren. Hij of zij noemt mijn naam in zijn stuk maar liefst negen keer, een hele eer, maar ook wel een beetje te veel van het goede. Jammer dat ik zijn of haar naam niet kan noemen hier. Ik wil nog een keer kwijt dat ik er altijd moeite mee heb als mensen op internet anoniem blijven. Immers, iedereen weet wie ik ben maar mijn geachte opponent heeft vaak geen naam.
Dit alles gezegd hebbende wil ik graag reageren. Nadat ik de reactie gelezen had, kwam en een gedachte in mij op. In een eerdere publicatie van mij, genaamd De statistieken der religies. De joods-christelijk-islamitische traditie van ons land bespreek ik in een twaalftal essays een aantal thema’s uit het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Koran. Een van de thema’s is barmhartigheid en het andere vergeven.
Uit een simpele telling bleek (het gaat immers om de statistieken der religies) dat het woord barmhartigheid 29 keer in het Oude Testament voorkomt, 27 keer in het Nieuwe en 114 keer in de Koran. Het woord vergeven komt 57 keer voor in het Oude Testament, 50 keer in het Nieuwe en 45 keer in de Koran. Heel vaak gaat het woord vergeven in het Oude Testament gepaard met een ontkenning: dan is er sprake van een God die niet vergeeft, dit in tegenstelling tot de meestal vergevende God in de Koran.
Natuurlijk is het maar een cijfermatige analyse, maar het beeld dat oprijst is dat als het gaat om barmhartigheid en vergeving de Koran koploper is.
Mijn gevolgtrekking uit deze exercitie is dat de God van de Koran, die ook vaak de Ghafuur genoemd wordt, de Vergever, oneindig veel soepeler overkomt dan de straffende God van de Bijbel. In beide religies is God evenwel ook Degene die het eindoordeel over elk mens uitspreekt.
En nu kom ik tot mijn punt: is het aan de mens gegeven de ander, de andere gelovige, te beoordelen? Mag de mens een oordeel geven of de ander een goed christen of moslim is? Is dat oordeel niet aan God of Allah? En als we er dan van uitgaan dat, en ik richt me u even op de islam, Allah barhartig en vergevend is, zou Hij dan uiteindelijk niet veel vergevingsgezinder zijn dan menig? Ik denk van wel.
Conflicten binnen religies beginnen vaak met het veroordelen en verketteren van de ander. En dat is precies wat de schrijver van Misbaah alMisk doet. Hij of zij matigt zich een oordeel aan over het moslim-zijn van de demonstranten op Taksim of de jeugd in Teheran. Hun gedrag veroordeelt hij of zij als niet islamitisch.
Hij of zij heeft in zijn of haar oordeel een essentialistische visie op de Islam: een strak bestel van regels, en wie zich daar niet aanhoudt, zo stelt hij of zij, ‘stelt zich buiten de islam’. Merk op dat de auteur niet zegt dat de ander dan ‘geen moslim meer is’. Is hem of haar dat een brug te ver? Ik vind de manier waarop de auteur oordeelt laf.
Maar ik zou willen dat de auteur helemaal geen oordeel geeft. Immers, als iemand van zichzelf vindt dat hij of zij moslim is, dan is het niet aan een ander om te beoordelen of dat waar is of niet. Dat is aan Allah. Die bovendien nog eens barmhartig en vergevingsgezind is.
En als ik dan ook een zonde mag begaan en de auteur van de reactie op mijn stuk mag ‘beoordelen’: hij of zij zet zich op de troon van God door de ander te beoordelen. Dat is de grootste zonde die je kunt bedrijven. Jezelf gelijkstellen aan God: dat is, in het Arabisch shirk, polytheïsme.
Maar ik veroordeel mijn geachte opponent uiteindelijk niet. Hij of zij zal later door Zijn of Haar barmhartige en vergevingsgezinde God beoordeeld worden. Dat hoef ik Goddank niet te doen.
Reageerders op Twitter hebben het erover dat ik Nederland ‘de islam de strot door wil duwen’ en dat ik last heb van een ‘white man’s burden’ om de moslims de democratie te leren. Ik zie hun punt. Maar wat zij propageren: de islam uit Nederland en dus de moslims uit Nederland jagen, is een veel erger ‘medicijn’.
Bovendien heb ik geen illusie als het gaat om mijn opstelling in het debat over de islam in Europa. Ik weet hoe de hazen lopen. Maar ik blijf te allen tijde roepen dat de islam in Europa en dus de moslims de kans te baat moeten nemen om hun islam op het continent van het Avondland vorm te geven binnen de grenzen van onze democratieën. E
En dat zouden ze kunnen doen met het beeld van een barmhartige en vergevingsgezinde Allah. Goed, het is uiteindelijk hun pakkie an, maar het blijft ook mijn, al of niet paternalistische, geluid.
Jan Jaap de Ruiter is arabist aan Tilburg University