Gisteren werd bekend dat taalpuriste, Powervrouw en Van Nieuwkerk-consigliere Dieuwke Wynia eventjes had gebeld met uitgever Querido. Schrijfster Naima el Bezaz had het namelijk in haar verdomde vingertjes gehaald om iets negatiefs over een DWDD-eindredacteur te schrijven in een Facebook-post. El Bezaz voelde zich onheus bejegend, fulmineerde hierover op haar Facebook-wall en Wynia eiste dat het topic offline ging, anders zou de VARA juridische maatregelen treffen.
In principe gaat het er niet eens om wat er in de betreffende Facebook-post stond, daarnaast is het ook totaal irrelevant of het is gegaan zoals hierboven omschreven. Het is een aannemelijk verhaal, en de aannemelijkheid maakt het al erg genoeg.
Want in plaats van keihard in lachen uit te barsten bij dergelijke verzoeken, is het tegenwoordig in toenemende mate normaal om hier voor te buigen. Te buigen voor paniekerige PR-afdelingen die ‘eisen’ dat niet-strafbare content subiet van het internet wordt verwijderd. Te buigen voor de allesvernietigende, humorloze dictatuur van imago-management. Voorheen was dit vooral beperkt tot nukkige neocon-gristenen, boze tuinbroeken en allerhande belangengroeperingen die met druk uitoefenen op bijvoorbeeld de adverteerders (en dus werkgevers) van YouTube de nodige blurs en takedowns hebben geregeld. Het bizarre resultaat: een satirisch filmpje over Shell is verwijderd, of uit een videoclip van Nine Inch Nails (nota bene over censuur) zijn twee zoenende mannen geknipt. Uiteraard kun je nog altijd terecht bij YouTube voor al uw racist rants en war snuff, inclusief bloed ophoestende protesterende Iraanse studentes. De inhoud van alle vier filmpjes zijn niet strafbaar. Toch wordt niet strafbare content op deze wijze in toenemende mate verwijderd van het internet. En waarom? Voor wie?
Voor bemoeizuchtige hysterische hittepetitjes die PR-afdelingen bestieren, voor allerhande figuren die het maar lastig vinden te verteren dat ‘op je pik getrapt zijn’ nog altijd niet opgenomen is in het Wetboek van Strafrecht. Allen leven ze onder de absurdistische arrogante assumptie dat ze wel even mogen bepalen wie wat waarover mag vinden, of wie wat wel of niet mag zien. Stampvoeten, met deuren slaan of gewoon wegklikken is tegenwoordig niet voldoende, nee, het internet zal en moet gevormd worden naar het evenbeeld van de mensen met de langste tenen. De (indirecte) werkgever (adverteerders, uitgevers) benaderen is niet alleen intimidatie in zijn meest pure, maar ook meest laffe vorm. Censuur by proxy door niet af te gaan op de bron (waarschijnlijk omdat je weet dat daar geen gelijk valt te halen), maar op diens broodwinning. Het komt neer op het vereffenen van persoonlijke rekeningen, het laatste woord afdwingen.
Dat maakt het nog het meest trieste van alles. Het zijn niet langer wij, internetgebruikers, lezers, kijkers, die bepalen wat wel of niet kan. In Nederland geldt een censuurverbod, voor een recall moet je naar de rechter, maar blijkbaar is het goed mogelijk om via een achterdeur alsnog filtering van niet-strafbare informatie voor elkaar te kenau’en. Door powervrouw-prinsesjes die van hun ouders nooit ‘nee’ hebben gehoord, bij wie erkenning een bodemloze put is, de beste willen en moeten zijn, het verschil gaan maken. In deze wereld is geen ruimte voor nare woorden en uitingen. Een wereld zonder kwetsende teksten, filmpjes of foto’s. Een wereld waarin tegelijkertijd de keuze voor anderen wordt weggenomen. Een kaasgave wereld.
Twintig jaar geleden eindigde je met een dergelijke megalomane mindset in een Napoleon-pakje tussen zachte muren, anno 2013 kan je prima terecht in de PR- en communicatiewereld.