Slimme apparaatjes gaan ons straks levenslang overal in de gaten houden. In ruil voor wat nuttige adviezen, staan we ons hele leven af. En we vinden dat straks een prima deal. Heeft u Toon al in huis? Nee? Dan moet u snel een contract sluiten met Eneco. Toon is een kastje dat uw energieverbruik in de gaten houdt. Toon laat zien wat welke stopcontacten veel stroom leveren, en Toon gaat een rood gloeien wanneer u anders doet dan normaal. Wanneer u fout bezig bent, bijvoorbeeld. En Toon doet nog iets. In alle stilte houdt Toon bij waar, wanneer en hoe u energie verbruikt. En Toon stuurt dat door naar Eneco, waar ze die gegevens zorgvuldig bewaken. Dit alles natuurlijk met de beste bedoelingen. Om u te helpen, een keertje, om Toon nóg slimmer te maken en om de service van Eneco nóg beter te maken. In de bijgaande privacyverklaring staat dat Eneco uw gegevens daarvoor ook naar derden moet kunnen doorsturen:
“Eneco zorgt ervoor dat dienstverleners de gegevens afdoende technisch en organisatorisch beveiligen en geheim houden. De dienstverleners die Eneco inschakelt kunnen over de hele wereld gevestigd zijn.”
De veiligheid is over de hele wereld gegarandeerd, natuurlijk. En o ja:
“Daarnaast kan Eneco (wettelijk) verplicht worden om uw persoonsgegevens te verstrekken aan overheidsinstanties, toezichthouders of bijvoorbeeld aan politie of justitie.”
U zegt een alibi te hebben? U zat thuis tv te kijken, zegt u? Dan kan de politie straks Eneco vragen of ze dat kunnen bevestigen. Handig, toch! En hoe lang blijven die gegevens in bezit van Eneco?
“Eneco bewaart uw gegevens niet langer dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor de gegevens zijn verzameld.”
Maar ja, je weet natuurlijk nooit waar die gegevens later nog goed voor zijn, dus ga er maar van uit dat Eneco alles voor eeuwig opslaat. Wellicht vindt u de volgende bepaling dan geruststellend:
“Eneco zal uw persoonsgegevens nooit verkopen aan derden die deze persoonsgegevens voor eigen doeleinden gebruiken.”
‘Ook’ voor eigen doeleinden? Of ‘uitsluitend’? En dan moet u ook rekening houden met:
“Eneco kan deze verklaring wijzigen of er zaken aan toevoegen. Eneco houdt u via de website op de hoogte van eventuele wijzigingen. Eneco plaatst een duidelijke mededeling op haar website om u te informeren over ingrijpende wijzigingen in deze verklaring en vermeldt onder aan de verklaring wanneer deze voor het laatst is gewijzigd.”
Kortom, dit is geen overeenkomst. Eneco mag alles. En u moet zelf maar in de gaten houden wat er met uw gegevens gebeurt. Als u dat ooit te horen krijgt want alleen ‘ingrijpende’ wijzigingen worden ‘duidelijk’ gemeld.
Toon, nu nog een eenvoudig dingetje, moet uitgroeien tot een energie-Big-Brother die al uw vormen van verbruik registreert, en zo een massa gegevens verzamelt waarvan de commerciële waarde later zal blijken. En tegen de tijd dat Eneco Toon heeft verbetert, is ook de ‘Privacyverklaring’ navenant verbetert. Toon is een voorbeeld van het naderende ‘internet der dingen’. Straks heeft alles een actieve chip, van uw koelkast tot uw bed, van uw deur tot uw zolder. En al die chips communiceren met elkaar. En met uw auto, met uw ziektekostenverzekeraar, de supermarkt, Facebook, en met de nieuwsgierige overheid. Apparaatjes als Toon (versie 2.0) gaan u uw leven lang in de gaten houden. En uw leven verkopen. Dat wil zeggen, de een betaalt voor de gegevens; de ander meent dat ze er in het kader van ‘nationale veiligheid’ recht op heeft. Goeroe’s beloven ons dat het ‘internet der dingen’ een zegen gaat worden. Geweldig! U koelkast vertelt u dat de melk over de datum is! Uw auto waarschuwt u dat thuis het licht nog brandt! Alsof de ontwerpers van al die chips zoiets ook maar ene fuck kunnen schelen. Wat zij willen zijn de Big Data. Die boodschapjes, dat zijn de kruimeltjes voor de bühne.
En het bijzondere is: we vinden het prachtig. Wie bovenstaande ontwikkeling angstaanjagend vindt, behoort tot een uitstervende minderheid. De moderne generatie vindt het ‘internet der dingen’ een geweldige ontwikkeling. Niet vanwege suffe voorbeelden als de zure melk, en het eenzaam brandende peertje. En ook niet omdat ze – o tempora, o mores! – het belang van privacy niet inziet. Daar gaat het al helemaal niet om. Dat woord is allang morsdood. Nee, de aanstormende generatie vindt dat verzamelen, dat gesnuffel, die bemoeizucht, alleen maar nuttig. Men is allang gewend dat alles en iedereen zich op de gekste momenten met je intieme leven bemoeit. Inderdaad, het is een kwestie van wennen.
Het ‘oude’ internet met zijn twitter, snapchat en facebook heeft daarvoor de basis gelegd. Dat heeft het klassieke begrip ‘privacy’ volstrekt onbruikbaar gemaakt. We kunnen er immers op elk moment voor kiezen onze intiemste gedachten te uiten, zonder te weten welk bereik dat heeft. Het gevolg is dat daar een nieuwe vorm van persoonlijkheid ontstaat: een mens die denkt open en eerlijk te zijn, maar tegelijkertijd uiterst scherp let op de morele grenzen die (dankzij internet) keihard getrokken worden wat betreft racisme, seksisme, grappen, taalgebruik, et cetera. Wie die regels schendt, krijgt de strontkar binnengereden. Een beetje ‘fout’ zijn wordt genadeloos afgestraft. Lastig? Hypocriet? Dat waren de vorige omgangsvormen ook, op hun eigen manier. Het is alweer een kwestie van wennen. En de meerderheid is er al aan gewend.
Er is een tweede oorzaak voor onze probleemloze acceptatie van het gesnuffel via ‘het internet der dingen’. De wetenschap. Ik weet dat het VERBOTEN is om wetenschap schadelijk te noemen (oké, de atoombom, en pesticiden, maar dat moet je dan twijfelgevalletjes noemen), maar de wetenschap heeft aan deze opmerkelijke verandering veel bijgedragen. Ooit hield zij zich bezig met zaken als zwaartekracht, fosforzuur en neurosen; maar sinds een halve eeuw stort zij zich vol vuur op het dagelijks leven. Niets, werkelijk niets, ontkomt nog aan ‘wetenschappelijke’ analyse. Van ons koopgedrag tot onze verlangens, van mobiliteit tot broodbeleg tot de milieuschade veroorzaakt door plastic verpakking. En al die wetenschap is allesbehalve waardevrij. Dat onderzoek wordt gedreven door morele vragen, en levert morele antwoorden. Het eindresultaat is dan ook een ware voedgolf aan ‘wetenschappelijk onderbouwde’ morele adviezen. De moderne mens kan geen stap zetten of hij weet dat hij eigenlijk iets anders zou moeten doen. Dat suiker slecht is en bewegen goed. Dat vette snacks eigenlijk duurder zouden moeten zijn. Katoen is fout, quinoa is goed, tegels in de tuin is slecht, de lampjes moeten uit, de verwarming wat lager. We zijn geen burgers, we zijn daders. Dat is wetenschappelijk aangetoond. En dus is het maar goed is dat Toon ons facebookt over de stekkers.
Niets is ons leven is nog maagdelijk terrein; niets is onbespied gebleven. Dankzij deze bemoeienis van de wetenschap met ons dagelijks leven zijn we allang gewend geraakt aan een voortdurende stroom goedbedoelde adviezen. En we luisteren braaf. Want de wetenschap spreekt. We knoeien er wat bij, om het leven nog enigszins dragelijk te houden (‘gisteren heel gezond gegeten, dan mag ik vandaag een kroket’) maar we weten dat al dat gesnuffel alleen maar goed is. Dankzij die alomtegenwoordigheid van ‘wetenschappelijke’ morele adviezen hebben we straks geen verweer meer tegen strenge Toon en zijn kornuiten. En accepteren we het Grote Gesnuffel dat daar achter schuil gaat. We hebben niks te verbergen. Integendeel, we moeten gecontroleerd worden.