Kinderen die worstelen met een hoofd dat overhoop ligt en dat niet goed functioneert, hebben net zo veel recht op goede hulp en zorg als kinderen die een lichaam hebben dat niet goed in de pas loopt. En onder dezelfde voorwaarden. Maar dat is niet de praktijk. Goede hulp en zorg kosten geld. Voor goede hulp en zorg moeten kinderen soms opgenomen worden. Wie heel ziek is, redt het vaak niet om thuis te proberen beter te worden. Dat vinden we bij lichamelijke ziekten heel normaal. Bij psychische ziekten niet. Je moet wel héél erg van het padje zijn wanneer je als kind niet meer thuis kunt blijven. En waarom kunnen ouders hun psychisch zieke kind niet aan? Het probleem zit toch alleen maar tussen de oren?
Ouders wier kind vanwege psychische problemen opgenomen moet worden om passende specialistische zorg te krijgen, moeten sinds de invoering van de Jeugdwet dit jaar een ouderbijdrage betalen. Ouders met lichamelijk zieke kinderen die passende specialistische zorg nodig hebben, hoeven dat niet. Raar? Heel erg raar. Onbegrijpelijk. Onrechtvaardig. Onjuist. ‘In strijd met basale kinderrechten’, zegt hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren.
Een overheid die het ‘Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind’ (PDF) respecteert, neemt maatregelen ‘om alle rechten te realiseren’ en ‘moet ervoor zorgen dat elk kind wordt beschermd tegen discriminatie’ (artikel 2). En: ‘Een kind dat geestelijk of lichamelijk gehandicapt is, heeft recht op bijzondere zorg. De overheid waarborgt het recht van het gehandicapte kind op een waardig en zo zelfstandig mogelijk leven waarbij het kind actief kan deelnemen aan de maatschappij en zorgt voor bijstand om de toegang tot onder meer onderwijs, recreatie en gezondheidszorg te verzekeren’ (artikel 23).
Nu gebeurt precies het omgekeerde. De overheid zorgt niet voor bijstand, maar werpt juist een extra drempel op: de ouderbijdrage.
Waarom moeten ouders van psychisch zieke kinderen een ouderbijdrage betalen (die kan oplopen tot bijna 1600 euro per jaar; geen kattenpis!)? Omdat, zegt staatssecretaris Van Rijn, die ouders geld uitsparen. Hun kind eet en drinkt immers niet thuis. Ammehoela. En die ouders hebben natuurlijk geen reiskosten om hun kind een paar keer per week op te zoeken? Want dat willen ouders. En de enkele ouder die dat niet wil, zal wel moeten: want therapie is er niet alleen voor het kind. Daar doen de ouders ook aan mee; hun kind komt straks immers weer naar huis. Ze moeten weten hoe ze het thuis het beste kunnen helpen en steunen.
De maatregel van de staatssecretaris is onredelijk en onrechtvaardig. Dat vinden verschillende gemeenten ook. Omdat de jeugd-ggz tegenwoordig onder de gemeenten valt, moeten gemeenten ouders een maandelijkse ouderbijdrage rekenen als hun psychisch zieke kind wordt opgenomen. Inmiddels hebben 24 gemeenten het innen van de ouderbijdrage opgeschort, en nog eens 50 overwegen dat te doen. Onder die 24 zijn grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Zij gaan dus in tegen hun wettelijke verplichting om geld te innen.
Na oproep aan al onze raadsleden blijkt, uit CU-onderzoek dat 24 gemeenten geen ouderbijdrage Jeugd-GGZ meer innen en zo’n 50 dit overwegen.
— Joël Voordewind (@JoelVoordewind) March 5, 2015
Wat gaat de staatssecretaris nu doen? Hij kan de gemeenten tot de orde roepen, omdat ze zich niet aan de wet houden. Of hij past de wet aan, omdat er zo veel weerstand is; óók omdat het innen van de ouderbijdrage weleens meer zou kunnen kosten dan opleveren. Hij zou ook nog eens bij zichzelf te rade moeten gaan.
Op 10 september vorig jaar werd op initiatief van Van Rijn en minister Schippers het ‘Nationaal congres anders denken over psychische aandoeningen’ gehouden. In de aankondiging stond: ‘Iedereen kent wel iemand met een psychische aandoening, of die een aandoening heeft gehad. Vaker dan gedacht, blijkt hierop een taboe te rusten en bestaan er nog veel vooroordelen. Dat moet anders.’
Dat lijkt mij nou ook. Geef het goede voorbeeld, en schaf jullie eigen discriminerende beleid af!