Kees Vendrik van de Algemene Rekenkamer gaf dinsdagochtend bij een ontbijt in de Balie commentaar op de miljoenennota. Dat was bijzonder leerzaam. Hij wees er onder meer op dat de uitgaven voor de medische zorg nog steeds stijgen. In 2000 bedroegen die uitgaven 11 procent van het bruto binnenlands product. In 2015 bijna 16 procent van de BBP.
Die stijging zal, ondanks manmoedige pogingen van Minister Schippers, voorlopig niet tot staan gebracht worden, voorspelde Vendrik. Dat hangt samen met de vergrijzing van onze bevolking en de hogere eisen die wij stellen aan onze gezondheidszorg. Door de vergrijzing nemen vooral de medische kosten die in de laatste levensjaren worden uitgegeven spectaculair toe. In het laatste levensjaar waren de kosten van medische hulp gemiddeld 15.000 euro. Let wel: gemiddeld. Voor individuele gevallen kan dat het veelvoudige bedragen. Er zijn deskundigen die menen dat 80 procent van alle medische kosten in het laatste levensjaar gemaakt worden. Het is wel bijna zeker dat daardoor het leven verlengd wordt, maar of dat voor de hoogbejaarde ook zo prettig is valt te bezien. Een volledig gemedicaliseerd einde met slangen in je neus en 30 pillen per dag lijkt mij geen pretje.
In ieder geval beslaat op die manier het zorgbudget een steeds groter deel van de begroting.
Dat kan natuurlijk niet zo doorgaan. Maar wat zouden wij moeten doen om deze ontwikkeling tegen te gaan? Mijn antwoord: een uitstappremie.
Niet zolang geleden pleitten een aantal vooraanstaande oud-politici, waaronder Hedy d’Ancona, Jan Terlouw en Frits Bolkestein, voor het legaal verstrekken van de pil van Drion aan mensen boven de 70. Ook Mies Bouwman is er voor. Zo’n pil, waarmee je zelf je leven kunt beëindigen, maakt euthanasie overbodig. Laat iedereen ouder dan 70 die het ondermaanse voortijdige wil verlaten daarin vrij. Als zij dat doen besparen zij de gemeenschap vele tienduizenden euro’s aan medische kosten, die beter besteed kunnen worden. Geef de gebruikers van de pil van Drion daarom een uitstappremie, vrij te besteden aan een goed doel.
Waarom niet helemaal vrij te besteden? Nogal simpel: je wilt voorkomen dat kinderen druk uitoefenen op hun ouders om het leven voortijdig te beëindigen. In de trant van: ‘Pap, Merel zou zo graag een tijdje in New York willen studeren, maar daar hebben we het geld niet voor. Van jouw uitstappremie zou ze wel een half jaar aan de New School kunnen studeren. Dat zou toch fantastisch zijn? Zij is altijd jouw apegatje geweest. Als je er nu uitstapt zal ze die herinnering haar hele leven met zich mee dragen.
Om zulk soort monologen te voorkomen moet de uitstappremie zo geoormerkt worden dat kinderen of kleinkinderen er niet van profiteren, maar wel Het Concertgebouw, Artis, Greenpeace, War Child, de Stichting Vluchtelingenwerk, de Bond tegen het vloeken of de Vereniging tegen kwakzalverij. Je mag de uitstappremie ook terugstorten als je vindt dat de Nederlandse overheid zelf een goed doel is.
Het is een sober alternatief voor de nu al bestaande levenseindeklinieken en de end-of-life-holidays.