Ze zijn er klaar voor. Het Wageningse instituut Alterra gaat planten kweken die geschikt moeten zijn voor een eventueel bemand station op mars. De onderzoekers hebben in de VS een paar zakken maangrond en marsgrond besteld, en deze verdeeld over duizend bloempotjes. Daar hebben ze allerlei zaadjes in gestopt – en daarna werd het tijd om een persbericht de deur uit te doen. U ziet, Wageningen lift lekker mee op de marsgekte. En daarvoor hoeft André Kuipers niet eens langs te komen!
Nee, het spijt me, we gaan niet naar mars. Althans, nooit met een bemande raket. Dat is wetenschappelijk zinloos, veel te gevaarlijk en onsterfelijk duur. En nee, ook al die zogenaamd commerciële projecten komen nooit van de grond. Er zit geen geld in mars.
Maar tegelijkertijd, het probleem is: de ruimtevaartindustrie kan niet zonder een mooi doel. En ook niet zonder helden. Want zonder heldhaftige verhalen krijg je nooit geld los bij de politiek. No bucks without Buck Rogers, noemen ze dat bij NASA. En dus doet die industrie net alsof er ooit wél mensen op mars zullen staan. En daaromheen is een complet pseudowetenschappelijk circus ontstaan. Opdat wij (en die domme politici) toch vooral blijven geloven in bemande ruimtevaart.
Een paar jaar zocht de ESA vrijwilligers die in een hangar een ‘marsreis’ gingen naspelen. Het sloeg nergens op, maar het was in alle kranten te lezen. Begin dit jaar was men op zoek naar vrijwilligers die vier maanden lang een marsdieet wilden kauwen. En in de woestijn van Utah zit al geruime tijd een aantal dolende zielen opgesloten in het Mars Desert Research Station. In hun nepruimtepakken schuifelen ze als kamelen door het snikhete zand – op weg naar mars.
Hier in Nederland sturen ze André Kuipers naar allerlei basisscholen om kinderen wijs te maken dat ze allemaal net zo’n dappere astronaut kunnen worden als hij. Als ze hun best maar doen. Als ze maar braaf hun huiswerk maken, hun tandjes poetsen, veel bewegen, niet drinken…kortom, elke club met een goed doel kan bij de ESA Kuipers bestellen, en voor de klas zetten. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Zo blijven de tandjes wit en blijft de droom van de ruimtevaart in leven.
Anderen haken daar graag bij aan. Zoals de plantkundigen in Wageningen. Die lapten bij een of ander sluw bedrijf een paar duizend euro voor wat zakken zand met dezelfde samenstelling als het zand op de maan, en op mars – en hopla, daar heeft men weer zo’n visionair experiment! Ook al staan die plantjes nu te verpieteren in zwaar vervuilde, gruwelijke arme grond – als pr-stuntje doen ze het prima.
Andere universiteiten hoeven zeker niet achter te blijven. Want zouden regenwormen en mieren wel gedijen in maan of marsgrond? Is maangras wel geschikt voor koeienmagen? Een goede vraag voor de Universiteit Utrecht. Kun je in Marsgrond wel veilig tunnels aanleggen? Ook Delft moet maar snel een paar ton van dat zand bestellen.
En dan is er het uitzicht op mars. Dat ziet er behoorlijk depressief uit. Welke universiteit komt met de eerste studie naar ’emotionele waardering van het marslandschap’? Nijmegen misschien? Tilburg? De marsatmosfeer: hoe snel zal de marswas drogen in de buitenlucht? Hoe krijg je een wind uit een ruimtepak? Hoe ruikt de marsatmosfeer eigenlijk? Moeten marsreizigers luchtverfrissers meenemen? Vragen voor de visionairs van TNO Zeist.
Wageningen wordt bedankt. Het lanceert een masterplan dat de vaderlandse wetenschap uit het slop zal trekken. Zolang de gekte duurt.