Protesten rond de komst van de Russische president Poetin naar Nederland op 8 april staan vrijwel geheel in het teken van de anti-homowet die in Rusland in de maak is. Alhoewel deze wet ronduit verwerpelijk is, is de vrijwel exclusieve media en politieke aandacht hiervoor ongepast. Er zijn immers veel meer en ernstigere mensenrechtenschendingen in Rusland die om aandacht schreeuwen.
In Rusland wordt op dit moment gewerkt aan een wet die zogenaamde homoseksuele propaganda strafbaar stelt. Wie de wet overtreedt, bijvoorbeeld door het verspreiden van informatie over homoseksualiteit, kan een forse boete krijgen. Het is overduidelijk dat deze wet in strijd is met de mensenrechten. In de praktijk zal de wet discriminerend uitpakken voor de homogemeenschap. Het is daarom begrijpelijk dat homo-organisaties in Nederland de komst van Poetin aangrijpen om een luid en duidelijk protest te laten klinken. De homobelangenorganisatie COC deelt bijvoorbeeld regenboogvlaggen uit in Amsterdam. Als Poetin in de hoofdstad is, hangen deze halfstok. De vlag, die staat voor homoseksuele trots en diversiteit, zal ook op het stadhuis worden gehesen. Dit is een mooie, symbolische daad van verzet en ik hoop zeer dat op veel plaatsen in Amsterdam deze vlag straks trots zal wapperen.
Het is onterecht als de media- en politieke aandacht vrijwel exclusief tot de behandeling van homoseksuelen beperkt zou blijven. Tot nu toe is dat wel het geval. Het is natuurlijk prijzenswaardig dat minister van Buitenlandse Zaken Timmermans tijdens het bezoek aan de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov onlangs zijn kritiek op de anti-homowet publiek uitte, maar het is verontrustend dat andere mensenrechtenschendingen toen geen aandacht kregen in de media. Dit is te meer verontrustend, omdat mensenrechtenorganisaties de laatste jaren overuren maken om de vele mensenrechtenschendingen te rapporteren. Met name sinds de parlementsverkiezingen van eind 2011 is de situatie in het land namelijk snel verslechterd.
Na de parlementsverkiezingen werden bijvoorbeeld willekeurig honderden demonstranten, in wiens ogen de verkiezingen oneerlijk waren verlopen, opgepakt. Een half jaar later, tijdens de inauguratie van Poetin in mei 2012, werden meer dan duizend demonstranten opgepakt omdat zij een roze lint droegen uit protest tegen het beleid van Poetin. Kort daarna werd in het parlement wetgeving doorgevoerd die de ruimte voor demonstraties in Rusland verder inperkt. Andere wetgeving, die eveneens vorig jaar is aangenomen, regelt verder dat NGO’s die geld uit het buitenland ontvangen zichzelf moeten registreren als ‘buitenlandse agent’. Daarmee wordt in feite de boodschap afgegeven dat werknemers van dergelijke organisaties buitenlandse spionnen zijn. Flinke boetes liggen op de loer en NGO’s geven nu al aan dat ze hierdoor nog meer dan voorheen zelfcensuur toepassen.
De recente invallen door de Russische politie bij kantoren van Amnesty International en Human Rights Watch en vele honderden andere maatschappelijke organisaties zijn illustratief voor het repressieve karakter van deze wetgeving. Naar aanleiding van de intimiderende huiszoeking roept Amnesty International Timmermans op om, naast de aandacht voor homorechten, ook publiekelijk blijk te geven van afkeer van deze invallen. De minister doet er goed aan gehoor te geven aan deze oproep. Onder meer Duitsland heeft zich inmiddels al over de invallen uitgesproken. Bekend is ook het lot van de leden van de feministische punkband Pussy Riot. Drie leden van de band werden veroordeeld omdat zij in een politiek statement, dat niet langer dan veertig seconden duurde, kritiek uitten op Poetin en op de hechte banden tussen het Kremlin en de Orthodoxe kerk. Twee van hen zitten nu onder zware omstandigheden in een strafkolonie opgesloten. De veroordeelde bandleden zijn net als vele anderen in Rusland gewetensgevangenen die om niets anders dan het uiten van hun mening achter slot en grendel zitten.
Bedreigingen, intimidatie en mishandeling van mensenrechtenactivisten en onafhankelijke journalisten, niet zelden van de kant van de Russische autoriteiten zelf, is verder breed verspreid. Geregeld worden journalisten onder uiterst schimmige omstandigheden vermoord. Vervolging van de daders blijft steevast achterwege. De harde realiteit is dat activisten en kritische journalisten in Rusland moeten vrezen voor hun leven. Nederland zou via de ambassade in Moskou meer concrete steun moeten geven aan mensenrechtenverdedigers. De ervaring leert dat alleen al contact met hen onderhouden een zekere bescherming biedt.
In de Kaukasus, waar een islamitische opstand gaande is, is de onderdrukking nog een stuk heftiger. De Russische politie en veiligheidsdiensten zijn hier regelmatig medeplichtig aan marteling en gedwongen verdwijningen. Familie en sympathisanten van de opstandelingen in de regio kunnen rekenen op collectieve bestraffing. De internationale aandacht voor dit Russische gezwel is nagenoeg verdwenen. Ook dat is volstrekt onterecht.
Uiteraard twijfelt niemand eraan dat de homorechten onder grote druk staan in Rusland, maar de harde werkelijkheid is dat veel andere mensenrechten ook en soms onder nog veel grotere druk staan. Hierover zwijgen is een miskenning van de ernst van deze mensenrechtenschendingen. Daarom moet Nederland Poetin straks vooral ook op de vele andere mensenrechtenschendingen aanspreken. Anders vliegt Poetin straks lachend terug naar Moskou, denkend dat ‘ze in Nederland niets anders hebben om zich druk over te maken.’
Harry van Bommel is Tweede Kamerlid voor de SP.