Onze kennis van goed en kwaad hebben we te danken aan Adam en Eva die opgehitst door de slang, niet van de paradijselijke appels konden afblijven. Door hun gebrek aan impulscontrole zijn we als mensheid opgezadeld met de zogenoemde erfzonde. Een zondige en sterfelijke aard die we hebben geërfd van onze eerste voorouders, aldus de Kerk. Het voordeel van de erfzonde is dat we verzoening en verlossing nodig hebben, en daar heeft diezelfde Kerk natuurlijk eeuwenlang een leuke kleur garen bij gesponnen.
De meesten van ons gaan niet meer dagelijks gebukt onder het concept van de erfzonde, óf je moet ergens op de lijn Barneveld-Arnemuiden wonen, je kinderen niet inenten en SGP stemmen. Dan wil het nog wel eens drukken op het gemoed. Sinds die vermaledijde appel heeft de wetenschap mogelijk een evolutionaire variant gevonden op het sombere concept erfzonde. Het blijkt dat stressvolle ervaringen biologische sporen achterlaten, die doorgegeven kunnen worden aan de volgende generatie. Deze wetenschap heet ‘epigenetica’ en bestudeert het mechanisme waarbij genen worden aan- of uitgezet met behulp van bepaalde eiwitjes, afhankelijk van de gebeurtenissen in iemands omgeving. Je zou het ons genetisch geheugen kunnen noemen.
Indrukwekkend onderzoek door Meaney en Szyf aan de McGill universiteit in Montreal (2004) toont aan dat de mate waarin aapjes in de eerste weken van hun leven geknuffeld werden door moederaap bepaalde welke genen aan- of uitgezet werden; dit wordt gen-expressie genoemd. Aapjes die verwaarloosd werden en te weinig knuffels hadden gekregen bleken op latere leeftijd gevoeliger te zijn voor stress en de bijbehorende aandoeningen zoals angst en depressie, evenals hun nakomelingen. Deze effecten zijn tot nu toe vooral in apen en knaagdieren onderzocht en voor de mens nog grotendeels hypothetisch. De kans is natuurlijk groot dat epigenetica ook een bepalende rol speelt in het gedrag en gezondheid van de mens.
Mijn fantasie slaat op hol en het is niet meer een knaagdier of mogelijk het individu, maar de maatschappij als geheel, die onderworpen is aan de wetmatigheden van de epigenetica.
Opeenvolgende generaties die vast blijven zitten in vicieuze cirkels van mishandeling en verslaving. Collectieve traumatisering door stressvolle episodes in onze geschiedenis, zoals de Tweede Wereldoorlog. We worden steeds gevoeliger voor stress en psychische aandoeningen staan als welvaartsziekten hoog in de top 10. Vinden we elke keer opnieuw het wiel uit of zijn we als maatschappij ook de resultante van de interactie tussen onze aanleg en onze omgeving, die we uiteindelijk zelf zijn en vormgeven. Welke ‘genen’ hebben wij in de loop van de tijd aan-of uitgezet? Mensen hebben vaak de notie dat ze ‘gewoon zijn wie ze zijn’. De werkelijkheid is complexer omdat er een continue proces gaande is waarbij onze genen dynamisch interageren met onze omgeving. Deze interactie heeft, zoals blijkt, weer invloed op de genexpressie waardoor we in feite elke keer een beetje veranderen en een hernieuwde interactie aangaan met onze omgeving. ‘Niets is ooit, maar alles wordt’, aldus Plato en ‘vrije wil’ verdwijnt tegelijkertijd met haar staart tussen de benen achter de horizon.
Adam en Eva hadden een appel nodig om het verschil tussen goed en kwaad te leren kennen. Wij hebben na eeuwen epigenetische degeneratie misschien wel een appel nodig om de naakte waarheid weer onder ogen te kunnen zien: feiten in plaats van politiek correcte fictie. En doe dan het liefst een genetisch gemanipuleerde appel die onze juiste genen weet te activeren zodat we weer kunnen zien in plaats van geloven.