Er valt niets te zeggen over het brein van Andreas Lubitz

03-04-2015 13:50

‘Twee minuten voordat het vliegtuig de bergtop raakt is alleen nog Lubitz te horen die rustig ademhaalt. Het laatste wat er op de band te horen valt, is het gegil van doodsbange passagiers’, blijkt uit de bandopname van het neergestorte Germanwings-toestel. Het lijkt een luguber hoorspel maar het is bittere realiteit, veroorzaakt door een ontregeld brein.

Speculaties

In de media, maar ook onder psychiaters wordt veel gespeculeerd over het psychiatrisch toestandsbeeld van Lubitz, maar we kunnen er in feite niets verstandigs over zeggen, onder andere omdat post mortem onderzoek in de psychiatrie tot op heden niet mogelijk is. Wel dwingt deze ‘casus’ ons tot nadenken over veiligheid en de eisen die we stellen aan de psychische gezondheid van mensen die grote verantwoordelijkheden dragen in onze maatschappij.

Het is logisch om te verwachten dat mensen met dergelijke verantwoordelijkheden beschikken over bepaalde minimale cognitieve vaardigheden, een adequate emotieregulatie en een intacte impulscontrole. Dit zijn basale persoonlijkheidskenmerken die rond de adolescentie min of meer vastliggen en vrij goed te testen zijn.

Veiligheid en inperking van vrijheden

Maar hoe test je op psychiatrische aandoeningen die komen en gaan, zoals depressie en psychose? Voordat je de trein instapt de machinist eerst de Hamilton Depressieschaal laten invullen? Voordat je je kind uitzwaait vragen of de buschauffeur geen recente verlieservaring heeft meegemaakt waardoor narcistische krenking hem kan doen besluiten om de bus in een ravijn te parkeren? Het is wetenschappelijk aangetoond dat in 90 procent van de zelfmoordgevallen sprake is van een psychiatrische aandoening. Voor piloten in spé is kleurenblindheid een contra-indicatie om in opleiding te komen. Zou een doorgemaakte depressie dat ook moeten zijn? Maar zou je niet veel breder moeten kijken en politici en bankdirecteuren ook moeten screenen op psychopathologie om ernstige maatschappelijke miskleunen te voorkomen? Veiligheid heeft een optimumcurve en te veel controle leidt tot verkramping en overmatige inperking van vrijheid.

En er is nog een ander probleem: psychiatrische aandoeningen zijn over het algemeen lastig om te objectiveren. Hartafwijkingen en aandoeningen zoals suikerziekte zijn relatief makkelijk vast te stellen en te vervolgen met objectieve parameters zoals beeldvorming en bloedwaarden.

Wij moeten het doen met vragenlijsten en klinische beoordelingen door een psychiater. Uiteraard beter dan niks, maar zeker de vragenlijstmethode is bepaald niet waterdicht. Dat heeft meestal niet zulke dramatische gevolgen, maar bij een piloot die coûte que coûte wil voorkomen dat hij zijn baan kwijtraakt op basis van psychische ongesteldheid is dergelijk onderzoek natuurlijk een lachertje.

Onze diersoort is niet altijd fit for survival

Hoe nu verder? Mijns inziens moeten we ten eerste accepteren dat onze diersoort niet altijd fit is for survival. Daarnaast zou het helpen om het taboe op psychische klachten te verminderen, waardoor psychische screening dezelfde ‘lading’ heeft als het screenen op bijvoorbeeld suikerziekte. Hiervoor is echt véél meer onderzoek nodig. Psychiatrie is een relatief jong vak en we hebben nog een lange en dure weg te gaan voordat we in staat zullen zijn om het ontregelde brein echt te begrijpen en te behandelen zoals we dat bijvoorbeeld bij cardiale problemen kunnen.

Lubitz heeft ons weer laten zien dat het brein een serieus orgaan is waar niet mee valt te spotten.