Een meisje sprak mij aan, over de politiek. Ze was achttien geworden, haar volwassen leven ging beginnen. Maar de supermarkt had haar ontslagen, ze was te duur geworden. Achttien jaar – en nu al te oud. Ze wilde graag studeren en een vak leren. Maar ze twijfelde, omdat ze zoveel geld moest lenen. Achttien jaar – en nu al schulden maken. Voor haar geen vaste baan meer. En geen studiefinanciering meer. Voor haar vriendje evenmin. Ze dachten wel eens aan samenwonen, een huisje kopen, kinderen krijgen. Later. Maar hoe moesten ze dat ooit betalen? Het meisje was boos, maar vooral teleurgesteld. De politiek maakte zich druk om iedereen, maar niet om hen: ‘Ja, sorry hoor, maar zo is het toch?’
Over rechtse samenwerking hoor je eigenlijk nooit iemand, over linkse samenwerking wordt voortdurend gepraat. Meestal leidt dat tot oeverloze discussies, zoals onlangs in De Balie. Vrolijk word ik daar niet van. Blij was ik wel met een artikel van Merijn Oudenampsen en Dylan van Rijsbergen in De Groene Amsterdammer. Dat is geschreven vanuit een oprechte verwondering over ‘het tribalisme op links’. Het stuk gaat ook in op de oorzaak daarvan: een deel van links is eigenlijk niet links, maar stiekem rechts. Jeroen Dijsselbloem staat voor deze auteurs symbool voor dit links, dat vooral wil meeregeren met rechts. Zij verwonderen zich hoe deze prominente PvdA’er pleit voor nog meer neoliberale hervormingen: flexibilisering van de arbeidsmarkt, afbouw van pensioenen, versobering van de sociale zekerheid. Allemaal zaken die de toekomst voor dat meisje en haar vriendje niet makkelijker maken. Allemaal politiek die er niet is voor hen.
Oudenampsen en Van Rijsbergen houden een hartstochtelijk pleidooi voor ‘linkse vernieuwing’. Daarvoor stellen zij een aantal voorwaarden. Links moet volgens hen streven naar ‘verandering van de maatschappij’ en naar ‘strategische hervormingen’. Niet meer ‘het midden’ als uitgangspunt nemen en meer ‘contrasten’ zoeken met tegenstanders. En een politiek voeren die een meerderheid van de mensen aanspreekt (in plaats van een beleid dat goed is voor mensen met een hoge opleiding of mensen die geloven in een Europese politiek). Prachtige beginselen, waar je ook gemakkelijk weer heel andere voorwaarden tegenover kunt stellen. Ik heb dat zelf ook wel eens gedaan, over een linkse kijk op democratie, vrijheid en verantwoordelijkheid.
Over linkse beginselen wordt al heel lang gesproken. In 2005 werd ik lid van ‘Een Ander Nederland’, een groep politici van PvdA, GroenLinks en SP, die de mogelijkheden van linkse samenwerking moesten verkennen – ook Diederik Samsom maakte daar toen deel van uit. Dat leidde tot veel gepraat over voorwaarden, maar een jaar later ging de PvdA evengoed regeren over rechts. Tien jaar geleden vond ik dat links niet moest praten over samenwerking, maar gewoon linkse zaken moest doen. En dat vind ik nog steeds. SP, PvdA en GroenLinks zijn heel verschillende partijen, waarom zouden die dezelfde beginselen moeten hebben? VVD, CDA en PVV zie je nooit praten over gedeelde beginselen. Die doen gewoon rechtse zaken, wanneer dat mogelijk is.
Verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt, het schuldenstelsel voor studenten, het zijn twee voorbeelden van beleid die grote gevolgen hebben voor de toekomst van dit meisje. Ik weet niet of PvdA en GroenLinks dat altijd goed door hebben. Dat is ook mijn zorg voor de linkse samenwerking.