Het programma Buitenhof vertilde zich afgelopen zondag aan het thema cultuurmarxisme. Was het thema te moeilijk? Misschien is het inderdaad niet heel handig om definitie, inhoud en bestaansrecht tegelijkertijd te willen bediscussiëren in een oppervlakkig programma in relatief korte tijd met teveel ongeschoolde mensen waar het dit thema betreft. Maar daar zat het ‘m niet in.
Cultuurmarxisme is een term die kort gezegd het hedendaagse streven naar gelijkheidsdenken en proletarisering beschrijft. Net zoals bijvoorbeeld de Verlichting concepten als individualisering, emancipatie, secularisering en globalisering een denkkader verleent.
Het debat was voor de gemiddeld begaafde kijker onnavolgbaar omdat Witteman geen orde in de chaos wist te scheppen, waardoor de discussie al snel strandde in een oninteressant Framen versus Argumenteren. Sid Lukkassen werd vanaf het begin weggezet als verwarde Graaf Dracula, en Casper Thomas moest Nederland redden van de extremistische ondergang. Non-verbale bijdragen zoals hippe bril, verontwaardigd rollen met de ogen en meewarig nee-schudden zijn dan natuurlijk altijd effectief.
Het hele ‘debat’ had net zo goed over de kleur groen kunnen gaan: Sid met de wetenschappelijke en historische context van het natuurfenomeen tegenover Thomas die alleen maar kon piepen “Ik vind groen een hele enge kleur, in de jaren dertig werd ook veel groen gedragen en de lievelingskleur van Breivik is groen.” Dat niveau.
De heren waren nauwelijks op stoom en er werd al gelinkt aan het nazisme. Dat geeft in een normale setting twee opties: er niet op ingaan, want dat induceert een vicieuze cirkel. Of de tweede optie: direct vanuit de verdediging moeten argumenteren. Als je de aantijgingen negeert zal dat voor het gros het teken zijn dat het klopt en als je vanuit de verdediging argumenteert kom je niet toe aan je punt.
De uitzending was een testimonium paupertatis en tekende de teloorgang van onze cultuur. Tekende exact dát waar de tegenstanders van het cultuurmarxisme wakker van liggen.
Of je het nou eens bent met Sid of niet, hij heeft een fenomenaal intellect en een encyclopedische hoeveelheid kennis paraat waarmee hij zijn punten altijd zorgvuldig weet te onderbouwen. Daar heeft hij helaas misschien meer tijd voor nodig dan de mainstream media hem meestal gunnen. Zijn opponent daarentegen benoemde goddank nog Mao en Gramsci, maar zijn feitenkennis bleef jammerlijk haken achter het continue benadrukken van een complottheorie. Daarbij aangemoedigd door Paul Witteman bij wie halverwege de zeepbellen uit de oren kwamen om vervolgens random stukjes uit het boek van Sid voor te lezen en ‘feminisme’ te roepen, zonder de thematiek verder noemenswaardig uit te werken.
Frappant om te zien dat de klassieke kunst van het debatteren overbodig lijkt te worden. Ik bedoel een cultuur waarbij je je bedient van logica, creativiteit en robuuste feitenkennis om je tegenstander fair onderuit te halen.
Sid werd name-dropping verweten, maar wee je rechtse gebeente als je niet tot de tanden gewapend met feiten op het linkse toneel verschijnt, dan breekt de complotpleuris pas echt uit of zijn de racisme-rapen gaar.
Ik had gehoopt op een inhoudelijke discussie: wat zijn de eventuele maatschappelijke gevolgen van het cultuurmarxisme en zijn er redenen om ons zorgen te maken of juist niet?
Klopt het dat het doorgeschoten gelijkheidsdenken en de proletarisering hebben geleid tot het opgeven van de economie door links, de remming van de meest kwetsbare ‘gekleurde’ groepen in hun emancipatie door een dwingende counterculture? Dat minderheden, zoals DENK, tegenwoordig zelfs weglopen bij links?
De controverse over het cultuurmarxisme verstoort een inhoudelijke analyse van het begrip, terwijl die analyse nu juist zo hard nodig is, aldus Eric C. Hendriks, socioloog aan de universiteit van Peking deze week in NRC Handelsblad. De invloed van het cultuurmarxisme is schadelijk voor emancipatie en diversiteit omdat deze denktrant geen recht doet aan individuele verschillen en juist uitsluiting veroorzaakt, kijk bijvoorbeeld naar de rassen- en genderdiscussies.
Lukkassen en Hendriks verduidelijken hoe de wereld vanuit cultuurmarxistisch denken verdeeld raakt in onderdrukkers en ondergeschikten. Dit is zwart-wit denken in plaats van het vieren van verschillen.
In die extremistische wereld wil ik niet leven.