De kleinkinderen van de babyboomers mogen zich inmiddels volwassen noemen. Ik zie ze overal om me heen, als patiënten en studenten, waarbij hun lage frustratiedrempel opvallend is. Het is de generatie die niet een draai om de oren kreeg bij een slecht rapport, maar waarbij de ouders de docent de mantel uitveegde vanwege wanprestatie van het kostbare kroost. “We hebben tropische vissen opgevoed die in de Noordzee terecht zijn gekomen.”
Als psychiater maak ik me ernstig zorgen over een generatie die niet fit for life lijkt te zijn opgevoed. U kent ze wel, die ouders die de trein als podium gebruiken om hun kind met zalvende stem te presenteren als het nieuwste godswonder: “Nee Emma, niet met je chocoladevingers aan de witte broek van die mevrouw komen, dat vindt ze vast niet leuk.” En dan vervolgens mij als agressor aankijken omdat ik hun kind met een brute grenservaring confronteer.
Twintigers die hebben geleerd dat alles wat ze vinden, denken, zien of voelen van een weergaloze importantie is. Zoals peuters die met trots en fascinatie in het potje kijken naar het eerste product van hun zindelijkheid. De studenten van nu die bij tegenvallende prestaties de docenten op het matje roepen om betere cijfers af te dwingen, ook al hebben ze onvoldoende inspanning geleverd. Om vervolgens niet te begrijpen dat ze grenzeloos en ongepast gedrag vertonen. De burn-out die tegenwoordig al op de loer ligt naar aanleiding van een pittig functioneringsgesprek. Het continue tijdgebrek omdat prioriteren niet meer logisch is als elke individuele oprisping zorgvuldig bestudeerd moet worden als een botanische zeldzaamheid.
Nu ben ik me ook bewust van het feit dat onze soort meestal voldoende evolutionaire power en creativiteit heeft om zich als een Fenix op te richten uit om het even welke puinhopen, maar ik ben er in dit geval niet helemaal gerust op.
Op sombere momenten zie ik sanatoria in bosrijke omgevingen, waar de gestrande sneeuwvlokken ‘en masse’ zijn opgenomen omdat ze niet meer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Door alle overprikkelingen is er sprake van zintuigelijke kortsluiting en zijn licht en geluid al voldoende trigger om een paniekaanval uit te lokken.
Therapeuten lopen schichtig op kousenvoeten langs de talloze bedjes om lactose-arme, glutenvrije en genderneutrale zorg op maat te bieden en elke vorm van frustratie te voorkomen. De WHO houdt spoedberaad hoe we deze epidemie het hoofd moeten bieden, aangezien de overprikkeling een point of no-return heeft bereikt, de frustratiedrempel op nul is uitgekomen en het maatschappelijk leven tot stilstand dreigt te komen.
Zoals iemand laatst trots vertelde: mijn zoon redde het niet op een gewone middelbare school, nu hebben we een school gevonden waar ze het lespakket ‘om zijn mogelijkheden en talenten heen plooien’, zodat hij eindelijk zichzelf mag zijn en tot bloei kan komen. Iemand die tweette dat examens en diploma’s ‘inhumaan’ zijn. Of de studente die twee jaar lang destructief feestte inclusief drank-en drugsmisbruik naar aanleiding van een simpele relatiebreuk!
Onze grote-mensen-maatschappij is niet in staat om deze kwetsbare mensen op te vangen en de juiste plek te bieden. Mensen zijn soms bot, er is vaak tijdsgebrek en je doet regelmatig iets niet goed genoeg. Als dat direct leidt tot een enorme krater in je zelfbeeld waardoor je onderuitgaat, dan hebben we een groot probleem met elkaar.
Wie zijn kinderen liefheeft leert ze om te gaan met frustratie, dus met het leven.