Afgelopen week landde op het vliegveld van Teheran een delegatie van tien Europarlementariërs, onder wie een Nederlandse vertegenwoordiger, voor een officieel bezoek aan Iran. Een reis van maar liefst tien dagen: bovengemiddeld lang. Een aantal leden van de Irancommissie van het Europees Parlement (EP) weigerde te gaan, maar de voorzitter van de Irandelegatie, de Finse Tarja Cronberg (Groene Coalitie), kreeg van EP-voorzitter Martin Schulz groen licht. De vraag is wat deze delegatie met deze waarschijnlijk peperdure reis wenst te bereiken en welk signaal zij wil afgeven. Vorig jaar nog werd een Europees bezoek aan Iran afgeblazen omdat de delegatie harde condities stelde, zoals ontmoetingen met vooraanstaande Iraanse dissidenten in gevangenschap. Omdat de delegatie daarvoor toen geen permissie van de Iraanse autoriteiten kreeg, ging het niet door. Ditmaal echter bleven die harde voorwaarden uit. Waarom?
Door harde eisen te stellen had deze delegatie meteen kunnen uitvinden in hoeverre de nieuwe Iraanse president Rohani niet alleen over mooie woorden, maar ook mooie daden beschikt. Want de kale feiten tonen aan dat het met die daden niet zo best is gesteld; zeker als het gaat om de interne Iraanse politiek. Zo verklaarde Amnesty International kortgeleden nog dat tijdens de eerste honderd dagen van Rohani’s presidentsperiode de mensenrechten niet hoger op de prioriteitenlijst zijn komen te staan, wat tijdens zijn verkiezingscampagne wel was beloofd. Volgens het Iran Human Rights Documentation Center werden er in Iran tijdens de laatste zes maanden van het bewind van Ahmadinejad 190 mensen geëxecuteerd. Sinds Rohani in juni aan het roer kwam, zijn dat er al meer dan 300. Het is daarom onverklaarbaar waarom mensen die in het Europees Parlement het hardst roepen om respect voor de mensenrechten, tegelijkertijd de grootste fans lijken te zijn van de nieuwe president. Is het omdat er een akkoord is gesloten aangaande de nucleaire aspiraties van Iran? Is het omdat niet iedereen het door Iran uitgevonden schaakspel doorziet? Experts zijn het er toch over eens dat nog maar valt te bezien of dat akkoord over een half jaar daadwerkelijk hout zal snijden? Gaat het hier wellicht om slechts de hoop op een Iraanse lente of gaat het hier gewoon om olie?
Ten opzichte van Israel heeft Iran zijn standpunt niet veranderd, hoe graag velen ook willen geloven dat dit wel het geval is. Ali Khamenei, de geestelijk leider die nog altijd aan de touwtjes trekt, noemde Israel twee dagen voor het afsluiten van het akkoord van Geneve onder meer een onreine wilde hond. Rohani heeft, ondanks lyrische reacties, nog steeds de Holocaust niet veroordeeld want hij hield wel degelijk een slag om de arm: het was “aan historici om te reflecteren over de daadwerkelijke dimensies”. Daar kwam nog bovenop dat de Iraanse onderminister en toponderhandelaar in Geneve, Araghchi, in een interview met Nieuwsuur een interessante nieuwe oplossing had voor het ‘Israelische probleem’, namelijk een ‘democratische’, wat uit de mond van een Iraans politicus op zich al een gotspe is, Hij had een volksverhuizing van alle Palestijnse Arabieren naar Israel voor ogen, waardoor een Arabische meerderheid in het land zou ontstaan, en daarna democratische verkiezingen moesten worden gehouden. Dat de staat Israël daarmee zou ophouden om als Joodse staat te bestaan vond Araghchi ‘hun probleem’. Oude wijn in nieuwe zakken.
Daarmee is het meest verbluffende feit over dit bezoek nog niet genoemd. En dat gaat om Syrië. Ieder weldenkend mens zou zich, nu de winter is ingevallen, nog meer zorgen moeten maken over het lot van Syrische ontheemden, slachtoffers van het aanhoudende geweld. Het noodweer van de afgelopen dagen in de levant, inclusief vorst en sneeuw, heeft het lot van honderdduizenden vluchtelingen dramatisch verslechterd. Het officiële dodental van de Syrische burgeroorlog overschrijdt inmiddels de 126.000, in twee jaar al veel meer dan het aantal doden dat tijdens het hele Israelisch-Palestijnse conflict is gevallen. Gelukkig zijn er politici, ook Europarlementariërs, die zich daar druk om maken. Maar daarbij wordt vergeten dat Iran een van de belangrijkste hoofdrolspelers is in de Syrische en Libanese hel. Het is Iran dat ondanks de verzoenende woorden naar het Westen gewoon doorgaat met deze proxyoorlog, door Assad en Hezbollah te blijven steunen met wapens en geld, waardoor democratische stemmen in Syrië steeds zwakker worden.
Het is daarom onverklaarbaar dat parlementariërs die zich terecht en oprecht zorgen lijken te maken over het lot van de Syrische vluchtelingen, zich tegelijkertijd tien dagen lang, zonder harde eisen vooraf, laten fêteren door een nog altijd abject Iraans regime dat in essentie niet is veranderd. En daarmee geeft de Europese delegatie met dit bezoek op het verkeerde moment een verkeerd signaal af.
Esther Voet is directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israel