Het volk. Mensen als ik zouden eens wat beter moeten luisteren naar het volk, hoor ik wel eens. Dan zouden de schellen ons wel van de eurofiele ogen vallen, en zouden we wel anders piepen over het bureaucratische Monstrum Bruxellensis. Het dédain waarmee de High Society der Brusselbashers dezer dagen de voorstanders van een sterke Europese Unie tegemoet treden is nauwelijks nog te harden, zo overtuigd is men van het eigen gelijk. Argumenten? Ze vallen tussen alle ad hominems, tu quoques, ad ridiculums en ad populums nauwelijks nog op.
Er zijn vast wel wat verstandige eurocritici die een belangrijke inhoudelijke bijdrage zouden kunnen leveren aan het broodnodige debat over Brussel, maar ze zijn bijna niet te horen, overstemd door het hysterische gejammer van diegenen voor wie Brussel welhaast de reïncarnatie van het Derde Rijk lijkt, en die in hun eigen tirades menen de stem van het volk te horen. En of elitaire eurofielen als ik maar eens wat beter die stem van dat volk wilden luisteren.
Nu ja. Ik wil best luisteren naar het volk, maar het is maar zeer de vraag in hoeverre onze eurosceptische medeburgers dat eigenlijk zelf ook doen. Toevallig verscheen onlangs de allernieuwste Eurobarometer (PDF), die in zevenenzeventig pagina’s laat zien wat ‘het volk’ in de verschillende landen van de Europese Unie zoal vindt, over (onder meer) Brussel. Nu wordt die Barometer gemaakt in opdracht van de Europese Commissie, dus u kunt nu afhaken en verwijzen naar die reclame van WC-eend, maar dat zou zonde zijn: de Europese Commissie spaart de kool en de geit niet, en de enquête gaat onwelgevallige vragen niet uit de weg (zie bijv. pag. 30). Bovendien lopen de antwoorden per land binnen Europa soms zover uiteen dat er van sturing eigenlijk nauwelijks sprake kan zijn geweest. De enquête – in Nederland uitgevoerd door TNS Nipo – schreeuwt erom om serieus genomen te worden, wat ANP, Telegraaf en GeenStijl dan ook prompt deden (zij het een tikkeltje selectief).
Enfin. Wat vindt De Nederlander dan zoal? Nou, best wel wat, eigenlijk. En het beeld is nogal, eh, genuanceerd. Dat wil zeggen: 59 procent van de Nederlanders is tegen de stelling dat er meer beslissingen op Europees Niveau moeten worden genomen (35 procent is voor; p. 42), en ongeveer evenveel mensen zijn tegen een ‘Verenigde Staten van Europa’ (23 procent is voor; p. 44), maar: 71 procent van de Nederlanders is vóórstander van de Euro, 23 procent is tegen (p.35) – een van de meest pro-europese scores van zowel EU als Eurozone. 48 procent van de Nederlanders is tevreden over hoe de democratie binnen de EU werkt, 42 procent is ontevreden (p. 38). 73 procent van de Nederlanders is grotendeels of geheel tegen een vertrek uit de EU, slechts 21 procent is daarvóór (gedeeld laagste score van alle landen, p. 41). 63 procent van de Nederlanders is optimistisch over de toekomst van de EU; 33 procent pessimistisch (p. 45). Tot slot, speciaal voor onze vrienden van Artikel 50 en de PVV: Nederlanders koesteren minder wantrouwen jegens EU, Europarlement, Europese Commissie, en Europese Centrale Bank dan jegens kabinet en politieke partijen (p. 23-27; 32-34). Er zijn meer Nederlanders die het parlement wantrouwen, dan dat er Nederlanders zijn die de Europese Commissie wantrouwen.
Eat that, Geert Wilders.
Dus wat wil dat ‘volk’ nou? Niet zo heel veel spectaculairs. De EU en de Euro mogen blijven, vind ‘het volk’, maar Nederland mag ook blijven, en met die overdracht van al die bevoegdheden vinden velen het wel welletjes. Kortom: een groot deel van de Nederlanders is eigenlijk wel zo’n beetje vóór handhaving van de huidige status quo. Er zijn ook helemaal niet zo heel veel Nederlanders die de EU identificeren met het verlies van culturele identiteit (9 procent, p. 30; Oostenrijk: 27 procent; Griekenland: 26 procent). Bovenal: zowel ‘juichaapjes’ en als ‘eurofoben’ zijn ernstig in de minderheid en bivakkeren aan de marges van het spectrum, waar best wel een paar zetels te sprokkelen zijn, maar niet zoveel als door delen van de goegemeente verondersteld wordt. De Vereniging van Geborneerde Burgers telt, tenzij TNS Nipo er helemaal naast zit, aanmerkelijk minder leden dan zij mij voortdurend probeert wijs te maken.
De uiteindelijke moraal van dit verhaal is echter wat minder opbeurend: deze enquête toont feitelijk aan dat grote groepen kiezers door het huidige debat niet goed bediend worden. Als zoveel Nederlanders feitelijk vóór de huidige status quo zijn en dus noch meer, noch minder Europa willen, waarom gaat het in de media dan voortdurend over meer of minder? Waarom gaat het niet over datgene waar het dan eigenlijk om zou moeten gaan, namelijk om wat Europa, en meer specifiek het Europarlement, met de huidige set aan bevoegdheden gaat doen? Waarom vragen, met deze kennis in hun achterhoofd, journalisten niet door en dwingen zij politici niet kleur te bekennen over zaken als markt(de)regulering, klimaatbeleid, en energiepolitiek – zaken die er voor die grote groep kiezers die meer noch minder Europa wil wél toe doen? Dus: journalisten, u heeft nog een dikke week om uw maatschappelijke taak te doen, en de kiezer in staat te stellen een inhoudelijke keuze te maken.