Al jarenlang zit Nederland opgescheept met een falend politiekorps dat past bij een banenrepubliek, alleen zou in een echte bananenrepubliek het volk in opstand komen tegen de blunderende politie die allesbehalve waakzaam en dienstbaar is(volgens het eigen motto). De politie struikelt van wanprestatie – het oplossingspercentage van misdrijven bungelt onderop in Europa – naar organisatorische misstand, en staat met de rug naar de burgers toe. Op de gevel van ieder politiebureau zou de tekst moeten prijken: Donder alsjeblieft op met je aangiftes, we hebben het veel te druk met onszelf.
Nu is de politie weer in opspraak met het etnisch profileren, maar de reeks van fouten, tekortkomingen en excessen die eraan vooraf gaat is schier oneindig: haperende computers en communicatieapparatuur, de aanschaf van verkeerde uniformen en wapens, aangiftes die in de prullenbak verdwijnen, grof geweld bij aanhoudingen, een reorganisatie die in het honderd loopt, een foutencircus bij het rechercheren (Peter R. de Vries kan het nauwelijks bijbenen), en zo kan ik nog wel even doorgaan. Als het een komische film uit de oude doos zou zijn met de Franse komiek Louis de Funès, bijvoorbeeld in de trant van Le Gendarme et les Gendarmettes, zou je er misschien om kunnen lachen, maar het is al twee decennia de bittere realiteit dat de Nederlandse politie er een zooitje van maakt.
Nu dus het tumult rondom het zogeheten etnisch profileren. Waar het op neerkomt is bijvoorbeeld dat iedere gekleurde of zwarte man met een dure auto om de haverklap wordt aangehouden (in de Randstad is bij 92 % van de controles een ‘buitenlands ogende’ burger betrokken) en dan de vraag moet beantwoorden: hoe komt u aan deze auto ? Ik zou zeggen tegen de bemoeizuchtige diender: gekocht in de winkel. Bij Pauw deelden een paar slachtoffers hun ervaringen: één (licht getinte) man was binnen een uur een paar keer zonder aanleiding aangehouden, terwijl zijn kinderen in de auto zaten. En dat was ook nog eens een heel goedkoop autootje.
Hoe reageert de politietop op zo’n schandaal ? Die stuurt de Zalvende Commissaris Peter Slort naar de TV-studio om recht te lullen wat krom is.
Overlopend van medeleven en begrip houdt hij dan even de arm vast van de klager en zegt dat het natuurlijk een betreurenswaardig incident is en dat het niet zou mogen. Daarna vraagt hij om begrip voor de politie want ze hebben ook de taak preventief op te treden en daar hoort nu eenmaal bij dat iedere zwarte in een dure auto (en kennelijk ook wel eens in een goedkope) bij voorbaat verdacht is. Maar zelfs al zijn de gevangenissen voornamelijk gevuld met Marokkanen, Antillianen en ander niet-westers allochtoon volk, dan nog is de huidige praktijk van lukraak aanhouden van alles wat donker is of er Noord-Afrikaans uit ziet ronduit stompzinnig en racistisch. Daar helpt geen moedertje lief of zalvende commissaris aan.
Dat preventie-argument waarmee TV-commissaris Peter Slort zich trachtte te verdedigen is trouwens sowieso potsierlijk gezien de gebrekkige daadkracht van de politie als het gaat om de zaken die al op hun bordje liggen. Het oplossingspercentage van alle misdrijven in ons land schommelt de laatste jaren rond de 25 procent, terwijl het bij de Duitsers bijna driemaal hoger is. Als je de cijfers uitsplitst en bijvoorbeeld kijkt naar woninginbraken dan wordt maar 10 procent opgelost. Daar komt bij dat het maar liefst 60.000 politieambtenaren tellende korps jaarlijks zo’n 150.000 panklare zaken – de dader is bekend, ze hoeven hem of haar (ik geef toe: het vrouwelijk geslacht is in deze tak van sport grandioos in de minderheid) op te pakken. Maar, u weet het: de dienders hebben geen zin of tijd, want verstrikt in een conflict vanwege een nieuwe functie-indeling, worstelend met een weerspannig computersysteem, op cursus, met verlof of gewoon ziek thuis (de Nederlandse politie is met 7 % ziekteverzuim rijp voor opname in het Guinness Book of Illness Records).
Dus de politie weet zich al geen raad met de tsunami van aangiftes, en zelfs kant en klare zaken laten ze links liggen. Daar sta je dan op de stoep bij de politie met je verhaal over je gestolen fiets, en je weet nota bene wie de dader is. Opdonderen ! We hebben hier bij de politie wel wat belangrijkers te doen. Onszelf eindeloos de chaos in reorganiseren bijvoorbeeld.
Maar de politie heeft het ook druk met het manipuleren van de cijfers over opgeloste misdrijven. Dat oplossingspercentage van 25 % dat ik eerder noemde moet namelijk met een flinke korrel zout genomen te worden. Ik kon het aanvankelijk niet geloven toen ik een beetje aan het rond googelen was, maar de politie geeft het zelfs toe dat ze behoorlijk bedreven zijn (eindelijk iets gevonden dat lukt bij de gezagsdragers in het blauw met gele strepen) in het creatief bewerken van de misdaad- en ophelderingsstatistieken. Bart de Koning van de Correspondent schreef er een onthullend stuk over. In sommige korpsen worden bijvoorbeeld zaken toegewezen aan fictieve medewerkers en eenheden. Ja, u leest het goed: aan medewerkers die niet bestaan, om het zo te doen voorkomen dat de stapel aangiftes voortvarend wordt aangepakt. Of men registreert dat slachtoffers van misdrijven zijn teruggebeld over de voortgang van hun zaak, terwijl er in werkelijkheid helemaal niet gebeld is. Cook the figures, heet dat. Van alle meldingen van misdrijven bij de politie resulteert uiteindelijk maar 5 procent in een vonnis. De werkelijke pakkans voor criminelen in Nederland is dan ook slechts 1,8 procent, zeg maar bijna nul, nada, niente.
Het is werkelijk om te smullen: als je wordt aangehouden omdat de staatskas weer gespekt moet worden of omdat je niet lelieblank bent dan zou de gebruikelijke aansporing ‘ga toch boeven vangen’ die dan in je opwelt moeten luiden ‘ga boeven vangen tussen je collega’s’. Maar het is natuurlijk oppassen geblazen, de gefrustreerde wetshandhavers hebben een kort lontje: voor je het weet word je in een wurggreep tegen de grond gedrukt en mag je bidden dat je de cel nog levend bereikt. De dienders zelf hoeven zich na zo’n exces geen zorgen te maken want de politieleiding vrijwaart hen met een baangarantie van lastige consequenties.
Wie er tot zijn verrassing wel eens in geslaagd is aangifte te doen op een politiebureau stuit dan op de volgende barrière: het lage intellectuele niveau, de botheid en de geringe taalvaardigheid van de gemiddelde politieambtenaar, vaak met het denkvermogen van een VMBO’er na een weekend comazuipen. Ik heb wel eens de indruk, ook als het gaat om de Marechaussee op Schiphol, dat de politie her en der op het platteland opleidingsinstituten heeft waar bij voorkeur studenten worden toegelaten met de juiste mate van lompheid, een flinke dosis vooroordelen ten aanzien van minderheden, en een onvermogen om onafhankelijk te denken. Vooral provincialen die in de regel weinig of niet met Marokkanen of donkere medemensen in hun omgeving te maken hebben lijken voorrang te krijgen. Het is wekt dan ook geen verbazing dat politiemensen in eigen kring graag stereotypen bezigen als ‘Marokkaantjes’, ‘Oostblokkers’, ‘kakkerlakken’, ‘kampers’ en ‘eencelligen’ als het gaat om het volk op straat te categoriseren. De eenvoudigen van geest kennen het geluk van een overzichtelijk wereldbeeld.
Waarom doet die deutsche Polizei het zoveel beter dan onze politieagenten ? Om te beginnen hebben ze met minder bureaucratie te kampen en hoewel de Duitse mankracht relatief ongeveer even groot is als de Nederlandse, zijn er in Duitsland veel meer rechercheurs actief. Want dat is een groot deel van het Nederlandse politieprobleem, een schrikbarend tekort aan rechercheurs. Vandaar al die zaken die op plank blijven liggen of in behandeling zijn bij spookrechercheurs. Hier werd steeds geroepen dat meer blauw op straat dringend nodig was, terwijl we inmiddels weten dat al die agenten vooral bezig zijn met burenruzies, het verkeer, verwarde mensen of met het lastigvallen van burgers vanwege futiliteiten of omdat ze een kleurtje hebben. Terwijl het echte werk, het oplossen van misdrijven vrijwel alleen door rechercheurs kan worden gedaan. Essentieel verschil met Nederland is ook dat de Duitsers verplicht zijn iedere melding van een misdrijf in behandeling te nemen. Ze kennen geen plankzaken of extra grote prullenbakken voor aangiftes.
Er is om de nationale politieramp aan te pakken dan ook een aantal drastische ingrepen nodig, zeg maar een blauw Deltaplan. De opleiding van agenten zal ingrijpend verbeterd moeten worden, ook door mensen met een hoger opleidingsniveau en meer sociale intelligentie aan te trekken. Verder een forse uitbreiding van het aantal rechercheurs, bijvoorbeeld door straatagenten om te scholen. En natuurlijk een betere organisatie met minder management en bureaucratie. Of de nieuwe baas van de Nationale Politie, Erik Akerboom, dat allemaal voor elkaar krijgt is maar de vraag, omdat hij het product is van een korpscultuur waar vooral volgzaamheid en conformisme gewaardeerd worden. Van minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie hoeven we vanzelfsprekend al helemaal niets te verwachten. Ten eerste omdat hij VVD’er is (die zijn gedetacheerd in Den Haag om voornamelijk de belangen van het bedrijfsleven te behartigen) en omdat hij minister is (die hebben in de regel als belangrijkste taak de doofpot te beheren). Dus wuift brave Ard met zijn corpsballen-dédain meestal ieder probleem weg waarmee hij wordt lastig gevallen. De burgers, u en ik, die prijs stellen op een competent en werkelijk dienstbaar politieapparaat zullen druk op de ketel moeten zetten, zoals bijvoorbeeld de actiegroep Control Alt Delete dat doet. En wellicht een paar buitenstaanders met saneringscapaciteiten aantrekken om orde op zaken te stellen, denk aan een Hans Wijers of Pieter Winsemius.
De ontsporingen van de Nationale Politie hebben vanwege het geweldsmonopolie waarover men beschikt te verstrekkende gevolgen voor de maatschappij om ze alleen door politici en de politie zelf te laten aanpakken.