Mijn Catalaanse buren en ik waren zaterdagavond uitgenodigd in El Campo: er werd gevoetbald tegen Sevilla en het regende pijpenstelen. Gelukkig zaten wij hoog en droog in een glazen doos van de Japanse hoofdsponsor. Tussen mijn Catalaanse buren zit namelijk ook een Japanner. De glazen doos deed mij denken aan rookruimtes op vliegvelden. Als je door het raam tuurt zie je allemaal mensen dicht op elkaar staan roken. Deze glazen doos leek echter binnenste buiten gekeerd: wij stonden met zestien buren krap bij elkaar wat te eten en te drinken en aan de andere kant van het glas werd er op los gerookt. Voor de doorzetters onder de rokers moet het een verademing en een opsteker zijn om te vernemen dat het dus ook anders kan.
De wedstrijd stond op het punt van beginnen. De eerste actie kwam van het publiek: over de hele breedte van het veld lazen wij justicia en de engelse vertaling justice. De roep om gerechtigheid ging gepaard met een vakken-vullend rood-geel gestreept banner. Het rood-geel van Spanje en het rood-geel van Catalonië. Allen voor gerechtigheid.
Terug naar het blauw-rood van de club. Hoe zou het hen vergaan? Het werd een buitengewoon ingewikkelde wedstrijd. Allereerst was het onduidelijk hoe laat wij op onze stoeltjes buiten de glazen doos konden plaatsnemen. Voor iedere Catalaanse politieke gevangene zouden we één minuut later plaatsnemen op onze stoeltjes. Doordat er nu tien Catalaanse parlementsleden in het gevang zitten bleven wij dus tien minuten langer vast achter ons glas.
Eindelijk namen we plaats op de zestien stoeltjes buiten de glazen doos. Om mij heen zag ik Free all Political Prisoners en Europe, Shame on You op grote spandoeken staan. Dat was duidelijk bedoeld voor onze Europese buren want normaliter zie ik geen Engelstalige boodschappen in het stadion.
Ik keerde mijn blik nu eindelijk naar het veld. Maar concentreren lukte niet. Plots werd het I-Inda-Indapendencia ingezet. Ah, ik zag het al, het was de zeventiende minuut en veertiende seconde van de wedstrijd. Dat heeft te maken met het jaar 1714 wanneer Catalonië officieel onderdeel werd van een nieuwe Spaanse natiestaat. Terwijl mijn stembanden wat onwennig meetrilden dacht ik na over hoe zo’n 300 jaar oftewel vier generaties geleden de Spaanse natie een feit werd. In feite was het het fundament voor de Spaanse competitie, zowel op het veld als in de politiek.
Echt lang kon ik er niet bij stilstaan want nu kreeg ik plots documenten in mijn handen geduwd vanuit de tribune. Net als vroeger op school werd ik geacht er eentje af te pakken en de rest door te geven. Het eerste formulier was in het Catalaans en riep op tot vrijheid voor de politieke gevangenen Sànchez, Cuixart, Borrás, Turull, Junqueras, Forn, Rull, Mundó, Romeva en Bassa. Het waren er inderdaad tien. Wellicht konden zij zich in de gevangenis beter op de wedstrijd concentreren dan ik in het stadium. Want hupsakee, daar kwam alweer een nieuw stapeltje. Dit keer in het Spaans, het legde uit dat als je niet je stem laat horen dat ‘de anderen’ dan winnen.
Dat bracht mij direct terug naar de wedstrijd. Ik was er tenslotte om de club aan te moedigen! Ik joelde en klapte zo hard als ik kon. Maar nee, nu maanden mijn buren mij tot stilte. Ssst ssst klonk het door het hele stadion. We moesten vijf minuten stil zijn. Ik was helemaal de draad kwijt. Wat nu weer? Na de vijf minuten stilte, was het vijf minuten Llibertat, Catalaans voor vrijheid, roepen en daarna was het tijd voor het Catalaanse volkslied. En we waren nog niet eens bij de rust aangekomen!
Het beloofde nog een ingewikkelde wedstrijd te worden.