‘Go be what you want to be!’ klinkt het al decennialang wereldwijd, en hoewel veel landen homohaat kennen stond de teller in het westen op overwegend tolerant en verdraagzaam. Cijfers in Amerika laten zien dat het aantal voorstanders van het homohuwelijk jaarlijks toeneemt, die emancipatie is enorm hard gegaan. Mensen (ook Christenen) wisten: met een beetje verandering draait de wereld gewoon door – en waarschijnlijk met iets meer blije mensen erop. Men merkte dat niemand er last van had als twee mannen of twee vrouwen in Miami, Amsterdam of Londen de knoop doorhakten.
Er komen niet meer blije mensen bij door de transgender LHBGTQIA ‘emancipatie’ of moet ik zeggen de ‘translobby’ die niet zozeer ‘wees wie je bent’ als motto heeft maar ‘laat anderen – als therapeuten tot uw dienst – verplicht meegaan in wat je denkt dat je bent’. En ja, ik heb daar last van. Ik wil andermans ego niet opvijzelen ten koste van feiten en principes, we hebben allemaal onze eigen strijd. Ik ben een moeder van tweede kleine jongens die ik bijvoorbeeld graag als mannen wil opvoeden. Zonder schuldgevoel. Ik wil niet op Burgernet lezen dat er uitgekeken wordt naar een ‘genderneutraal persoon’. Of speciale woorden gebruiken om geheel eenzijdig anderen te pleasen – ondanks bibliotheken vol tegenbewijs en het sterke vermoeden dat het nooit genoeg zal zijn wat ik doe. Ik merk het ongemak bij brave huisvaders die niet meer gewoon mogen lachen om de Pride boten, maar die de krampachtigheid eromheen, de komst van een speciale taalgids, indoctrinatie van hun kinderen en misbruik van hun gezonde verstand voor lief moeten nemen omdat er institutioneel onrecht zou worden gepleegd en transgenders ‘zwaar lijden’.
In de VS geldt het in progressieve kringen inmiddels als een ‘microagressie’ als een hetero man zegt dat hij zich niet aangetrokken voelt tot een transgender vrouw (met een penis). Mijn schoonouders lezen in de krant over de welkome toename in het aantal geslachtsveranderende operaties, en de strekking is: gewoon meegaan in de fantasie die zich daar afspeelt. Dat heet namelijk begrip tonen. Begrip, ook wel: ‘kleine moeite’ genoemd, betekent dan hetzelfde als de afwezigheid van verdere vragen. Wie wordt daar blijer van? Helemaal niemand.
“Fantasie?! Fantasie?! Hoe durf je dat te zeggen?! Het is voor hun écht. Misschien is jouw vrouw zijn wel een fantasie”, zou de neurotische Linda Duits zeggen. Ja misschien is het hele leven wel een illusie, dat klopt, maar sommige illusies zijn groter dan anderen en omdat ik de mentale leeftijd van vier jaar voorbij ben gestreefd, kan ik ze rangschikken. Ik ben een vrouw, een man met een penis is dat niet.
Het gaat de useful idiots en niksnutten eromheen vooral om het tot leven wekken (of moet ik zeggen, in coma houden) van de fantasie van de gelijkheidsideologie, niet om die mensen, dat maakt het allemaal nog triester. Minderheden, vrouwen, andere gewillige neurotische slachtoffers laten zich als stropop gebruiken. En waar eindigt dit? Dit is een vraag die niet meer aankomt in de intellectuele krottenwijken van ons maatschappelijk debat, waarin ‘kleine moeite’ als het sluitende argument geldt.
We moeten ondertussen gewoon doen alsof we zien wat zij – de diversiteitsofficieren, de mensen die zich ‘they’ noemen, ‘geen geslacht hebben’, ‘two spirits’ of een eenhoorn zijn – zien. Hun waan bepaalt. We moeten ons inprenten dat vrouwen net zo technisch zijn als mannen, en assertief, en sterk. Ook al zien we iets anders. We krijgen ingestudeerd dat witte mannen aangeboren (dat dus weer wel) privileges hebben – want alles gaat ze makkelijk af, hoewel dat aantoonbaar onjuist is. Minderheden krijgen in werkelijkheid alle privileges (maar niet de Aziaten, die doen het te goed, die hebben dus ook privilege). Het slachtoffer scorebord wordt bijgehouden door de zwakste schakel in de identity politics. En als lintjes op een uniform prijken daar steeds meer letters: LHGBTQIA. Er zitten alleen niet genoeg letters in het alfabet om te zien wat zij zien. Een afgrond.
Feit is, diversiteits- en transgenderpolitiek is een aanslag op taal, gezond verstand en wetenschap. En het feit dat je gelyncht wordt, zoals James Damore die bij Google ontslagen werd omdat hij met feiten opriep tot bezinning, betekent al dat ze ongelijk hebben – en het weten. Ze hebben zo ontzettend ongelijk dat ze het gelijk als zodanig moeten wegmaken, en mensen moeten breken.
Dat wegmaken van de realiteit is al langer aan de gang. In Zweden is de ‘trans-lobby’ erin geslaagd om het medische establishment onder druk te zetten de officiële term voor geslachtsveranderende operatie te veranderen. De nieuwe geautoriseerde term is nu ‘könskorrigering’ – ‘geslachtscorrectie’. De penis zat er onterecht op, zogezegd. Een gezond orgaan wordt daarmee gezien als een defect dat operatief verwijderd kan worden, zoals een ontstoken blindendarm of falende nier. En de LGBTenz. gemeenschap heeft met succes de ‘American Psychiatric Association’ verzocht definities in de DSM-handleiding te veranderen (op welke grond vraag je je af).
Waar eerder werd gesproken van een ‘disorder’, is dat sinds 2012 ‘dysphoria’. Dit is geen onbelangrijk verschil. Toen het nog een stoornis was, werd daarmee duidelijk dat deze mensen een bepaalde ‘conditie’ hadden. In de nieuwe definitie, ‘gender dysphoria’ (GD) betekent het dat ze ‘ongemak’ ervaren. De verandering werd doorgevoerd om ze te onderscheiden van mensen met ‘body dysmorphic disorder’ (BDD). Mensen met BDD zien zichzelf als dik terwijl ze dun zijn, of lelijk terwijl er niets aan de hand is, ze zien hun hand, arm of been als ‘niet van henzelf’ en willen er vanaf, iets waar artsen niet in meegaan.
Door de stoornis (‘disorder’) te laten wegvallen uit de psychiatrische handleiding, wordt geestesziekte genormaliseerd. Van ons wordt vervolgens verwacht dat we zo iedereen in hun eigen realiteit bevestigen – met gekozen voornaamwoorden, speciale privileges en zonder kwetsende biologie. De transgender lobby wil zo de hele wereld veranderen in een soort hypnotherapie sessie voor mensen met wanen, waarin wij de therapeuten zijn. Kleine moeite?
Het ouderwetse ‘Go be what you want to be‘, was een stuk eenvoudiger, levert bovendien een hoop minder intellectuele ‘dysphoria’ op en respecteert het idee dat vrijheid nooit optimaal is. Voor niemand.