Zenuwachtig loop ik het ziekenhuis binnen. Inmiddels kent iedereen me hier en de verpleegster begroet me alsof ik een oude bekende ben. In mijn tas zit een brief. Ik heb deze brief geschreven op de tweede dag van haar opname en onderwijl zit ze hier al bijna een maand. Ik had me voorgenomen deze brief voor te lezen zodra ze ‘terug’ zou zijn. Mij weer echt zou zien en enigszins contact zou hebben met de werkelijkheid.
Als ik haar kamer binnenstap krijg ik een dikke kus en een knuffel. Ik doe een stap naar achter, pak haar hoofd vast en kijk in haar ogen.
Ze zijn ietwat gezwollen en haar oogleden hangen door de medicatie, maar voor het eerst in een maand zie ik echt Saskia terug kijken en niet dat geflipte psychotische kind. Ik laat haar los en pak ietwat ongemakkelijk een stapel papieren uit mijn tas. Ik heb een hele stapel e-mails uitgeprint van haar vrienden en vriendinnen. Samen lezen we ze allemaal door en ze is ontzettend blij dat iedereen haar zo mist en zulke lieve dingen stuurt.
Brief
Als we door de stapel heen zijn pak ik nog een enveloppe uit mijn tas. De brief. Ik vertel haar wat er in de enveloppe zit en ze vraagt me of ik de brief voor wil lezen. Onbeholpen grijns ik naar haar en vertel dat ik niet weet of ik dat wel red. Ze komt naast me zitten. ‘Probeer het gewoon Vief. We doen het samen.’ Met trillende handen vouw ik de brief open en begin te lezen. ‘Lieve Saskia, Als je dit leest, ben je weer beter. Ik hoop dan ook dat je dit snel leest, want meisje, wat maak ik me zorgen om je. Ik heb me wel vaker ellendig gevoeld, maar zo ellendig heb ik me denk ik niet eerder gevoeld.’ Mijn adem stokt, mijn stem trilt en ik breek eindelijk. Ik kijk haar aan. Ze huilt ook. Geluidloos stromen de tranen over mijn wangen. We pakken elkaar stevig vast en vertellen elkaar hoe erg we het elkaar hebben gemist.
Ik aai haar wang en kijk haar aan. ‘Je bent echt terug hè?’ Huilend valt ze in mijn armen. ‘Ik ben er echt weer Vief.’
Nawoord: Saskia zit inmiddels twee maanden op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Na de eerste maand is haar gedwongen opname omgezet in een vrijwillige opname. Nu de artsen eindelijk de juiste medicatie hebben gevonden en ze min of meer stabiel is is het goed mogelijk dat ze over twee weken weer naar huis mag. Ze herinnert zich niets van de vreemde dingen die ze zag en heeft gedaan tijdens haar psychose.