Een week na het invullen van de ‘lichamelijke gevolgen van een eetstoornis’ lijst praten we er in de groep over na. De anderen geven aan geschokt te zijn van de vele kruisjes in hun tabel. Zeggen daar echt door aan het denken te zijn gezet. En beweren nu echt iets te willen veranderen. Eerlijk gezegd verbaast me dat nogal. Ik wist namelijk allang waar al mijn klachten vandaan komen. Dat ik er de afgelopen jaren toch voor koos op allerlei manieren de symptomen te bestrijden in plaats van de bron van het kwaad aan te pakken, was slechts een dappere poging mijn kop in het zand te steken.
Struisvogelpolitiek
Maar de waarheid is dat er in mijn leven al jarenlang geen dag voorbij gaat zonder pijn. Zere handen omdat mijn hartspier niet voldoende energie krijgt om het bloed volledig rond te pompen. Steken in mijn hoofd vanwege voedselgebrek. Avonden die in foetushouding worden doorgebracht op de bank vanwege de maagklachten. Nachten waarin ik een paar keer mijn bed uit moet om de door vitaminetekorten veroorzaakte spierkrampen het hoofd te bieden. Darmbloedingen, slapeloosheid, trombose, flauwvallen, bloedneuzen, migraine. Hoofdpijn, keelpijn, buikpijn, rugpijn, spierpijn, maagpijn, gewrichtspijn, zielenpijn.
Een aanzienlijk deel van de afgelopen vijftien jaar heb ik doorgebracht in wachtkamers van specialisten, op onderzoekstafels, in ziekenhuisbedden en de rij van de apotheek. Mijn doktersdossier is vuistdik, de hoeveelheid medicijnen in mijn badkamerkastje indrukwekkend. Ik ben negenentwintig en slik meer pillen dan de gemiddelde bejaarde. Ik ben 29 en al twee keer op de Intensive Care beland. Het is – als ik de specialisten moet geloven – niet minder dan een wonder dat ik de 29 überhaupt heb gehaald. Dat is niet echt iets om trots op te zijn, maar voor mij tot nu toe ook geen reden om me zorgen te maken.
Eigen schuld
Pijn is vervelend, maar toegeven dat je zelf verantwoordelijk bent voor die pijn is nog veel erger. Wanneer je jezelf in een vervelende situatie hebt gemanoeuvreerd, geeft het natuurlijk geen pas daar vervolgens over te klagen. Als iets je eigen schuld is, moet je vervolgens ook niet gaan piepen. Daar komt bij dat ik natuurlijk helemaal niet aan mezelf wil bekennen dat ik de veroorzaker ben van mijn eigen leed.
Dus heb ik verschillende strategieën ontwikkeld om daarmee om te gaan. Zo meld ik me nooit ziek, maar negeer mijn klachten. Zolang ik het niet hardop zeg, is het ook niet waar. Zolang ik het niet hardop zeg, vind niemand me een aansteller. Zolang ik het niet hardop zeg, hoef ik niets te doen aan mijn eetstoornis. Wanneer deze strategie niet meer werkt, meestal omdat de pijn te hevig is om nog langer te negeren, bestrijd ik de symptomen. Ik ga naar de internist voor mijn darmklachten, naar de reumatoloog voor mijn spierkrampen en de hartchirurg voor mijn toevallen. Helpen doet dat natuurlijk weinig. Omdat de oplossing eigenlijk voor de hand ligt: meer gaan eten.
Maar de waarheid is dat ik nog steeds niet weet of ik mijn anorexia wel wil opgeven. Ook niet als dat betekent dat er daarmee een einde komt aan al het lichamelijk ongemak. De avond na de therapie huil ik. Om mezelf, mijn verrotte lichaam en alle verspilde jaren. Om het feit dat ik kennelijk zelfs in een groep eetgestoorden nog de gekste ben. En omdat ik, hoewel ik altijd, overal en van iedereen wil winnen, deze wedstrijd liever aan me voorbij had laten gaan.
Kijk hier voor een overzicht van de eerdere Ana-files.