Column

Feuilleton: The Ana-files (39)

25-05-2010 14:00

Wekenlang lukt het me aardig de naderende therapie compleet te negeren. Ik werk, ga op vakantie, zit in de kroeg, spreek af met vrienden en ben eigenlijk best gelukkig. En dan ineens, op een maandagavond, overvalt het me. Nog maar 13 dagen. Dan moet ik weer. Weer elke week de weegschaal op, weer bergen boterhammen eten en daarna braaf noteren op mijn eetlijst, weer elke emotie tot aan vervelens toe benoemen, bespreken en ontleden met een groep vreemden. En ik wil het niet. Maar dat durf ik tegen niemand te zeggen.

Insomnia
Waar ik de afgelopen tijd prima sliep, is nu ineens de slapeloosheid weer terug. Zelfs slaappillen zijn niet voldoende om mijn piekerhoofd tijdelijk uit te schakelen. Dus sleep ik me de dagen door om vervolgens de halve nacht klaarwakker en kettingrokend op de bank te zitten. Alle anorecten die ik ken roken. Sigaretten bevatten namelijk geen calorieën en zijn bovendien prima hongerdempers. En waarom zou je je met zo’n rijtje fijne voordelen nog druk maken over ‘onprettige’ bijwerkingen als longkanker en hart- en vaatziekten? Als ik wel slaap, zijn er nachtmerries. Eindeloze dromen waarin de mensen waarvan ik houd weggaan, ziek worden of overlijden en mij alleen achterlaten. Zelf ga ik nooit dood. Vermoedelijk omdat dat me niet genoeg kan schelen.

Ook eten wordt weer een steeds grotere opgave. Ik rommel maar wat aan, heb nergens trek in en ben vrijwel permanent kotsmisselijk. Soms letterlijk, hoewel ik eigenlijk aan de psycholoog heb beloofd dat dat niet meer zou gebeuren. Op een weegschaal heb ik al weken niet meer gestaan, maar ik vermoed dat het resultaat momenteel weinig indrukwekkend is. Wel voldoende om te mogen starten met de therapie, daarvoor moet mijn BMI boven de 16 zijn, maar beduidend minder dan aan het einde van de laatste groepstherapiesessie. En eerlijk gezegd interesseert ook dat me momenteel maar matig.

Gezeur
Hoewel het aantal mensen dat van mijn geheime dubbelleven weet allang niet meer op twee handen te tellen is, praat ik nu nauwelijks over de dingen waarmee ik worstel. Omdat ze het toch niet kunnen oplossen. Ik bang ben dat ze inmiddels wel een beetje genoeg hebben van mijn gezeur. En ik ze eigenlijk niet wil teleurstellen. Wanneer je wordt overladen met lof en complimentjes vanwege je moed, doorzettingsvermogen en dapperheid, kan je vervolgens moeilijk aankomen met ‘ik ben bang en weet eigenlijk niet of ik nog wel wil’. Als mijn werk zich in allerlei bochten heeft gewrongen om tijdens mijn komende afwezigheid vervanging te regelen, kan ik het natuurlijk niet maken om vervolgens niet beter te worden. En dat is precies waar het wringt.

Want hoe publieker mijn eetstoornis wordt, des te groter wordt ook de druk om ervoor te zorgen dat de therapie slaagt. Ik doe dit allang niet meer alleen voor mezelf, maar net zo goed voor mijn omgeving. Want ik wil niet dat die wederom teleurgesteld in me zijn. En ik haat falen, dus dat is sowieso geen optie. Tegelijkertijd voel ik me inmiddels zo onder druk gezet dat het al mijn kracht kost om niet gewoon met mijn handen voor mijn gezicht in een hoekje van de kamer te gaan zitten wachten tot het allemaal voorbij is. Ik gewoon weer ‘normaal’ ben. En iedereen op kan houden zich steeds maar zorgen te maken.

Maar ik doe het niet. Omdat ik er uiteindelijk natuurlijk helemaal niets mee opschiet. Ooit wordt het allemaal vast wel beter. Als ik maar gewoon weer eens een nacht kon slapen.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.