Column

Feuilleton: The Ana-files (43)

29-06-2010 10:00

‘Kleed je hier maar uit tot op je ondergoed, ik ben zo terug. Ben je al klaar? Ga dan maar tegen die witte muur staan. Ietsje verder weg graag. Zo, ja. En kan je dan je armen recht voor je uitstrekken? Gewoon blijven doorademen. Nu een kwartslag draaien. Nee, maakt niet uit welke kant op. Goed zo. Rustig aan, je doet het prima. Even doorzetten. Over vijf minuten is het allemaal voorbij.’

Net als in de film
Donderdagmiddag, drie uur. Terwijl de rest van de groep in de gemeenschappelijke huiskamer wacht op de volgende sessie, ben ik door een van de socio’s – ‘vakjargon’ voor socio-therapeuten – naar een andere ruimte gedirigeerd voor mijn eigen five minutes of fame. We gaan vandaag een filmpje maken. Van mij, in mijn ondergoed. Een verplicht programma-onderdeel waar ik al vanaf dag 1 tegenop zie. Omdat ik er een hekel aan heb naar mezelf te kijken. Het haat om me in het bijzijn van anderen bloot te geven. Letterlijk bloot te geven, in dit geval. En omdat ik nu al nerveus ben voor aankomende maandag, als we de video met de hele groep gaan bespreken. Ik wil mezelf niet zien, ik wil niet dat andere mensen naar me kijken en ik wil al helemaal niet horen wat ze daar vervolgens over te vertellen hebben. Dit is mijn lichaam. Ik ben van mij.

Maar ‘wil niet’, ‘kan niet’ en ‘durf niet’ zijn allang geen opties meer. Ik moet. Tenminste, als ik beter wil worden. En dat wil ik; meer dan ik ooit iets heb gewild. Dus vervloek ik in stilte het schaaltje Maltesers dat ik een half uur eerder diende leeg te eten – donderdag is ‘moeilijke tussendoortjes-dag’ – en kleed me uit. In mijn meest decente beha en boxershort ga ik vervolgens voor de muur staan. Armen voor mijn buik gevouwen , daar zitten die verdomde klote chocolaatjes nu, mijn blik op oneindig. Tergend langzaam glijdt de camera over mijn lijf. Ik zie de therapeut inzoomen en uitzoomen. Daarna moet ik me omdraaien en begint de hele martelgang opnieuw.

Griezelig mager
Als het eindelijk voorbij is en het lichaam weer veilig is verpakt in een alles verhullende jurk, haalt de therapeut het bandje uit de camera. ‘We gaan de opname nu eerst samen bekijken,’ legt ze uit. ‘Op die manier komt het maandag niet zo als een verrassing. Bovendien kan je nu misschien vragen verzinnen die je dan aan de rest van de groep wil stellen.’ Zonder me de tijd te geven te protesteren, zet ze de video aan. ‘Ik kan dit niet,’ gilt mijn hoofd. Binnen vijf minuten is het voorbij en neem ik , zonder echt iets te hebben gezien, opgelucht de benen.

Maar dan wordt het maandag. Terwijl de rest van Nederland aan de buis gekluisterd zit voor de eerste wedstrijd van het Nederlands elftal, kijk ik met tien relatief onbekenden naar een filmpje van mezelf. Er lopen zweetdruppeltjes over m’n rug. Je blik afwenden is verboden, dus gluur ik tussen mijn vingers door naar het scherm. Na afloop is het lang stil. Iemand huilt, de rest tuurt naar het tapijt. ‘Je bent echt heel erg dun’, zegt een van de anderen vervolgens voorzichtig. Daar heeft ze gelijk in. Ik zag het zelf ook. Het meisje op de televisie was griezelig mager. Dat meisje had uitstekende schouderbladen, scherpe heupbotten, een duidelijk zichtbare ribbenkast en smalle benen. Dat meisje wiebelde voortdurend zenuwachtig van haar ene voet op de andere en keek met grote, verdrietige ogen de camera in. Mijn hart breekt voor het meisje op de televisie. Ik heb alleen geen flauw idee wie het was.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.