Column

Feuilleton: The Ana-files (51)

24-08-2010 14:00

Er staat sinds kort een levensgrote foto in mijn woonkamer. Strategisch opgesteld, vlak voor de televisie, zodat ik hem extra goed kan zien. Op die foto staat een meisje. Een meisje met grote stralende ogen, een enorme bos haar en blozende wangen. Een meisje dat net drieëntwintig is geworden en een paar maanden eerder haar studie heeft afgerond. Een meisje dat niet kan wachten aan de rest van haar leven te beginnen. Een meisje met een gezond gewicht. Een meisje dat gelukkig is. Ik ben dat meisje. Of eigenlijk: ik ben dat meisje ooit geweest.

Achteraf is gemakkelijk vast te stellen waar het destijds is misgegaan. Natuurlijk, ik wisselde al vanaf mijn twaalfde goede periodes af met tijden waarin het minder ging. Mijn gewicht schommelde continu van veel te laag naar min of meer gezond, naar veel te laag, naar min of meer gezond. Soms at ik een tijdje normaal, soms kotste ik alles uit, soms at ik helemaal niet. Tot zeven jaar geleden.

Omdat ik het waard ben
Eigenlijk had ik mijn leven toentertijd prima op orde. Goede baan, geweldige vriendenkring, leuk huis. Dolverliefd bovendien, op iemand die tot een jaar eerder mijn beste vriend was geweest. Maar toen ging de ex dood. En werd alles anders. Waar ik me daarvoor prima kon vermaken in mijn eentje, kreeg ik ineens verlatingsangst. Aanvankelijk kon ik pas slapen als ik wist dat de nieuwe liefde veilig thuis was, daarna alleen wanneer hij naast me lag en uiteindelijk helemaal niet meer.

Dat hij zelf ook de nodige issues had, hielp daarbij weinig. Zo wilde de nieuwe liefde niet samenwonen. Nooit. En hoewel ik dat de eerste jaren prima vond – de poging met de relatie daarvoor was me maar matig bevallen – begon het daarna toch te knagen. Ik besloot dat het aan mij lag. Dat ik kennelijk niet goed genoeg was om mee samen te wonen. En dat ik daar dus iets aan moest doen. Om precies te zijn: afvallen. Net zo lang totdat ik het wel waard was om een huis mee te delen.

Rokende puinhopen
En toen ging hij toch weg en was alle moeite voor niets geweest. Ik bleef achter met de rokende puinhopen van mezelf. Viel nog een paar kilo af, kreeg een auto-ongeluk, belandde in een rolstoel en besloot vervolgens dat het genoeg was geweest. Ik was uitgekotst, gehongerd, gemarteld en gepiekerd. Ik wilde dit niet meer. Ik wilde degene terug die ik ooit was geweest.

Inmiddels ben ik een ruim een jaar en bijna tien kilo verder. Met argusogen volg ik de veranderingen die zich in mijn lichaam voltrekken. Positief: mijn nagels worden sterker, huid gaat weer stralen, haar valt niet langer uit, ik heb ineens bakken energie en de maagontstekingen zijn bijna verdwenen. Negatief: mijn broeken gaan steeds strakker zitten, ik kan mijn ribben alleen nog tellen als ik mijn adem inhoud en uit pure rusteloosheid ijsbeer ik uren door mijn huis, wiebel met mijn been als ik op de bank zit en span mijn spieren ongemerkt aan wanneer ik ‘s nachts lig te slapen. Onder de streep komt het natuurlijk allemaal op hetzelfde neer: ik word anders. En dat is, op z’n zachtst gezegd, even wennen.

Dus staat er nu die foto. Om me eraan te herinneren hoe ik er ooit heb uitgezien. Wie ik weer kan worden als ik nog heel even volhoud. ‘Wat was jij een lekker wijf!’, riep een vriendinnetje dat ik pas een jaar ken verbaasd toen ze onlangs de foto zag. Dat ‘lekkere wijf’ wil ik nu weer worden. Dat lekkere wijf gá ik weer worden.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.