Lente, zomer, herfst; mijn tijd in de eetstoornissenkliniek beslaat inmiddels drie seizoenen. Vijf maanden heb ik er nu opzitten. Vijf maanden van eten, praten, janken, schreeuwen en nog meer eten. Maar ook: vijf maanden van veiligheid. Van vooral veel ‘dingen moeten’ in plaats van zelf na te denken over wat ik wil. Van duidelijke regels en een systeem van straffen en belonen. Met mijn ijzeren discipline en regeltjes-fetisj gedij ik natuurlijk prima bij een dergelijk dictatoriaal systeem. En dus is het snel naderende einde geweldig en angstaanjagend tegelijk.
“Heb je er al over nagedacht of je verlenging wilt aanvragen?”, vroeg de socio een paar weken geleden. “Het is sinds je hier bent vooral over je gewicht gegaan. Dat je ruim 14 kilo bent aangekomen is een belangrijke stap, maar het betekent jammer genoeg niet dat je er al bent. Met een maand extra heb je wellicht de mogelijkheid om verder te werken aan de achterliggende problemen. Dat kan echter alleen als je er zelf echt achter staat. Dus wat wil jij?”
Eigen regie
Tot dat moment had ik amper gedachten besteed aan een eventuele langere periode in de deeltijd. Ik negeerde het feit dat het einde steeds dichterbij kwam liever, zoals ik alles wat ik moeilijk vind het liefste negeer. Daar werd op een regenachtige dag in oktober echter abrupt een stokje voor gestoken. Ineens kreeg ik de regie over mijn eigen leven terug. En dat was wel weer even wennen. Doodsbang om een verkeerde beslissing te nemen, overpeinsde ik de dagen daarna de voor- en nadelen.
Voor: meer tijd om aan mijn nieuwe lichaam te wennen, mijn hersenkronkels beter in kaart te brengen en opnieuw te leren eten. Plus, en dat was waarschijnlijk het belangrijkste voordeel, een maand langer de bevelen van anderen opvolgen in plaats van mijn eigen keuzes te maken. Een aantrekkelijk aanbod als je nog niet helemaal zeker weet of je al dat eten nou wel zo succesvol vindt.
Maar er zijn ook minpunten. Tegen: de constante toestromen van nieuwelingen begint me zo langzamerhand enigszins te irriteren. Want iedereen stelt dezelfde vragen – “waarom moet ik boter op mijn brood? Mag ik echt geen kapje eten? Waarom zou je appeltaart eten als je ook een boterham kan kiezen?” – en heeft dezelfde angsten en waanideeën – “Ik heb geen eetstoornis, ik houd gewoon niet van eten. Twee uur per dag sporten hoort bij mij. Dit menu is misschien geschikt voor andere mensen, maar voor mij is het echt teveel. Want ik ben anders.”
Zijwieltjes
De waarheid is natuurlijk dat iedereen denkt dat hij anders is. Om er vervolgens na een paar maanden achter te komen dat er van die gedachte weinig klopt. Dat weet ik, want ik heb hetzelfde gedaan. En hoewel iedereen de tijd en ruimte moet krijgen om weer exact dezelfde punten aan te snijden; ik ben er eigenlijk wel over uitgepraat. En hoewel ik het doodeng vind, is het ook wel weer mijn eigen keuzes te maken. Ik ben per slot van rekening 30, geen 6.
Hoeveel ik ook wik en weeg, ik kom er niet uit. Dus besluit ik maar gewoon om verlenging te vragen en te zien wat er gebeurt. Dat antwoord komt snel: ik krijg geen verlenging, over een maandje ben ik klaar. Omdat ze denken dat ik er aan toe ben. Ik, onlangs het laatste restje ondergewicht, weer zelf moet gaan beslissen. En voldoende heb laten zien dat ik het kan. Dat denk ik ook, maar het blijft spannend. Nog vier weken en dan gaan de zijwieltjes er weer af. “Kijk eens mama, zonder handjes”.