De kersverse voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker deed op 22 oktober een opvallende uitspraak. ‘Er komt geen geschillenregeling in het vrijhandelsverdrag als Frans er niet mee akkoord gaat’. Juncker vervolgde over Frans: ‘Media bestempelden hem als mijn rechterhand. Ik hoop dat hij af en toe ook mijn linkerhand zal zijn’. Het zal de lezer niet ontgaan zijn dat de Frans in kwestie onze afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans is. Als eerste vicevoorzitter en behept met een ruime mate van politiek fingerspitzengefühl lijkt hij bij uitstek in staat Brusselse ontwikkelingen naar zijn hand te zetten.
De nieuwe commissievoorzitter refereerde met zijn opmerkingen aan de controversiële TTIP-onderhandelingen tussen de VS en de Europese Commissie. Het doel van het Transatlantic Trade and Investment Partnership is helder: het creëren van een gigantische Atlantische vrijhandelszone. Voorstanders als Timmermans’ voormalig collega Lilianne Ploumen (minister van Handel, PvdA) beweren dat TTIP alleen maar winnaars zal kennen. Het zou namelijk leiden tot minder regels voor de Nederlandse burger, goedkope producten voor de consument en een groeiende werkgelegenheid.
Een groeiende groep Europeanen verzet zich echter terecht tegen TTIP. Hiervoor zijn een aantal goede redenen. Als eerste vinden de onderhandelingen achter gesloten deur plaats. Parlementariërs en het Europese maatschappelijke middenveld hebben zo beperkte invloed. Het bedrijfsleven daarentegen krijgt wel alle ruimte voor input. De informatie die wel naar buiten komt, stemt niet hoopvol. Vrijhandel vereist vergaande harmonisatie van wet- en regelgeving. Het lijkt er echter op dat TTIP strenge Europese regelgeving wat betreft milieu en privacy zal afzwakken: Amerikaans hormoonvlees zou zo via een omweg in de Europese schappen kunnen komen.
Daarnaast lijkt Ploumen, hoewel toch ook minister van Ontwikkelingssamenwerking, in haar enthousiasme voor haar (VVD) agenda van handel een ander bezwaar te vergeten. Zelfs als het in het Nederlandse of Europese belang zou zijn kan TTIP wel eens het wel eens erg negatieve gevolgen kunnen hebben voor opkomende landen. Deze landen hebben nu nog de mogelijkheid via de WTO te onderhandelen, maar een gigantische Atlantische vrijhandelszone zal de WTO buitenspel zetten en zo de onderhandelingspositie van de ontwikkelende wereld danig verzwakken.
Ook zou het verdrag, ondanks enkele vage beloften van de nieuwe commissievoorzitter, weleens een investeringsarbitrage Investor-State Dispute Settlement (ISDS) kunnen bevatten. Deze regeling behelst het optuigen van een parallel rechtssysteem, waarin multinationals compensatie kunnen eisen voor (EU-) regels die hun winst mogelijk beperken. Zulke arbitrage tast de slagkracht van democratisch verkozen overheden aan, ten voordele van het grootkapitaal. Tot slot lijkt het opofferen van bovengenoemde verworvenheden maar zeer beperkte voordelen op te leveren. Hoewel voorstanders gouden bergen beloven, moeten ook zij toegeven dat de baten van de nieuwe handelszone hoogst onzeker zijn. Ergens in de verre toekomst (2027) zou volgens de modellen het Nederland 0,5% groei en de 10.000 extra banen opleveren. Is dit de uitholling van onze democratie en de verzwakking van waardevolle bescherming van mens en milieu waard? Mij lijkt van niet.
Ondanks de evidente nadelen die aan TTIP kleven ben ik somber gestemd over de kansen het te stoppen, de gevestigde commerciële belangen lijken te groot. Toch geven de woorden van Juncker hoop. Zou het kunnen zijn dat ónze Frans met zijn (linker)vuist op tafel slaat als TTIP inderdaad het gevreesde verdragsrechtelijke gedrocht blijkt te zijn? Zou hij in Europa over het kortzichtige beleid van de Nederlandse regering heen kunnen stappen?
Kom op Frans, je kunt het!