Column

Fretz reageert op Spunk: Beste Doortje

09-08-2013 17:36

Dat zelfs kijken naar een jonge vrouw in Amsterdam geen ongevaarlijke exercitie meer is, leerde ik vandaag door het lezen van jouw stuk. Op Spunk maak je me hartstochtelijk met de grond gelijk. Terwijl het nog zo mooi begon. Het was een prachtige zomerdag, zorgeloos reed ik door die lange Kinkerstraat toen je me aan de andere kant van de trambaan opeens tegemoet reed. Ik keek in je ogen en dacht: haar heb ik eerder gezien. Jij keek nog even verdwaasd om, maar ik was je al weer voorbij gefietst. Wie je was kon ik door mijn milde vorm van Korsakov destijds niet meer achterhalen, maar dankzij je stuk wist ik het opeens weer: je was de +1 van een vriend van mij tijdens het laatste Boekenbal.

Waar een blikwisseling al niet toe kan leiden. Je hebt veel tijd gestoken in het research voor je stuk, dat mag gezegd worden. Ik op mijn beurt heb wat vluchtiger onderzoek gedaan en weet dus slechts dat je jezelf beschrijft als iemand met ‘sprankeloogjes’, die kiest voor ‘avant-garde’ en altijd bezig is met filosoferen. Leuk. Sta me dan nu alsjeblieft toe te reageren op je stuk.

Over Almere heb ik het inderdaad vaak. Het is nog al wat daar vandaan te komen. Mij was het niet gegeven om net als jij mijn pubertijd te beleven aan het sprankelende Barleus en midden in dwars, literair en wonderschoon Amsterdam op te groeien. Als eenvoudige polderjongen uit een stad die veelvuldig wordt onder gezeken  – zowel door het Amsterdamse volk als door ondergetekende – kon ik slechts dromen van een leven in de hoofdstad. Ik gun je met terugwerkende kracht trouwens wel een paar jeugdige jaren in Almere: ik zweer het je Doortje, het is een les in nederigheid. In een fantasieloze stad word je gedwongen je eigen verbeeldingskracht te gebruiken. Ook ga je er veel doen tegen de verveling. Schrijven, zingen, spelen en dromen over een grootse toekomst.

En die dingen blijf je wellicht de rest van je leven doen. Ik maak veel. Heel veel. Ik zou gerust kunnen zeggen: te veel, maar anderzijds: het is 2013, we kunnen alles delen op allerlei podia en het mooie daarvan is dat je weliswaar een hoop bagger spuwt, maar er vervolgens de juweeltjes tussen uit kunt halen die je dan gebruikt voor je boeken en voorstellingen. Aan het stuk te zien heb je tijdens je tijdrovende onderzoek niet mijn boek gelezen of de voorstelling bezocht, maar het staat je uiteraard vrij om uit mijn eindeloze stroom gedachten, schrijfsels en grappenmakerij, het allerslechtste repertoire te kiezen ter ondersteuning van je artikel. Dat is een consequentie die ik als een man zal dragen, ik ben het immers die in principe alles deelt dat in me opkomt. Alleen waarom zou je je na zo’n blikwisseling aan die kwelling onderwerpen? Volg liever iemand die je bewondert, ik kan uit ervaring zeggen dat je daar een gelukkiger mens van wordt.

‘Naast columns, schrijft Fretz ook boeken, althans hij heeft er 1 geschreven’. Dat klopt. Het begint meestal met een debuut, daarna volgt er in sommige gevallen meer. Of ken jij schrijvers die begonnen zijn met tien boeken? Dat ik al weet waar mijn volgende boek over gaat voordat het af is, vind je ook vreemd. Uit betrouwbare bronnen weet ik dat je je graag, hoe zeg ik dat, omringt met schrijvers. Ik zou zeggen: vraag hen eens hoe ze werken. Ik vrees dat je zult ontdekken dat ik niet de enige schrijver ben die weet waar zijn boek over gaat voordat het af is en dat reeds naar buiten brengt.

Wel kan er onderweg inderdaad van alles gebeuren: zo zal ik waarschijnlijk nooit premier worden of zelfs maar op het stembiljet staan, dat weet ik inmiddels zelf ook. Maar het was dan ook meer een droom dan een plan. Ach: ik maak me geen illusies, maar verbeeld me wel van alles. Dat zal wel met Almere te maken hebben. Wist je al dat ik daar vandaan kwam trouwens? Dat is zo: ik kom uit Almere. At ik maar wat vaker Turkse pizza, liep ik maar wat vaker hard om het er weer af te rennen, daar zou mijn vriendin ook blij mee zijn.

Ik maak er een goede sport van om juist die mensen die me kritisch en hard benaderen, uit te nodigen voor een dialoog, ze mijn boek toe te sturen of ze vrijkaarten aan te bieden voor mijn theatervoorstelling. Het levert soms een interessante ontmoeting op. Maar laten we eerlijk zijn, in dit geval kan ik mezelf de afgang beter besparen. Jij zult mijn werk onveranderlijk en bij voorbaat blijven haten, daar kan ik nooit meer tegenop spelen, schrijven of zingen en toch zal ik inderdaad doorgaan met wat ik doe, omdat ik geloof in de dingen die ik maak. Maar mocht ik het mis hebben, je zegt ergens immers ook dat je graag schrijft over voorstellingen waar je zelf nooit naar toe zou gaan: zondagavond 21.00 uur, in de Juliet, op Lowlands. Anders zullen we elkaar vast weer treffen op het Boekenbal, je schrijft inmiddels ook dat je ‘altijd overal bent waar de champagne is’. Ik zal je de hand schudden, het zal allemaal meevallen. Bovendien ben ik het door de progressie van de Korsakov tegen die tijd toch allemaal weer vergeten. Maar als je ook dan weer zult vinden dat ik je te lang aankijk, zou deze totaal conformistische sufkut (dat vond ik de leukste sneer trouwens) bij voorbaat alvast willen zeggen: ik maak zelf wel uit hoe lang ik naar je kijk.

Alle liefs,

Johan
PS: ik kom uit Almere.