Op het einde van deze zomer passeerde er een tweedaags DJ-festival in onze buurt, in vogelvlucht zo’n twee kilometer ver. Toevallig waren we buiten in de tuin met vrienden: onze haren stonden letterlijk recht van het lawaai. Vooral de zware bassen, dat werkt op de duur op je systeem, alsof je gaat uiteen rammelen. Tot drie uur in de nacht ging dat door, af en toe ook met pieken: DJ’s gaan periodiek boven de toegelaten geluidsgrens van 100 decibel om er eens een flinke klap op te geven, zoals dat heet.
Dat is wettelijk ook toegelaten, want de waarden worden gemiddeld gemeten over een uur. Volgens medische normen is 100dBA (het geluid van een straaljager op korte afstand) echter het niveau waarop onherroepelijke gehoorschade ontstaat: één op de vier jongeren keert terug van een popfestival met blijvende gehoorschade.
Een beschadiging van het gehoor uit zich aanvankelijk als oorsuizen (tinnitus), als een druk- of pijngevoel in het oor of als een verminderd gehoor. Meestal treden die verschijnselen zo onduidelijk en zo geleidelijk op, dat men de beschadiging niet opmerkt. Het is pas na jaren dat men de werkelijke schade kan vaststellen.
Voor elk boerengat dat zo’n DJ-festival wil organiseren: dit is dus pure waanzin. Ik probeer hier als klassiekliefhebber dan nog mijn eigen muzikale smaak er buiten te houden, door me niét af te vragen wat er zo boeiend is aan iemand die van op een podium enkel schijven staat te draaien.
Je zal je kind maar naar de muziekschool sturen, drie uur per week, waar het met vallen en opstaan een instrument leert beheersen, om het dan tegen de puberteit te horen zeggen dat zo’n DJ toch veel cooler oogt.
Neen, ik vraag me enkel af wat de zin is van zo’n decibelorgie waar oordopjes worden uitgedeeld teneinde de schade te beperken. Kan die knop echt niet wat stiller gedraaid worden zodat die oordopjes niet hoeven? Een duidelijk antwoord kwam van het gemeentebestuur van Overijse, waar ik het probleem voorlegde: “Ach mijnheer, we moeten met onze tijd meegaan”.
Ziezo, die zat. Het was de Zeitgeist verdorie, waar ik geen rekening mee gehouden had! Gezondheid, cultuur, kwaliteit, dat is toch allemaal larie en apekool: dit is wat de jeugd wil, en dat is onze toekomst. Wie daarin niet meegaat, overleeft zichzelf en is, nu ja, rijp voor de ouderenzorg of misschien wel euthanasie. Dat noopt een filosoof als ondergetekende tot enkele mijmeringen over conformisme, mainstream-denken en de geschiedenis als overlevingsspektakel.
De Duitse filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770 – 1831), waaraan ik mijn licentiaatsscriptie wijdde, zag de geschiedenis als een voortdurende wording van waarheid. Wat gisteren nog fout was, is het vandaag niet meer, en omgekeerd. Ideeën die ontstaan en zich handhaven –of laten we maar zeggen: voldoende gepromoot worden- krijgen draagvlak, geldigheid en verdringen andere. De meerderheid bepaalt vandaag alles, leven de democratie.
Een boeiende en tegelijk gevaarlijke visie, dat historisch fatalisme, dat uiteindelijk alles verrechtvaardigt wat zich in het menselijk universum voordoet: het zou allemaal een noodzakelijk moment zijn van die grote stroom, op weg naar de finale waarheid.
Deze alles ist gut-theorie (dat is ook de naam van het derde album van de Duitse elektropunkband D.A.F.) vinden we nu op een vreemde manier bevestigd in de goedzakkigheid van dorpspolitici (in dit geval een samenraapsel van CD&V, N-VA en nog wat druiventelers, dus allerminst een revolutionair gezelschap) die stemmen ruiken en hun broek afdoen voor randdebiele massaevenementen.
Enfin, democratisch gezien heb ik geen poot om te staan: er waren naar verluidt enkele duizenden oordopjes naar dat festival afgezakt, en dat op zich doet de oorhaartjes trillen van elke rechtgeaarde politicus. De rekenkunde van deze lui is simpel: het segment van 18-25-jarigen is de primaire doelgroep. Ze zullen nog het langste leven, ze bepalen de agenda’s van morgen, en ze zijn tegelijk het meest beïnvloedbaar. Het is exact dezelfde redenering die de doorsnee-marketeer erop nahoudt.
En zo zijn we bij de kern van deze Hegeliaanse dorpskomedie aangekomen: de politiek voegt zich steeds meer naar de wetten van de markt en telt de koppen. Het is al een tijdje aan de gang, maar het proces belandt in een stroomversnelling omdat het politiek debat zienderogen vervaagt ten voordele van een peilingendictatuur.
Via Facebook, Twitter en andere sociale media kruipt dit populisme voort. Behekst zijn ze, die politici, door dat getwitter. Ik ken er geen enkele die zegt dat hij of zij ervoor bedankt. Terwijl zo’n 140-tekens-medium gewoon nergens op slaat. Heb het een paar keer geprobeerd: dit medium is niet geschikt voor een politiek debat, erger nog: het herformuleert de regels van dat debat en creëert een onelinercultuur waar geen enkele plaats meer is voor nuance of verdieping.
Maar goed, dat DJ-fenomeen dus, en de decibellawines. Iemand moet ook eens zeggen dat het de verkeerde richting uitgaat, punt andere lijn. Dat uitvindingen gewoon niet deugen en dat sommige fenomenen dringend onthyped moeten worden.
Stop de lawaai-religie, stuur de DJ’s en hun trommelvliesvergruizers uit wandelen. Waarschuw voor de gemakkelijkheidscultuur van de Johnny’s en het disco-universum waar muziek enkel nog passief beleefd wordt. Moedig kinderen aan om actief te musiceren en zich in te spannen voor een resultaat. Gaan we niet met onze tijd mee, dan is het maar tegen de stroom in. Worden we voor ouderwetse zakken versleten, we zullen het als een geuzennaam aannemen.
Unzeitgemäss, fuck de tijdsgeest. De vrees om die tijdsgeest te rateren en hypes te missen, leidt tot een modernistisch conformisme, een macabere aanpassingsdwang waar vooral marketeers handig op inspelen.
Zo doet iedereen steeds meer wat de andere doet. Vergeet het individualisme: ik zie steeds meer tekenen dat het individu verdwijnt, opgaat in een massacultuur van de imitatie, de pseudobehoeften en de selffullfilling prophecies.
In de media aangekondigde trends wórden dat ook, onder het motto: ‘Zorg dat je erbij bent’. Uiteindelijk zorgt dit ook voor een neerwaartse spiraal in het onderwijs, waar de dictatuur van de middelmaat heerst of, erger nog, waar men aangemoedigd wordt om kwalitatief op de ondergrens te vegeteren. Door leerkrachten die in hetzelfde bad zijn groot geworden en ook niet meer beter weten.
Ik zal nog één keer filosofisch worden en het als amateurmuzikant over zintuigen hebben. Waar en hoe is muziek lawaai geworden? Hebben de DJ-manie en de decibelcultuur fascistoide randjes? Het feit dat zoveel jonge mensen in dit DJ-tijdperk met aan flarden gespeelde trommelvliezen rondlopen, vind ik onrustwekkend. Het is niet zomaar een medisch probleem, het is een cultureel defect.
In de alles overweldigende beeldcultuur is het nodig dat andere zintuigen –het horen, ruiken, voelen, smaken- het af en toe overnemen, een waakhondfunctie vervullen en ons toelaten om andere informatie te verzamelen dan deze waar de beeldcultuur toe leidt. DJ’s zijn niet zomaar entertainers, het zijn kleine Hitlers, postmoderne agitatoren met een destructieve agenda. Is het daarom dat de politiek hen geen duimbreed in de weg legt?
Het wordt tijd dat kunstenaars in het verweer gaan en een lans breken voor nieuwe zintuiglijkheid. Volkseducatie, jawel, te beginnen met simpele oefeningen. Sluit op straat, in de trein of op de tram, of gewoon thuis, eens de ogen en luister. Je ontdekt andere dingen die compleet onzichtbaar als ‘ruis’ lagen verscholen in de spectaculaire overdosis van visuele prikkels. Het is misschien veelzeggend dat de beeldcultuur juist de afstomping van het gehoor promoot, en zo die waakhondfunctie uitschakelt, voor goed.
En dan is er nog datgene wat steeds minder ervaren wordt, en zoveel meer is dan de afwezigheid van geluid: stilte.