Hoe democratisch zijn eigenlijk de opvattingen van het Forum voor Democratie? U weet wel, die nieuwe partij die, voortvloeiend uit de onvrede over het gedoe met het Oekraïnereferendum, per 15 maart met twee zetels in de kamer is gekomen. Waar het de twee andere initiatiefnemers van het referendum, Jan ‘matrozenpet’ Roos voor VNL, en Jan ‘stemkastje’ Dijkgraaf voor GeenPeil, niet is gelukt het Binnenhof binnen te dringen, is dit het komische duo Thiery Baudet & Theo Hiddema wel gelukt.
Baudet is sinds 15 maart vooral in het nieuws gekomen door gezeur over zijn plaats in de Kamer en de omvang van zijn werkkamer. De laatste moet voor hem berekend zijn op zijn piano die intussen even onafscheidelijk met hem verbonden is als zijn trui met PvdA-voorzitter Hans Spekman; wie ‘Baudet’ op Google intypt krijgt als suggestie voor een tweede zoekterm direct het woord ‘piano’ – wie van beiden is hier overigens meer elite, een Thierry of een Hans? Ook advocaat Hiddema lijkt mij niet echt van de straat.
En over zijn Kamerzetel is Baudet ontevreden omdat hij helemaal uiterst rechts op de achterste rij achter de PVV is beland, terwijl hij zijn Forum toch echt als ‘middenpartij’ beschouwt. Daar moet zijn enige fractiegenoot anders over denken, want Hiddema liet en laat juist regelmatig zijn sympathie voor de Wildersbende blijken. Dat begint dus al leuk: zijn ze zelfs met z’n tweeën op dit punt niet tot het uitdragen van een heldere lijn in staat. Een béétje fractiediscipline is ook niet gek.
Hebben zij hier per abuis het stemkastjesprincipe van GeenPeil geïntroduceerd? Dat doet denken aan de oude CHU, waarop ook vaak geen peil – zonder hoofdletters – te trekken viel: bij menige stemming was de ene helft tegen en de andere helft voor, dus voor elke kiezer wat wils. Of vat Baudet het begrip ‘midden’ op zoals Janmaat dat indertijd deed toen hij zijn partij als ‘Centrum-democraten’ betitelde?
Tot een demonstratieve actie als van DENK, waarvan de drie parlementariërs uit protest tegen de hen toegewezen plaatsen bij de eerste zitting van het nieuwe parlement bleven staan, waren Thierry & Theo echter niet bereid. Zelfs het verkeerde pluche blijkt toch best lekker te zitten.
In elk geval moest Baudet in zijn eerste parlementaire Volkskrant-interview al heel wat eerdere boute en met veel bravoure gedane uitspraken recht te zetten, over de juiste omgang met vrouwen en homeopathische bevolkingsverdunning. Het resulteerde vooral in homeopathisch verdunde uitspraken, die uitspraken dat al die eerdere uitspraken niet zo waren bedoeld – wat dat betreft begint hij al een echte politicus te worden. Tot zijn eigen verrassing bleek het Binnenhof ook een minder een gesloten kartel dan hij altijd had beweerd: hij werd ‘heel keurig en positief’ door zijn tegenstanders onthaald.
Maar nu terug naar de vraag van het begin: hoe democratisch zijn eigenlijk de opvattingen van het Forum voor Democratie? De eerste serieuze bijdrage betreft namelijk haar advies voor de formatie. En dat advies mag, in het licht van de centrale aanklacht van deze partij dat de politiek geen boodschap heeft aan de stem van de burgers, een zeer merkwaardig heten: formeer een zakenkabinet van deskundigen, van ‘gekwalificeerde apolitieke mensen uit de samenleving’.
Ik ben na alle onwaarschijnlijkheden van de afgelopen jaren niet snel meer verbaasd, maar nu was ik het toch wel. Want een zakenkabinet van deskundigen betekent dat de stem van de kiezer dus volledig wordt genegeerd. Behalve dat dit een soort van apolitieke ‘neutraliteit’ suggereert – wijze mannen die aan de hand van ‘objectieve’ criteria beslissen wat ‘het beste’ is voor ons land – betekent dit ook dat de kiezer dus niets over de samenstelling van het kabinet te zeggen heeft.
Over het eerste, die voor objectiviteit versleten apolitieke ‘neutraliteit’ heb ik in mijn vorige column al de staf gebroken, naar aanleiding van de technocratische kijk op de politiek van D66, de elite-partij bij uitstek. Laat ik nu juist denken dat Baudet wilde doen wat Pechtold en de zijnen al vijftig jaar zouden hebben nagelaten: een stem geven aan ‘het volk’.
Dan moet je niet zo beginnen, door te bepleiten om straks uit de hoge hoed ‘deskundigen’ te toveren die niemand heeft gekozen. Want dat is, bij alle kritiek die erop mogelijk is, natuurlijk in de huidige praktijk nog tenminste wèl het geval. Vaak is bij de grotere partijen al duidelijk wie potentieel ministerskandidaat zijn en voor het premierschap waren dat alle lijsttrekkers van VVD, PvdA, PVV, SP, CDA, D66 en GL zelfs uitdrukkelijk zelf. Wie Rutte koos wist: dat is de kandidaat minister-president en dat gold ook voor Buma of Asscher. Ook zullen veel van de toekomstige ministers nu al gekozen Kamerleden zijn.
Want betekent Baudets voorstel ook het einde van de ‘gekozen’ minister-president? Dan zijn we terug in de hoogtijdagen van de KVP, die ook pas ná de verkiezingen haar kandidaat-functionaris onthulde (of bedacht).
Een zakenkabinet van ‘gekwalificeerde politieke mensen uit de samenleving’ betekent uit democratisch oogpunt een complete black box. Waarom nog verkiezingen houden als die er voor de samenstelling van het kabinet kennelijk niet toedoen? Als ook de krachtsverhoudingen waarin die resulteren geen gevolgen hebben voor de verdeling van de ministersposten? Alsof je om succesvol minister te zijn niet ook een bekwaam politicus moet zijn – denk aan de deskundigen van buiten die juist om die reden vroeger in Den Haag zijn mislukt.
Of heeft Baudet zelf een oog op het Torentje laten vallen en ziet hij dit als enige toegangsweg? Hij schijnt zichzelf immers als redder des vaderlands uit Europa’s klauwen te beschouwen. In elk geval zou zijn piano er moeiteloos in passen.