Geef Jan Pronk een hengel

29-05-2013 13:00

Denkend aan Jan Pronk, zie ik het grote gelijk door oneindig laagland stromen. In zijn pathetische brief aan Hans Spekman bokt hij er lekker op los. Je ziet een man aan een notenhouten tafel zitten. Zijn ganzenveer gedoopt in azijn. Naast hem staat zijn slangenleren aktetas. Onder tafel liggen de arme kindjes uit de Sahel. Af en toe gooit hij ze een stuk uitgekauwd brood toe.

Pronk was van het geven. Zonder voorwaarde. Dat ontwikkelingshulp niet heeft gebracht wat het zou moeten brengen, ontgaat hem. Vele decennia Pronkistische hulp hebben de Afrikanen niet rijker gemaakt. Sterker nog: ze zijn lui geworden, zegt bijvoorbeeld Dambiso Moyo, die er een prachtig boek over schreef. Haar stelling: hulpgelden maken de Afrikanen alleen maar luier.

Of dat zo is, kan ik niet beoordelen. Dat je de Derde Wereld op een andere manier moet helpen, lijkt me echter evident.

Symboliek

Het is de discussie over hengels en vissen. Jan Pronk was iemand die vissen uitdeelde, terwijl hij hengels had moeten sturen, zodat de mensen zelf vis kunnen vangen. Maar wat belangrijker is: waarom heeft Jan Pronk nooit luidkeels geopperd voor het afbreken van allerlei tolmuren die Europa optrekt om haar eigen landbouw te beschermen? Daar heeft Afrika namelijk veel meer last van.

Het is vooral symboliek. Het gaat niet om effectiviteit. Niet om feiten. Maar om gevoel In zijn brief gebruikt hij ook de hele tijd woorden als: ‘Dit ruikt naar’ of ‘dit voelt als’.

Ideale PvdA’er

Edoch. Pronk zat wel altijd vol energie, vol passie. Dat is ook wat waard. Hij was de man die ons schuldgevoel wegpoetste. Eens in de zoveel tijd zag je hem op televisie in zo’n survival-vestje met van die makkelijke zakken overal. Boven zijn moeilijk kijkende tronie prijkte een helblauwe VN-helm, die altijd iets te groot leek. Een soort Kuifje in Afrika. Hij ging ons geld daar uitdelen. Heerlijk.

Pronk deed alles met 200 procent toewijding. Altijd gedreven. Altijd serieus. ‘Kunnen ze ook met u lachen?’, vroeg een journalist ooit. Het was even stil. Lachen? ‘Nee. Daar ben ik niet van.’
Even later: ‘Als iemand een grap maakt, snap ik het vaak ook niet.’
Tja. Ideale PvdA’er zou je zeggen.

Het geweten van Nederland

En toch. Jan Pronk. Het geweten van Nederland. De PvdA heeft hem nodig, zoals het voetbal een Mark van Bommel nodig heeft. Ze klagen. Ze hakken en zagen. Maar ze hebben wel een passie die aanstekelijk is. En ze corrigeren al die rechtse figuren, zoals ik, een beetje. En dat is ook van waarde.

Marcel Duyvestijn behoort overigens zelf tot de allerarmsten. Een beetje ontwikkelingshulp zou niet gek zijn. Dus als u nog een baan (of een stukkie brood) voor hem heeft… Hans Spekman heeft zijn nummer. www.liefdevollid.nl