Leden van de Tweede Kamer hebben in februari meer dan 150 euro van hun maandsalaris ingeleverd. Dat is opmerkelijk, want zoveel is hun loon niet gestegen de afgelopen. De wachtgeldregeling is óók niet meer van deze tijd: Kamerleden horen meer te verdienen en ex-Kamerleden veel minder.
Het salaris van Kamerleden is sinds de eeuwwisseling veel minder snel gegroeid dan dat van de rest van Nederland. De werkelijke brutoloonstijging van werkende Nederlanders is sinds 1999 maar liefst 34% geweest en de CAO-lonen stegen met 27%.
De Kamerleden verdienden in 1999 nog 160.000 gulden bruto per jaar (72.600 euro), afgelopen jaar was dat een bedrag van 87.600 euro: een stijging van ongeveer 21%. Politici gingen er meer dan tien procent minder op vooruit sinds 1999, dan de gemiddelde werkende Nederlander.
Sterker nog: in februari leverde de Kamerleden 170 euro in. Dat is op een totaal van 7300 euro meer dan 2,3%. Terwijl de CAO-lonen het afgelopen jaar met meer dan 1,6 procent stegen. Er wordt dus flink genivelleerd tussen bestuurder en bestuurde.
Ook Kees van Lede (commissaris bij onder meer Heineken, Sara Lee en de DNB) deelt deze mening; we houden anders alleen maar vijven en zessen over die de politiek, zo stelt hij.
Politici verdienen niet alleen te weinig, het systeem van beloning voor ex-politici werkt ook niet. Dat verzin ik niet zelf, dat schreef hoogleraar staatsrecht Elzinga:
‘Op basis van de huidige wachtgeldvoorzieningen wordt op grote schaal strategisch geopereerd om als ex-bestuurder maximaal te kunnen scoren en dat alles ten laste van de overheidskassen, die zwaar zuchten onder het wachtgeldbeslag van oud-bestuurders.’
Denk aan de wethouder in Oldebroek die wachtgeld ontving na zijn ontslag wegens blootbeelden bekijken in de Bible-belt, de Utrechtse wethouder die op vakantie ging van belastinggeld en Hero Brinkman, die eerst ageerde tegen het wachtgeld en nu al meer dan een halve ton heeft opgestreken.
Staatssecretaris na staatssecretaris komt in opspraak, maar blijft zitten. Red het imago van de politiek door de politici die wel vertrekken niet meer te belonen met een grote zak belastinggeld.