Het politieke landschap in Nederland is een warboel. Peilingen zijn vloeibaar. Links en rechts zijn alom dood verklaard. En om de leegte te vullen, spugen semipublieke instellingen rapporten en persberichten uit over de mate waarin we gelukkig of ongelukkig zijn. Alsof dat in kantoorgebouwen kan worden berekend. Wie begrijpt er nog wat van? Waar kunnen we ons aan vasthouden? En toch. Zo ingewikkeld is het niet het onbehagen en de doemstemming te duiden.
Het volstaat bijna om de recente historie van die ene partij, de oer-Hollandse PvdA, onder de loep te nemen. Nog niet zo lang geleden stond die partij voor het verdedigen van het concept ‘verzorgingsstaat’. Ofwel: het bouwen aan een bastion, Nederland, waarbinnen de beter bedeelden via progressieve belastingschalen van harte bijdroegen aan het welzijn of, zo je wilt, het koest houden van de minder bedeelden. Solidariteit, noemden we dat. Het gaf een warm gevoel aan de rijken (‘wij dragen ons steentje bij’) en zorgde dat de minder fortuinlijke medemens ook waardig kon meedraaien in de samenleving. Beide groepen konden zich winnaar voelen. Hoewel niemand kan uitleggen waarom dat winnaargevoel nu minder belangrijk zou zijn (integendeel, het begrip ‘winnen’ is meer dan ooit vervlochten geraakt met ons persoonlijke geluk), is de PvdA, geholpen door andere partijen, hartstochtelijk gaan bouwen aan een land waar zoveel mogelijk verliezers werden gecreëerd. De staat trok zich terug. De burger werd een nummer. De nieuwe religie was Het Individu. En de bijbehorende rekenmethode: wat lever je onderaan de streep op? Gevolg? Iedereen ging iedereen afrekenen. Van een geruststellende ‘high trust’-samenleving werden we in snel tempo een chagrijnige ‘low trust’-samenleving.
Is het u ook opgevallen dat alles waar de PvdA ooit voor stond – gezamenlijkheid, solidariteit, een sterke staat, armoedebestrijding – inmiddels, mede dankzij de PvdA, in een kwade reuk is komen te staan? En dat degenen die consequent opkomen voor deze waarden als extreem of onrealistisch worden neergezet? De sociaaldemocraten laten hun agenda allang niet meer bepalen door hun kiezers, maar door het bedrijfsleven. Ooit gold de ‘BV Nederland’ als een rechtse ballenterm, maar anno nu is diezelfde ‘BV Nederland’ richtinggevend voor het handelen van de PvdA. Hun eigen kiezers zijn van later zorg, zo is tijdens Rutte II meer dan ooit gebleken (behalve in verkiezingstijd, natuurlijk).
In de PvdA heeft de teloorgang van onze waarden het hardst en het meest duidelijk toegeslagen. De partij heeft van de samenleving in enkele decennia een kille overlevingsmachine gemaakt. Of daar op zijn minst enthousiast aan meegewerkt. Grote groepen, ook jongeren, willen weer terug naar de menselijke waarden van de oorspronkelijke verzorgingsstaat. Zo’n verzorgingsstaat vereist grenzen. Organisatie. Leiding. Visie. De slogan van Trump, ‘Make America great again’, mag door critici als nationalistisch en nostalgisch worden gezien, daaronder zit een diep geworteld en ooit als progressief geldend verlangen naar gemeenschapszin en richting. Naar nieuwe verbondenheid. Trump alleen maar beschouwen als een rechtse houwdegen of seksistische griezel, is daarom kortzichtig.
De verdediging van de PvdA is altijd geweest dat de kanteling naar het marktdenken een noodzakelijke was. En dat het uiteindelijk, behalve goed voor hun eigen banenmachine, ook in het belang was van de achterban. Dit alles aangeblazen door stoere taal over ‘verantwoordelijkheid nemen’. Grote vraag: kopen de kiezers straks in 2017 die versie van de werkelijkheid? Of zal de PvdA genadeloos worden afgestraft voor het verraden van wat niet alleen hún idealen waren, maar die van bijna alle Nederlanders? Minder dan tien zetels bij de Kamerverkiezingen, zou een dodelijke injectie zijn. Ik zie die fatale naald liever vandaag dan morgen naar binnen gedrukt worden. Zodat we met frisse mensen en onder een andere banier kunnen starten aan de heropbouw van de verzorgingsstaat.
Uitgerekend de PvdA verspreidt nu het idee dat de klassieke verzorgingsstaat in een globaliserende wereld een gepasseerd station zou zijn (‘nostalgie!’ roepen ze vol minachting), maar u weet inmiddels net zo goed als ik: wat PvdA-ers zeggen, dient hun eigen carrière, niet hun kiezers.