Ayoub el Kahzzani, de man die vorige week vrijdag een aanslag wilde plegen in de Thalys van Amsterdam naar Parijs, was een erkende jihadist en waarschijnlijk een Syriëganger, die mogelijk actief is geweest in de Islamitische Staat. Hij was ook een bekende van de geheime diensten van Spanje, Frankrijk en België en had in ieder geval in dat laatste land contact met een actieve terroristische cel. Toch kon El Kahzzani ongehinderd met messen en munitie, een pistool en een semiautomatisch wapen in de trein stappen. We kunnen in elk station poortjes plaatsen, we kunnen in elke trein gewapende bewakers laten meerijden, we kunnen in elke straat militairen laten paraderen. Maar dat is allemaal niet nodig als geheime diensten in Europa beter hun werk zouden doen. Hun onderlinge wantrouwen frustreert de bestrijding van terroristen. Geheime diensten in Europa moeten eindelijk eens stoppen met elkaar bespioneren en beter gaan samenwerken. Daar ligt een mooie taak voor premier Rutte.
Dat El Kahzzani ongehinderd kon optreden is onbegrijpelijk, maar bepaald niet uniek. Op 26 juni werd bij de Franse stad Lyon een aanslag gepleegd op een gasfabriek en een man onthoofd. De dader was een bekende van de Franse geheime dienst. In februari vonden aanslagen plaats in Kopenhagen, de dader was meerdere keren opgepakt voor illegaal wapenbezit. Op 7 januari pleegden terroristen in Parijs een aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo, waarbij 12 doden en vele gewonden vielen. De daders waren al jarenlang bekenden van de Franse geheime dienst. De terrorist die in mei 2014 een aanslag pleegde op het Joodse museum in Brussel was bij de Fransen in beeld als Syriëganger, maar daar wisten de Belgen niets van. De man kon zonder problemen met een Kalasjnikov met de bus Amsterdam-Marseille reizen. De jihadist die in mei 2013 in Londen een Engelse militair vermoorde was eveneens een bekende van de geheime dienst.
Het is niet zo dat mensen op een dag besluiten om zomaar een aanslag te plegen. Terroristen maken eerst een proces door van radicalisering en bewegen zich veelal in salafistische netwerken. Geheime diensten in Europa hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd om deze netwerken in kaart te brengen en verdachte figuren in de gaten te houden. Deze jihadisten hebben vaak een crimineel verleden en zijn bekenden van politie en justitie, of hebben niet zelden psychische problemen en zijn in het vizier van de jeugdzorg of de geestelijke gezondheidszorg. In ons land werken dit soort organisaties steeds beter samen, onder meer via de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid). Maar dat heeft niet veel zin als die samenwerking ophoudt bij de grens. Een effectieve bestrijding van terrorisme begint altijd bij de geheime diensten. Die moeten stoppen met James Bondje spelen en samen onze vrijheid verdedigen.
In ons land lijkt de geheime dienst, die dit jaar 70 jaar bestaat, die omslag wel te hebben gemaakt. In 2002 werd de BVD vervangen door de AIVD, een dienst waarop ik vaak veel kritiek heb, maar die in vergelijking met de meeste collega-diensten veel opener is en ook veel meer bereid is om informatie te delen. Maar elders in Europa lijkt de Koude Oorlog nog lang niet voorbij. De Engelsen laten zich zonder gêne gebruiken door de Amerikanen, om te spioneren bij hun Europese buren. De Duitsers doen hetzelfde, zij het met wat meer gêne. De Fransen zullen geen aanmoedigingen uit Amerika nodig hebben om anderen te bespioneren. Daarbij geldt ook in Europa nog steeds het principe van ruilhandel, dat geheime diensten meer geneigd zijn om informatie te leveren aan diensten die daar informatie voor teruggeven. De aanslagen van de afgelopen jaren laten zien dat geheime diensten in Europa de samenwerking nog niet hebben gevonden. Sommige diensten lijken nog onvoldoende afscheid te hebben genomen van de Koude oorlog, terwijl we toch echt midden in een nieuwe strijd zitten, die we alleen gezamenlijk kunnen winnen.
Volgende week spreekt de Tweede Kamer over terrorisme. Daar mogen de ministers Asscher, Plasterk en Van der Steur eerst de oppositie bedanken dat wij de bezuinigingen op de AIVD ongedaan hebben gemaakt en nieuwe investeringen mogelijk hebben gemaakt. Daarna wil ik premier Rutte Europa insturen, om met de andere regeringsleiders afspraken te maken over betere samenwerking tussen onze geheime diensten. En te voorkomen dat we in de toekomst nog onnodig terroristen laten lopen.