Deze week bleek dat de kabinetspartijen PvdA en VVD vasthouden aan het coffeeshopbeleid. Dat is buitengewoon bekrompen en onverstandig. Wij vinden dat Amsterdam weer voorop moet durven lopen met het wietbeleid. Wat minister Opstelten daar ook van vindt. Burgemeester Van der Laan voelde zich geruime tijd blijkbaar door de minister gedwongen ook restrictief en repressief met cannabis om te gaan. De wietpas kwam er dan wel niet maar volgens de burgervader moest het aantal coffeeshops omlaag en moet het afstandscriterium -waardoor coffeeshops dicht bij scholen moeten sluiten- worden gehandhaafd. Tot ons genoegen lijkt er wat te veranderen in Amsterdam.
Van der Laan tekende onlangs het manifest Joint Regulation waarmee 41 burgemeesters minister Opstelten oproepen om zo snel mogelijk gereguleerde wietteelt toe te staan. Maar de steun aan het manifest is niet voldoende. Amsterdam moet nu haar eigen weg kiezen en wiet gaan telen voor de Amsterdamse coffeeshops. Het feit dat minister Opstelten niet geïnteresseerd is in redelijke argumenten moet Amsterdam er niet van weerhouden te doen wat verstandig is.
Het probleem is glashelder. Het verkopen van wiet mag, maar de teelt is bij wet verboden. Deze merkwaardige spagaat heeft negatieve gevolgen. Ten eerste helpt het voor de volksgezondheid niet dat er totaal geen zicht is op de sterkte, samenstelling en kwaliteit van de wiet. Niemand kan je in de shop vertellen of er bij de teelt chemische bestrijdingsmiddellijn zijn gebruikt of niet. Ook heeft de wiet nu vaak een zeer hoog THC gehalte. Daarnaast heeft het huidige systeem negatieve gevolgen voor de veiligheid in buurten en wijken omdat er in woningen en zolderkamers gekweekt wordt hetgeen regelmatig tot branden en/of overlast leidt. Volgens de Bond van Verzekeraars heeft 1 op de 4 branden in binnensteden te maken met de hennepteelt. `Ten derde wordt door de manier waarop het nu geregeld is een crimineel circuit in stand gehouden dat de opsporing van misdrijven eerder bemoeilijkt dan bevorderd. Er is een verregaande vermenging van boven- en onderwereld. Juist Amsterdam heeft veel last van wietgerelateerde criminaliteit. En dat legt nu een te grote last op de capaciteit van de politie. Volgens PvdA-burgemeester Depla van Heerlen wordt zelfs driekwart van de opsporingscapaciteit van de Nederlandse politie gebruikt voor drugsgerelateerde zaken. Minder illegale wietteelt betekent dus dat de politie zich meer kan richten op aanpakken van inbraken en geweldsmisdrijven.
De oplossing voor deze problemen is simpel. Net als Uruguay en bijvoorbeeld de Amerikaanse staat Colorado zouden we zo snel mogelijk tot legalisering van softdrugs over moeten gaan. Een belangrijke stap in die richting is dat gemeenten een kweker kunnen aanwijzen – of zelf opzetten – om de coffeeshops te bevoorraden. Of zoals het in Joint Regulation staat: ‘voer een landelijk stelsel in van gecertificeerde en gereguleerde cannabisteelt’. Gemeentelijke wietteelt dus, die streng gecontroleerd kan worden op gezondheid en kwaliteit. Kostbare politiecapaciteit is dan niet meer nodig voor opsporen van wietteelt.
Tot onze verbijstering houdt minister Opstelten zich Oost-Indisch doof voor de roep van al die gemeenten. Hij is niet van plan om het gesprek aan te gaan en houdt stoïcijns vast aan een papieren werkelijkheid.. Andere steden hebben besloten zelf verantwoordelijkheid te nemen voor meer veiligheid. Zo hebben Arnhem en Nijmegen aangekondigd zelf te gaan kweken en heeft de gemeente Utrecht een wietclub opgericht om teelt mogelijk te maken. Wat ons betreft voegt Amsterdam zich zo snel mogelijk in die rij van gemeenten. Dat betekent lokale, gereguleerde cannabisteelt gaan toestaan in Amsterdam. Juist in Amsterdam. Dat zorgt voor minder criminaliteit, een veiligere stad en gezondheidswinst. Dat is in het belang van alle Amsterdammers.