Onlangs schreef Rob Wijnberg op De Correspondent dat gemeenteraadsverkiezingen nergens op slaan. “Een verkeersheuvel is niet ideologisch” zo meent de filosoof. Dat is natuurlijk lariekoek. Gemeenteraadsverkiezingen zijn, net als Europese en nationale verkiezingen, verschrikkelijk ideologisch. Het gaat om het verdelen van schaarse middelen, van schaarse ruimte, van schaarse woningen. Hoe ideologisch kun je het krijgen?
Wijnberg schrijft:
“Gemeenteraadsverkiezingen gaan in hoofdzaak over dingen waar je eigenlijk helemaal niet filosofisch over van inzicht kan verschillen: de korting op je cultuurpas, de maaifrequentie van de berm, de voorrangssituatie op een kruispunt. Allemaal managementkwesties, geen politieke vraagstukken.”
Rob Wijnberg zit daar helemaal fout: Misschien dat bij De Correspondent iedereen hetzelfde denkt, maar dit is simpelweg niet waar. Korting met een cultuurpas is ideologie: is cultuur voor de rijken of voor iedereen? De maaifrequentie van een berm gaat over hoe je de openbare ruimte wil inrichten én over hoeveel stadsnatuur je wilt. Wil je een steriele stad of een stad mét leven in de berm? De voorrangssituatie op een kruispunt gaat ook over échte politieke keuzes: kies je voor de auto of de fiets? Ik weet niet wat Rob Wijnberg ideologisch vind, maar dit zijn wezenlijke politieke vragen.
Hier in Amsterdam zijn de gemeenteraadsverkiezingen bij uitstek ideologisch. D66 die de stad wil overgeven aan mensen die het al goed hebben, of linkse partijen die iedereen kansen willen geven. De VVD die middels cameratoezicht en preventief fouilleren graag onze kostbare privacy weggeeft voor schijnveiligheid. De PvdA die wil bouwen terwijl de ruimte in de stad zó schaars is.
Eerder is er het verwijt dat er een gebrek aan ideologie is. De PvdA zou voornamelijk bezig zijn met pluche plakken. D66 lijkt rechtsig, maar het is onduidelijk wat ze echt willen, behalve 100 miljoen aan ontslagvergoedingen voor ambtenaren reserveren. Maar dan nog: De ideologie zit er heus wel in bij die partijen. Weliswaar verborgen tussen jarenlange bestuurservaring met bijbehorende ideologische luiheid of verstopt ergens bij de kroonjuwelen achter een grote bel aan ongegeneerd intellectueel populisme. Maar het zit er wel.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn enorm ideologisch. De Correspondent maakt zelf gebruik van zo’n ideologische keuze: zij zetelen in A-lab, een gevolg van het beleid om oude panden niet af te breken, maar te transformeren tot iets nieuws. Net zo goed als de gemeenteraad ideologische keuzes maakt voor armoedebeleid of natuurbeheer, kan Rob Wijnberg in een pand zitten dat het gevolg is van ideologie.
De strijd tussen ideologieën betekent niet dat je niet samen een mooie stad kan maken. Sterker nog, verschillende partijen hebben de afgelopen jaren van Amsterdam een hele mooie stad gemaakt. En het kan nog veel mooier. Want er is teveel armoede, er is te weinig groen en teveel blik in de stad, de verduurzaming van energie gaat nog niet hard genoeg. Amsterdam kan, net als andere steden, morgen een ideologische politieke keuze maken. En dan kun je, met die verschillende ideeën, zorgen voor een betere stad. Dat is niet ideologieloos, dat is politiek.