Jos Hillen kreeg in vier jaar tijd bijna 1,4 miljoen euro van zijn voormalige werkgever Rijkswaterstaat. Deze consultant van Twijnstra Gudde werd door zijn oude vriendjes ingehuurd voor de aanleg van een ringweg rond Groningen. Minister Schultz van Haegen (VVD) heeft deze inhuur – ver boven de Balkenendenorm – niet aan de Tweede Kamer gemeld. Jos van Rey (VVD), Ton Hooijmaijers (VVD), Mark Verheijen (VVD), Berthold Ziengs (VVD), Sjoerd Swane (VVD), de lijst van foute bestuurders is lang. Oorsprong van dit soort corruptie is niet zelden de bouwwereld, die ondanks de onthullingen over de bouwfraude nog altijd een semi-criminele sector lijkt. Gesjoemel en gesjacher, het is schering en inslag. In de nationale, maar zeker ook in de lokale politiek.
“Niet alleen dat je je overal belachelijk hebt gemaakt, – nee, straks komt er nog een of andere vlegel, een of andere skribent die je in een toneelstuk te kijk zet en dat is het akeligste van alles! Je rang en je stand zal hij niet respekteren, iedereen zal erbij zitten gnuiven en in zijn handen klappen. O ja, en waar lachen jullie dan om? Om jezelf, jullie lachen dan jezelf uit!.. Ach wat, jullie!.. *Stampt woedend met zijn voet op de grond* Ik zou ze, al die papierverknoeiers! Bah, die branikerels, vervloekte liberalen, duivelsgebroed!”
Aan het woord is de belangrijkste bestuurder van een klein stadje in Rusland, in het toneelstuk ‘De Revisor’ (1836) van de Russische schrijver Nikolaj Gogol. Een tijdloos stuk, over hebzucht en ijdelheid in de lokale politiek. Het Nationale Toneel heeft een moderne versie gemaakt, door regisseur Theu Boermans vertaald van het Tsaristische Rusland van de negentiende eeuw naar het democratische Nederland van nu. Volgens recensent Peter Olsthoorn is het een ontzettend geestige en prikkelende voorstelling geworden.
Ik ga zondagmiddag kijken. Voorafgaand aan de voorstelling word ik geïnterviewd over corruptie en vriendjespolitiek. Omdat ik het initiatief heb genomen voor een Huis voor klokkenluiders, een wet waar de Eerste Kamer op dinsdag 9 februari haar goedkeuring aan moet geven. Maar ook omdat ik een groot liefhebber ben van Gogol. Weinig schrijvers zijn zo goed in staat om tegelijk de ijdelheid, maar ook de kwetsbaarheid van mensen te schetsen. Vooral de kleinheid en bekrompenheid van mensen die zich beroepen op hun intellectuele en morele verhevenheid.
Het verhaal is eenvoudig: het bericht van de komst van een controleur (revisor) leidt tot grote paniek, omdat in het door corruptie gedreven stadje elke bestuurder wel wat te verbergen heeft. Een vreemde bezoeker weigert zijn rekeningen te betalen en blijkt gevoelig voor omkoping – en wordt daarom aangezien voor de controleur. Iedere bestuurder in het stadje veegt zijn staatje schoon, waardoor alle misstanden op straat komen te liggen. En de vermeende ‘controleur’ een bevriende schrijver het materiaal kan sturen voor een mooi toneelstuk.
Ik denk niet dat Theu Boermans het land zal worden uitgezet, zoals destijds met Nikolaj Gogol gebeurde. Mijn ervaringen met klokkenluiders hebben mij echter wel geleerd dat ook in ons land mensen die corruptie of vriendjespolitiek melden het zwaar te verduren krijgen. Het Huis voor klokkenluiders moet in de toekomst mensen die een misstand melden beschermen, tegen uitsluiting en ontslag. Het moet ook onafhankelijk onderzoek mogelijk maken naar bestuurders die elkaar bevoordelen en zichzelf verrijken.
Gogol laat ook heel mooi zien hoe een corrupte mentaliteit ontstaat. Hoe een gesloten gemeenschap van bestuurders – een old boys network – onderling slecht gedrag vergoelijkt en elkaar bevestigt in hun dubbele moraal. Sociale mechanismen die hij zag in het Tsaristische Rusland, maar die evengoed in onze samenleving herkenbaar zijn. In de politieke satire van Gogol kaatst de oude bestuurder tegen het einde de bal terug, naar de jonge ‘liberalen’ die hem hebben ontmaskerd. Zij die hem zo uitlachen, lachen die niet ook om zichzelf?
De vele voorbeelden van corruptie in ons land laten zien dat de tijden nog niet zijn veranderd. En dat het nu juist opvallend veel liberalen zijn die in oude gewoonten vervallen.