De uit de hand gelopen demonstratie van ProPatria wordt een dag na de inzet van de ME veelal afgedaan als een clash tussen ‘gekkies’. Hoe verleidelijk (en makkelijk) dit ook moge zijn, het gaat totaal voorbij aan de open zenuw binnen de maatschappij. Namelijk dat het in Nederland mogelijk is dat een gewelddadige minderheid zijn zin krijgt en hiermee geweld legitimeert en normaliseert als onderdeel van de maatschappelijke discussie.
Laten we wel wezen, zwaaien met de Prinsenvlag is net zo provocerend als zwaaien met de Black Standard. De apologetische smoesjes die beide vlaggen omringen, zijn haast lachwekkend. Zo wordt de Black Standard al een kleine tien jaar volop gebruikt door extremistische organisaties zoals Al Kaida, Al-Shabaab, ISIS en Hizbul Islam. Ermee zwaaien, suggereert een zekere affiniteit met diezelfde organisaties. Hetzelfde geldt voor de Prinsenvlag. De Nederlandse vlag kent immers haar huidige kleuren doordat koningin Wilhelmina in 1937 juist afstand wilde doen van de door de NSB gekaapte vlag. Er vandaag mee zwaaien, suggereert een zekere affiniteit met de NSB. De apologetische argumenten doen denken aan het goedpraten van een hakenkruis omdat deze onderdeel zou zijn van de hindoeïstische cultuur: complete quatsch natuurlijk. Beide groepen zijn zich bewust van het gebruik en de sentimenten die de vlaggen oproepen. Zo mans zijn om er mee te zwaaien, is ook zo mans zijn dit op zijn minst toe te geven.
Desalniettemin zouden in een vrije samenleving deze beide vlaggen – hoe verwerpelijk het gedachtegoed erachter ook moge zijn – moeten kunnen wapperen. Mensen die problemen hebben met verwerpelijk gedachtegoed, hebben de facto ook een probleem met democratie. Toch is dit niet het allergrootste probleem.
Het grootste probleem is dat in Nederland ons politie- en justitieapparaat blijkbaar niet meer in staat is om zich een houding te geven wanneer verwerpelijke gedachtegoed zijn intrede maakt in de openbare ruimte. Zo meldde het OM dat het toch allemaal maar lastig was, de ISIS-aanhangers in de Schilderswijk die zich tijdens de vorige (en gedeeltelijk deze) manifestatie openlijk affilieerden aan een terroristische organisatie, en oproepen alle Joden uit te roeien. Toch twee strafbare feiten, zou je zo denken. Ten tweede weet de politie niet om te gaan met anti-democratische fanatiekelingen die journalisten belaagden en het nodig vonden de apparatuur hiervan te vernielen. Wederom toch weer twee strafbare feiten die in de openbare ruimte hebben plaatsgevonden.
Tenslotte is het bij de wilde spinnen af dat de politie zich genoodzaakt zag om de demonstratie om te leiden: een kleine gewelddadige groep jongeren zou zich ophouden en ‘hun wijk’ willen beschermen tegen, als we de filmpjes mogen geloven, ‘kankerjoden’. Het is opmerkelijk te noemen dat de politie hier geen rekening mee had gehouden, zeker na de oproepen om het internet die een ‘oorlog’ beloofde in de Schilderswijk. Het ging hier om een tegendemonstratie waar geen vergunning voor was verleend. Uiteraard dienen de agenten op dat moment te roeien met de riemen die zij hebben, en zit er op zo een moment niets anders op dan de demonstratie om te leiden – maar de wijk vroegtijdig verlaten zodat journalisten (waar toch onderhand wel van bekend is dat deze niet al te geliefd zijn in de wijk) vervolgens onbeveiligd voor de leeuwen te werpen is natuurlijk de zoveelste miskleun van de bovenste plank.
Geweld mag nooit een reden zijn om aan democratische rechten (zoals bijvoorbeeld het recht op demonstratie) te tornen. Hiervoor is juist soms geweld nodig, dat is precies de reden waarom de overheid via politie en defensie is uitgerust met een geweldsmonopolie. Juist om te voorkomen dat geweld een antwoord gaat worden voor burgers die menen hun rechten te halen (lees: hun zin kunnen doordrijven) via geweld, intimidatie en het bekogelen van tegenstanders en/of politie met stenen.
Zodra geweld gelegitimeerd gaat worden als onderdeel van de maatschappelijke discussie, waar openlijke demonstraties toch deel van uitmaken, dan zijn wij als liberale samenleving reddeloos verloren.