Column

500 meter sprinters zijn grotere winnaars dan 5 kilometer rijders

10-02-2014 17:18

Slechts drie vrouwen voltooiden dit jaar in wedstrijdverband een 10 kilometer op een ijsbaan. De Amerikaanse Melissa Dahlmann schaatste zaterdag – op het moment dat heel Nederland Sven toeschreeuwde – in Milwaulkee de snelste 10.000 meter van het seizoen. De Amerikaans voltooide haar 25 rondjes in 15 minuten en 58 seconden.

Maar wat niemand weet: op dit nummer is er ook Nederlands succes. De zilveren en bronzen tijd van dit seizoen gingen naar twéé jeugdige Nederlanders: Demi Vonk (17) en Madelon Reijne (18).

De junioren streden op 19 januari van dit jaar in Haarlem op deze niet-Olympische afstand. Ontzettend vervelend dat de 10 kilometer voor vrouwen geen Olympisch nummer is, want het had Nederland weer twéé medailles kunnen opleveren.

Weinig tegenstand

Laten we eerlijk zijn. Het gebrek aan mondiale belangstelling voor het langebaanschaatsen levert Nederland veel eremetaal op. Het podium van de 5 kilometer bij de mannen werd geheel gevuld met Nederlanders. De kans dat je een medaille wint op de 5 kilometer is tegenwoordig een stuk groter dan het winnen dan de Lotto.

Om precies te zijn: meer dan één op de duizend. Bij de tien kilometer is de kans op het veroveren van blinkmetaal nog veel omvangrijker. Ongeveer twee keer zo groot.

Hoogbejaard

De 10 kilometer werd dit jaar wereldwijd door maar 619 mannen uitgereden, onder meer door de hoogbejaarde Fin Martti Kuosmanen die de afstand in een tijd van 29.26 minuten volbracht. Ruim twéé keer de tijd die Sven Kramer normaal gebruikt om 10.000 meter te kraken.

Nederland heeft daarom enorm gestunt dat we voor het eerst hebben gewonnen met de 500 meter.  De 500 meter op ijs kun je vergelijken met de 100 meter sprint op de Olympisch Spelen. Dit is het koningsnummer.

Extreme tegenstand

Hier is de tegenstand extreem. De 500 meter, waarop vier Nederlanders meedongen in Sotsji, werd vorig seizoen door 11.551 mannen gereden. Zojuist presteerde Nederland daar iets ongelofelijks. We werden 1, 2 en 3.

De laatste keer dat Nederland een medaille pakte op de sprint was met Jan Ykema in 1988 in Calgary. Heroïsch zilver dat nimmer werd gewaardeerd in het goudverwende Nederland.

Ykema

Ykema raakte aan lager wal, ging aan de coke en probeerde zich te vestigen als makelaar in Friesland. Hij mocht daarna af en toe opdraven om over het zwarte gat te praten, terwijl hij een bovenmenselijke prestatie had geleverd.

Dat Sven straks waarschijnlijk goud wint op de 10 kilometer is grappig omdat hij vier jaar geleden in gewonnen positie fout wisselde.  Maar goud win je niet alleen van jezelf, maar van tegenstanders waar je van kan verliezen.

Het goud-zilver-brons op de 500 meter is tien keer stoerder dan 1,2,3 op de vijf kilometer.