Topman Hein van der Ree van Buma/Stemra die de belangen behartigt van artiesten neemt geen genoegen met een salaris dat beknot wordt door de Wet normering topinkomens. De beste man vertrekt dan ook met een half miljoen omdat er vanwege dit akkefietje een ‘niet goed werkbare situatie‘ is ontstaan. Artiesten moeten vaak voor elke euro knokken omdat het kunstenaarsklimaat guur is en de concurrentie vaak moordend, maar dat terzijde. What’s new? De zoveelste bestuurder die zijn eigen belangen beter behartigt dan het belang van diegene waar hij boven is gesteld? Of een incompetente raad van toezicht, bestuur of commissarissen die niet in staat zijn om de juiste mensen aan te stellen op dit soort posten?
Of het nu om kunstenaars, (psychiatrische) patiënten of überhaupt ‘de argeloze burger’ gaat, een vaderlijk of moederlijk verantwoordelijkheidsgevoel is niet meer vanzelfsprekend en schaamteloos graaien lijkt steeds vaker de norm te zijn bij de huidige generatie gezagsdragers. Gezag is in belangrijke mate gebaseerd op vertrouwen en iemand is dat vertrouwen waard als hij blijk geeft van verantwoordelijkheidsgevoel en integriteit Alhoewel dit abstracte begrippen zijn, is het bijvoorbeeld bij dokters in opleiding vaak klip en klaar: ‘ze hebben het’ of ‘ze hebben het niet’.
Als ze ‘het niet hebben’, moet je kunnen terugvallen op zogenoemde externe morele kaders, zoals regels, richtlijnen of protocollen. Het gemiddelde Nederlandse ziekenhuis is inmiddels ingesponnen in een web van dergelijke richtlijnen en ontelbare commissies zitten als verveelde kruisspinnen in dat web om de boel te monitoren en dagelijks hun meerwaarde te bewijzen. Uiteraard is het evalueren en optimaliseren van de zorg niet verkeerd en zelfs een noodzakelijk en nobel streven. Probleem is echter dat audits, enquêtes en kilo’s kwaliteitsindicatoren zinloos zijn als er geen vertrouwen is, aldus een wijze hoogleraar ethiek & recht uit Leiden. Vertrouwen is een abstract moreel concept dat namelijk niet is vast te leggen in wet- en regelgeving.
We ontberen sinds de secularisatie en het wegvallen van de verzuiling in de jaren ‘60-‘70 een extern moreel kader dat een zuiverend effect heeft op onze handel en wandel. Het lijkt er inmiddels op dat we met elkaar richting een soort ‘stoplicht’ maatschappij migreren: jij moet stoppen voor het rode stoplicht anders gebeuren er ongelukken en krijg je straf. Voorheen volgden wet- en regelgeving ‘spelenderwijs’ uit religie en hiërarchische structuren binnen de maatschappij. Tegenwoordig is dat niet meer vanzelfsprekend en moeten we als de donder op zoek naar een nieuw moreel kader omdat we anders in een Kafkiaans Drosteplaatje terecht komen: een oneindig toenemend aantal commissies en richtlijnen die commissies en richtlijnen moeten evalueren.
Het vinden van een nieuw extern moreel kader is echter nog niet zo eenvoudig.
We hebben natuurlijk wetten en verdragen zoals de Nederlandse grondwet, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag om de fundamentele vrijheden en onze basisrechten te beschermen. Indrukwekkende afspraken, maar het probleem is dat dit systeem zich primair richt op het tegengaan van overtredingen. Een voordeel van religie was altijd dat behalve straf ook beloning een belangrijke rol heeft.
We weten uit de gedragstherapie dat je beter met een beloningssysteem kan werken om een gedragsverbetering aan te leren dan met straffen. Straf maakt namelijk alleen duidelijk wat iemand niet moet doen, en niet wat wél gewenst gedrag is. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat belonen effectiever is dan bestraffen. Ons brein is dan ook voorzien van een uiterst geavanceerd beloningscentrum, de nucleus accumbens. Drugs zoals cocaïne zorgen voor een sterke toename van de neurotransmitter dopamine in dit beloningscentrum, waardoor verslaving relatief makkelijk kan optreden omdat beloning nou eenmaal een lekker gevoel is. Zelfs de verwachting van beloning of succes activeert dit centrum al inclusief de bijbehorende plezierige sensaties.
De vraag is of het überhaupt mogelijk is om voor de materieel verwende Westerling een extern moreel kader te creëren waar het beloningscentrum nog op aanslaat. De hemel met een horde hitsige maagden is weinig prikkelend meer als deze dames via Pornhub of Tinder al binnen handbereik zijn.
Voor ouders is het welzijn van de kinderen een intrinsieke beloning die ze motiveert om hun beste beentje voor te zetten en zich zelfs op te offeren. Ik hoop van harte dat Van der Ree zich op een dag realiseert dat een half miljoen een armzalige afkoopsom is omdat het welzijn van ‘zijn artiesten’ een onbetaalbare beloning blijkt te zijn.