Naarmate de Griekse parlementsverkiezingen op 25 januari dichterbij komen, zal het land steeds frequenter in de media verschijnen. Omdat journalistiek meer dan ooit een ‘normale’, economische bedrijfstak is geworden en er hele periodes zijn dat geen nieuwsconsument zit te wachten op Griekse ontwikkelingen en schandalen, weet je nu al zeker dat de even op Griekenland gerichte camera’s en microfoons een werkelijkheid gaan presenteren, die ver bezijden de waarheid ligt. Zelfs dat zou nog tot gemiddeld schouderophalen aanleiding kunnen geven, ware het niet dat de kans groot is dat de blinde vlek richting Griekenland – en ik heb het dan over de blinde vlek van de ‘mainstream media’ – in die aankomende, nieuwsintensieve periode naar alle waarschijnlijkheid exact gekopieerd, en in het slechtste geval nog versterkt, zal gaan worden. En we, net als de afgelopen twintig jaar, met de neus op een falende Griekse staat, een superrijke elite en een lijdend volk zullen worden gedrukt, maar niet op de aanwijsbare kopstukken en de onderliggende partijapparaten van de Griekse PvdA (Pasok) en de Griekse VVD (Nea Dimokratia), die de corruptie en de staatsschuld niet alleen hebben gefaciliteerd, maar ook naar grote hoogten hebben opgedreven.
De reden van de blinde vlek is simpel. Voor de ‘weldenkende’ eurocraten zijn Pasok en Nea Dimokratia uitgerekend de twee paarden die Griekenland in de race moeten houden tegen het ‘gevaar van extreem links’ (Syriza). Dus als de media ook maar bij benadering een eerlijke voorstelling van zaken zouden willen geven, zouden ze benadrukken dat het volk de duistere keuze heeft tussen bewezen maffia (Pasok en Nea Dimokratia) en nog niet bewezen maffia (Syriza). Maar, let op: het politiek correcte journalistencorps zal de systematische diefstal en corruptie van Pasok en Nea Dimokratia buiten beschouwing laten, of zeer terloops onder de aandacht brengen, want intussen hangt de EU-solidariteit dus aan het zijden draadje van twee politieke partijen, die van nepotisme een ware kunstvorm hebben gemaakt. En dan ‘scoor’ je niet door de bestaande machthebbers te herinneren aan de inktzwarte nalatenschap van twintig jaar schofterige roofzucht. Maar door te benadrukken dat Pasok en Nea Dimokratia de ‘gematigde’ partijen zijn, die zich inmiddels hebben verbonden aan de internationale steunprogramma’s voor Griekenland (al is het dan uit puur opportunisme, maar wat dondert dat?).
Wat niet heeft geholpen voor een gebalanceerde beeldvorming richting Griekenland, is dat journaliste Ingeborg Beugel enkele jaren terug opeens als een plaatsvervangende ‘miss Griekenland’ in Nederlandse talkshows begon aan te schuiven. Zij wees, op haar bekende hysterische toon, allerlei schuldigen aan (liefst buiten ‘haar’ eigen Griekenland) om de diepe crisis op af te wentelen. En bij mijn weten heeft ze in al die tv-gesprekken over haar tweede vaderland noch de naam van ‘Pasok’ noch die van ‘Nea Dimokratia’ ooit over haar lippen gekregen. Ook daarvan ligt de reden voor de hand: Beugel zat tot over haar oren in het kliekje van de toenmalige Pasok-leider Georgios Papandreou, die, nu zijn land naar de armoede afdrijft, kekke TEDx-lezingen geeft over een ‘Europese democratie zonder grenzen’. De dagelijkse laaienlichterij van Papandreou en zijn vriendjes heeft Beugel nooit kunnen interesseren; ze sloeg pas aan als er ‘enge mannen’ op haar prachtige eiland aanmeerden. Die waren van de nazipartij ‘Gouden Dageraad’. Daarvan sloeg haar stem over. Niet van haar vriendjes, die in Brussel verzonnen begrotingen indienden en voor elke partijgenoot een baantje creëerden. Dat laatste verpestte de sfeer aan het strand allerminst.
Het zal niet de eerste keer zijn dat lezers mij ‘negativisme’ verwijten, dus over het feit dat Papandreou vlak voor de verkiezingen met een nieuwe partij komt om zijn belangen zeker te stellen (de Pasok ligt halfdood aan het infuus) en EC-voorzitter Juncker vanuit Brussel ‘Pasok’ en ‘Nea Dimokratia’ als de ‘juiste’ en ‘betrouwbare’ partijen heeft geoormerkt, daaraan ga ik mijn dure inkt maar niet spenderen. Blijft over de vraag: wat moet een Griek op de 25-ste in godsnaam doen om na een volgende confrontatie met de spiegel zijn gezicht niet in een bedorven homp feta te wilen begraven?
In het ergste geval gaat de mainstream journalistiek door op de ingeslagen weg van oordoppen in en oogkleppen op. En zal een eventuele overwinning van Syriza als een ‘anti-Europese proteststem’ worden weggezet. Terwijl zo’n overwinning mijns inziens niet anders te lezen zou zijn dan als een logische afrekening met krachten, personen en denkpatronen die Griekenland naar de rand van de afgrond hebben geduwd. En een even logische laatste poging gezond verstand en werkelijkheidszin te stellen boven de machinaties en de Excel-sheets van de internationale, financiële instituties.
Waarom zou een hergeboorte van Europa niet kunnen beginnen met een overwinning van Syriza?