Honderdvijftig jaar geleden was het land Israël een slaperig, afgelegen en achtergesteld gebied. De Osmanen deelden de lakens uit, op afstand vanuit Damascus. In 1870 woonden in het gebied een klein half miljoen mensen, waarvan zo’n 10.000 Joden. De tweede helft van de 19de eeuw was de tijd van grote migraties, vooral vanuit Europa naar de nieuwe wereld. Italianen, Grieken, Oekraïners, Polen, Duitsers hoopten op een betere toekomst. Het waren veelal de armen die wegtrokken, zij hadden niets te verliezen en veel te winnen. Tussen deze emigranten waren ook veel Joden, vooral uit Oost Europa. Het was ook de tijd dat in Europa het Nationalisme, het Socialisme, het Anarchisme en meer -ismen opkwamen.
De Levant (het Midden-Oosten) was nog slapend, onderdeel van het onverschillige, corrupte Osmaans regime. Mark Twain merkte in een reisverslag op dat je 30 mijl in elke richting kon rijden om slechts enkele bedoeïenententen tegen te komen. In die tijd begon het gebied in de belangstelling te raken van groepen Christenen die er kwamen wonen. Zo ontstonden de American Colony en de Duitse Tempelier dorpen in Jeruzalem, Haifa, Jaffa en meer. Ook Joden kwamen er – sommigen in de hoop er te sterven en op de Olijfberg begraven te worden, zoals velen hen voorgingen. Anderen om Kabbala te leren in de oude stad Safed. Maar er kwam ook een nieuw soort Joodse immigranten, die in het land Israel een nieuw bestaan wilden opbouwen. Zij ontvluchtten de pogroms en armoede in Oost-Europa. Met financiële hulp van Joodse mecenaten stichtten ze dorpen en landbouwbedrijven.
Nu, bijna 150 jaar later, staat het land in het middelpunt van de mondiale belangstelling. Er wonen in het gebied zo’n 6,5 miljoen Joden en een vergelijkbaar aantal Palestijnen. Sinds haar onafhankelijkheid zeventig jaar geleden is Israël onherkenbaar veranderd. Het is een grote agrarische exporteur, niet alleen van planten maar ook en vooral van landbouwtechnologie. Daarnaast is het een natie van start-ups, waar veel uitvindingen vandaan komen.
Onveranderd gebleven is dat het een land is in conflict. Conflicten waren er altijd, tussen de verschillende bevolkingsgroepen, met verschillende behoeftes en belangen, en met grote verschillen in opleidings- en ontwikkelingsniveaus. Zo was er altijd een groot verschil tussen de Arabische landeigenaren (die in de Osmaanse tijd vooral in Damascus of Beiroet resideerden) en de lokale boeren, veelal analfabete vazallen. Altijd waren er religieuze tegenstellingen, niet alleen tussen Moslims, Joden en Christenen, maar ook onderling (zie de geregelde conflicten rond de grafkerk in Jeruzalem). Ook tussen orthodoxe Joden, die in het heilige land op de komst van de Messiah wachten, en seculiere Joden die willen bouwen aan een moderne staat.
Sinds de opkomst van het nationalisme in Europa hebben veel Joden zich als een volk geïdentificeerd; de Palestijnen zijn veel later een volk geworden, in de loop van hun strijd voor zelfbeschikking. Nationale identiteit is een gevoelig en controversieel begrip dat – het kan waarschijnlijk niet anders – voortdurend in beweging is. Ook in Nederland, overigens. Herinnert u zich nog de uitspraak van nu Koningin Maxima die zei ‘Dé Nederlander bestaat niet’?
Een boeiende geschiedenis – met helaas ook veel wrede hoofdstukken, onrecht, vergissingen en fouten die door mensen, mogendheden en de internationale gemeenschap zijn begaan. En nog dagelijks gebeuren er verkeerde dingen – terroristische aanslagen, discriminatie, militaire acties – en vallen er slachtoffers.
Echter, voor de mensen die er wonen is de discussie over het verleden minder relevant dan die over de toekomst. Het is tijd om vooruit te kijken, met een constructieve blik die de inwoners van het gebied uitzicht bieden op een goed, vreedzaam bestaan. Zowel voor individuen als de verschillende bevolkingsgroepen. Dit kan alleen als men enkele zaken begrijpt en accepteert.
De loop van de geschiedenis kan niet worden teruggedraaid. Het is tijd dat iedereen, Palestijnen, Israëli’s en de rest van de wereld inzien dat de inwoners van het land Israël/Palestina geen ander land hebben, dat ze nergens anders heen kunnen gaan. Dat betekent dat bijna niemand ‘terug’ kan naar zijn huis van 70 jaar geleden– noch in Israel, noch in Marokko, Irak, Polen of Nederland. Dit is ook het kernprobleem met de ‘Mars van terugkeer’ uit Gaza, die veel media-aandacht trekt. Het is een voorbeeld van acties die vanuit PR-oogpunt succesvol lijken, maar die de echte problemen juist verergeren in plaats van helpen oplossen. De nationale identiteit van beide bevolkingsgroepen is jong, en nog volop in ontwikkeling. Nu concentreert het zich in de strijd tegen de ‘ander’, maar beide volkeren kennen een complexere interne strijd, met als belangrijkste element de plaats en rol van religie. Een strijd tussen religieuzen en seculieren die helaas ook relevant is in verband met eventuele ‘land voor vrede’ concessies.
De objectieve condities voor vrede zijn helaas verre van gunstig. In de gebieden die volgens het grootste deel van de wereld, en volgens veel Israëli’s en Palestijnen, bestemd zijn voor de toekomstige Palestijnse staat, wonen zo’n half miljoen Joden; omgekeerd is 20 procent van de inwoners van Israël Palestijns. De vrees voor een ‘disfunctionele staat’ in Palestina is reëel. Het onvermogen van de Palestijnen de weg van verzoening te kiezen en het onvermogen van de wereld om situaties zoals in Syrië en Libië te voorkomen, draagt bepaald niet bij aan het vertrouwen bij de Israëli’s; omgekeerd voedt de bezetting de Palestijnse vijandigheid. Kortom – de objectieve condities voor toenadering zijn ver te zoeken. De vraag is, wat is nu de oplossing?
Als het aan mij had gelegen zou in het Midden Oosten een open land zijn gesticht – een land waar alle inwoners hun leven naar eigen inzicht kunnen inrichten. Helaas is dit – zelfs in Europa of Nederland – een utopische gedachte. Vragen rond identiteit, inrichting van de leefomgeving en “normen en waarden” als uitgangspunten staan ons allen in de weg. Wie moet zich aan wie aanpassen? Wie mag wat bepalen? Laat de utopie dus aan de dromers, en help mee aan een pragmatische, werkbare oplossing. Wat de oplossing moet zijn is niet aan ons hier in Europa te bepalen, maar aan de partijen daar. De rest van de wereld moet dan de reëel levende angsten begrijpen.
Wees Pro. Pro Israël betekent dan ook pro-Palestijns, want alleen als ‘het Palestijnse probleem’ wordt opgelost zal er vrede kunnen zijn. En andersom – wie echt pro-Palestijns is, moet de hoop op het verdwijnen van de staat Israël opgeven, moet de eis op terugkeer laten varen en de Palestijnen helpen om een eigen staat op te bouwen. Pro Palestijns betekent ook corruptie, verdeeldheid, haat en terreur bevechten, instituties en rechtstaat creëren, economische ontwikkelingen stimuleren en werken aan een toekomst van vrede. Utopieën zijn gevaarlijk, maar grote veranderingen, echte oplossingen beginnen altijd met een droom.
Als dit zou lukken, kunnen de beide volkeren een voorbeeld worden voor het gehele Midden-Oosten, waar zo veel bevolkingsgroepen naast elkaar wonen en elkaar bevechten.