In zijn column van 7 juni op GeenStijl gaat collega arabist Hans Jansen in op de moefti van Jeruzalem Haj Amien al Hoesseini (± 1893-1974), die gedurende een aantal oorlogsjaren Hitlers gast in Berlijn was. Schaamteloos sprak de moefti zijn bewondering uit voor de genocidepolitiek van de nazi’s. PVV partijideoloog Martin Bosma gaat in zijn boek De schijn élite van de valse munters ook in op de handel en wandel van de moefti, die een verschrikkelijke jodenhater was met bloed aan zijn handen. Simon Wiesenthal meldde dat de moefti zowel Auschwitz als vernietigingskamp Maidanek bezocht heeft. Verder is het zo dat de moefti er hoogstpersoonlijk zorg voor gedragen heeft dat 4.000 joodse kinderen niet via de Balkan naar Palestina gerepatrieerd zouden worden, maar gedeporteerd naar vernietigingskampen.
Hans Jansen meldt in zijn column dat de moefti niet terecht heeft hoeven staan in de Neurenberg processen naast de nazikopstukken, ‘mogelijk omdat hij geld opstreek als “geheim agent” van de Duitsers als de Fransen’. Jansen voert aan dat de Engelsen en Fransen deze dubbelrol onder de pet wilden houden, want zou dat uitkomen, dan stonden ze ernstig in hun hemd. Toch is dat laatste niet waar. De moefti vluchtte op het einde van de oorlog in eerste instantie naar Zwitserland, dat hem direct uitzette naar Frankrijk. Ongestoord kon hij evenwel geruime tijd in Parijs verblijven. Zowel de Fransen als de Engelsen hadden uiteraard weet van het bloed dat aan zijn handen kleefde. Maar beide landen, met name de Engelsen, deden, ondanks dat er publiciteit aan de zaak werd gegeven, niets. Ze achtten hun politiek-strategische belangen in het Midden-Oosten van een te groot belang om de moefti, die in hetzelfde gebied op grote steun kon rekenen, lastig te vallen. Uiteindelijk wist de moefti in 1946 uit Frankrijk weg te komen naar Egypte. Schechtman (1965) beschrijft dit voor de geallieerden ontluisterende verhaal in zijn biografie van de moefti The Mufti and the Fueher. Bosma maakte in zijn boek geen melding van het laakbare gedrag van de Engelsen en Fransen en Jansen vertelt slechts een schim van de waarheid.
Door over de relatie te vertellen tussen de moefti en de nazi’s probeert Jansen, wederom trouw in het voetspoor van Martin Bosma, andermaal aan te tonen hoe onzalig islam en moslims zijn. Maar er zijn ook tegenvoorbeelden. In zijn boek (2010) Heinrich Himmler en de cultus van de dood schrijft auteur Emerson Vermaat : ‘Zeker niet alle moslims waren op de hand van de nazi’s’. Vermaat verwijst naar de Marokkaanse vorst Mohammed V, grootvader van de huidige Marokkaanse koning Mohammed VI, die het nadrukkelijk voor zijn joodse onderdanen opnam tegen Vichy-Frankrijk. En dan waren daar de Tunesische leider Ahmed Pasha Bey en diens neef en opvolger Moncef Bey: ‘Beiden deden alles wat in hun vermogen was om de Joden tegen “Vichy” en later tegen de Duitsers zelf te beschermen’. Het meest sprekende voorbeeld is dat er in de ondergrondse ruimten van de grote moskee in Parijs van de Algerijnse religieuze leider Si Kaddour Benghabrit tijdens de Duitse bezetting vervolgde Joden en verzetsstrijders onderdak vonden. De moskee verstrekte certificaten aan tenminste honderd Joden als waren zij moslims. Beiden zijn immers besneden.
Tussen diverse religies, overtuigingen en ideologieën enerzijds en nazisme anderzijds zijn links te leggen. Zo is daar het feit dat Adolf Hitler als katholiek stierf. Hitler mocht dan grote bezwaren tegen het in zijn ogen weekhartige christendom hebben, hij wilde het zeker niet uitbannen. Albert Speer, Hitler’s Reichsarchitect schreef in zijn Erinnerungen (1969) dat Hitler het volgende over de kerk zei: ‘Die Kirche ist sicher notwendig für das Volk. Sie ist ein starkes und erhaltendes Element’, in mijn vertaling: ‘De kerk is zeker noodzakelijk voor het volk. Zij vormt een sterk en ondersteunend element’. Hitler zag er niets in de kerk te vervangen door een soort van partijreligie waar iemand als SS-leider Heinrich Himmler mee bezig was: ‘Ein neue Partijreligion würde nur einen Rückfall in den Mystizismus des Mittelalters bringen’, ‘Een nieuwe partijreligie zou er alleen maar voor zorgen dat we terug zouden vallen in de mystiek van de Middeleeuwen’ (mijn vertaling). Hitler verbood het, aldus Speer hoge nazi’s als Göring en Goebbels zich uit de kerk te laten uitschrijven. Iets wat Hitler zelf ook nooit heeft gedaan, aldus Speer, waarmee Hitler dus als christen stierf. ‘Er blieb es bis zu seinem Selbstmord’.
Het klopt: er was een band tussen nazisme en islam. En zo was er ook een band tussen nazisme en de katholieke kerk. En zo waren het Roemenen en Oekraïners die met de nazis meevochten. En zo waren er 20.000 Nederlandse jonge mannen die bij de Waffen SS gingen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het staat iedereen vrij om in het maatschappelijke debat de vergelijking te maken tussen om het even welke stroming, religie of ideologie en het nazisme. Maar, juist omdat die materie zo gevoelig ligt, dient wel het hele verhaal verteld te worden. Wie dat niet doet diskwalificeert zich ernstig en neemt zijn of haar lezerspubliek niet serieus.
Voor meer informatie over dit onderwerp en de bibliografische verwijzingen klik hier.