Toen ik het bericht vernam dat collega arabist Hans Jansen op de Europese kandidatenlijst van de Partij voor de Vrijheid stond, welden er onmiddellijk gevoelens van medelijden in mij op. Hans Jansen heeft zich in zijn leven met veel succes een wetenschapper betoond, maar met aanzienlijk minder succes politicus en opinion maker. Hij heeft een rappe tong, dat zeker, maar zijn cynisme is tot dergelijk grote hoogte gestegen, dat zijn politieke tegenstanders in het Europarlement hem al snel niet serieus zullen –willen- nemen.
Legendarisch is de scene bij Pauw en Witteman dat hem gevraagd werd naar gevallen van islamisering in Nederland en dat hij zo gauw geen voorbeelden kon geven. ‘Maar van islamisering is wel degelijk sprake’, zo insisteerde Jansen.
Wie denkt dat wij arabisten en islamkenners een lage dunk van arabist Jansen hebben zit er naast. De meeste van mijn collega’s hebben zijn Werdegang van de laatste jaren met een mengeling van verwondering, medelijden en, ook dat, ergernis gezien. Het grote probleem dat wij als zijn generatiegenoten, studenten en collega’s hebben is dat hij die enorme draai heeft gemaakt van objectief bestudeerder van de islam naar cynische criticaster van diezelfde islam. Op de een of andere manier is dat beeld van die ‘oude’ Hans Jansen veel dominanter aanwezig bij ons dan de nieuwe Hans Jansen.
Hij was het toch die die inmiddels beroemd geworden studie, The Neglected Duty, schreef over de groep moslimfundamentalisten die de moordaanslag pleegde op president Sadat van Egypte in oktober 1981. Het boek is een must voor elke wetenschapper die de islam bestudeert. Hij was het ook die samen met zijn collega Asad Djaber een herziene vertaling verzorgde van de Koran en dat op zeer verdienstelijke wijze heeft gedaan. In die zin heeft hij zelfs bijgedragen aan de islamisering van Nederland… Een voorbeeld dat hij aan de tafel van Pauw en Witteman had kunnen vertellen.
Later stelde Jansen zijn wetenschappelijke werk in dienst van de vergaande islamkritiek. Een boekje op de markt brengen met als titel Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten, de dierennamen verwijzend naar niet-moslims als joden en christenen, is natuurlijk verre van objectief, hoewel Jansen zich altijd verdedigt door te zeggen dat niet hij dat zegt, in dit geval de verwijzing naar de dieren, maar dat de Koran dat zegt. ‘Ik zou het ook liever anders zien’, zo voegt hij er dan vaak aan toe.
Dat islamwetenschappers kritisch over de islam zijn en zelf niets met deze religie ophebben is van alle tijden. De wellicht beroemdste Nederlandse oriëntalist Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) bekeerde zich naar verluidt tot de islam, maar dat weerhield hem er niet van zijn wetenschappelijke leven lang de Nederlandse overheid te waarschuwen voor de vermeend dubbele agenda van de moslims, die eruit zou bestaan dat islam en sharia de wereld zouden moeten veroveren en beheersen. In die zin staat Hans Jansen in een rijke traditie.
Dat Hans Jansen met al zijn kennis die andere islam laat zien, vind ik zelf een goede zaak. Inderdaad hebben sommige arabisten en islamologen de neiging de islam al te welwillend te beschouwen, de scherpe kantjes eraf te halen en de grootste gematigde gemene deler van de islam te willen presenteren in onderzoek, onderwijs en het maatschappelijke debat. Jansen houdt ons scherp.
Maar een politicus is Hans Jansen niet. Bovendien is hij kampioen niet-begrijpen, diplomatiek is hij al helemaal niet, laat staan dat hij naar oplossingen voor problemen zoekt. Ik gun hem in zijn nadagen een glanzende politieke carrière, maar vrees dat hij binnen de kortste keren verwikkeld raakt in fitties, misverstanden, sluimerende en openlijke conflicten, teleurstellingen, frustraties en dat hij uiteindelijk terugkeert naar de ivoren toren van de wetenschap waar hij veel meer thuis hoort dan in het bastion van de meedogenloze arena van het Europese parlement. Maar goed, hij moet nog wel gekozen worden. Hopelijk wordt hem dat politieke lot bespaard en haalt de PVV drie of minder zetels. Of hij moet natuurlijk met voorkeurstemmen gekozen worden.