Het is 7 juni 2014. Commentatoren kijken om in verwondering. Hoe had het zo ver kunnen komen? Hoe kon de Grote Arabische Oorlog eigenlijk ontstaan? Wie wil, kan ver terug in de geschiedenis, naar de Iraanse revolutie van ayatollah Khomeini, in 1979. Voor het eerst sinds eeuwen was er in het Midden-Oosten weer een machtige sjiitische staat opgestaan. Een bron van hoop voor alle sjiieten in de regio. In heel het Midden-Oosten waren de sjiieten eeuwenlang getolereerd en gediscrimineerd – westerlingen klagen vaak (en terecht) over het lot van christenen en joden, maar de ware dhimmi van de islamitische beschaving zijn de sjiieten. En zij vormden dus ook de ware tijdbom onder deze economisch verstilde, politiek verkrampte regio. Het échte conflict van het Midden-Oosten, zo blijkt in 2014, is niet het openlijke, geografisch lekker beperkte Israëlisch-Palestijnse conflict, maar de eeuwenoude, dwars door Arabië lopende tegenstelling sunni-sjia.
De sunnitische heersers hebben vanaf 1979 hun uiterste best gedaan om Iran in te tomen en de onrustige, oproerige sjiitische minderheden in eigen land onder de duim te houden. De Irakese leider Saddam Hoessein (die als heerser over een land met nota bene een sjiitische méérderheid het meeste gevaar liep) koos voor de vlucht vooruit, en ontketende een bloedige oorlog met Iran, in de hoop het sjiitische regime volkomen uit te putten. Maar daarmee putte hij zijn eigen land ook uit. De plundering van het stinkend rijke Koeweit leidde tot een inval van de VS, die er op termijn weer toe leidde dat Saddam himself ten val kwam. En prompt grepen de sjiieten hun kans. Het gewapend verzet tegen de Amerikaanse bezetter veranderde al snel in een vanuit Iran georkestreerde oorlog tussen sunni en sjia, die uiteindelijk (dankzij Amerikaanse steun) werd gewonnen door de sjia. Die zijn nu heer en meester over de sunnitische meerderheid, en ze zullen die macht ook nooit meer afdragen. Wetende dat als ze dat doen, de donkere dagen van weleer geheid terugkeren. Of nog erger.
Na Iran en Irak was het de beurt aan Syrië, waar de volksopstand tegen Assad, een uitloper van de Arabische Lente, snel omsloeg in een strijd tussen beide islamitische stromingen. Assad had iets van de oude Tito. Dat was een Kroaat die heerste over een Servische meerderheid. Assad is een Alawiet, lid van een kleine sjiitische sekte, heerser over een sunnitische meerderheid. De Alawitischs kliek was voor de sunni én sjia even ‘vreemd’ en daarmee marginaal aanvaardbaarvoor iedereen. Maar Assad riep in 2013 de hulp in van de sjiitische Hezbollah, en daarmee werd de strijd om vrijheid een strijd tegen de sunnitische meerderheid. Als Assad wint, zullen alle sjia in het Midden-Oosten dat als een overwinning beschouwen. Een derde overwinning op rij. Dat is voor (de sunnitische) Saoedi-Arabië en de Golfstaten onaanvaardbaar. Op dat moment zou de sjiitische minderheid aan de westkust van de Arabische Golf (de olieregio) tot uitbarsting komen. Een vooruitzicht dat ook voor het Westen grenst aan een horrorscenario. Dus pompen de sunnitische oliestaten geld en wapens richting de rebellen. Assad moge dan recent enige overwinningen geboekt hebben, een totale overwinning zit er niet in. Nooit.
De Arabische oorlog zal zich nog vele jaren voortslepen – en verder uitbreiden. Het toetreden van Hezbollah beteken de dat ook libanon moest ontploffen, zoals in de tweede helft van 2013 gebeurde. De politieke-militaire situatie was daar al volstrekt instabiel, en Hezbollahs steun voor Assad (onmisbare middle man in de wapenhandel met Iran) betekende het einde van de vrede. Hezbollah vecht nu op twee fronten, en kan voor Assad niet veel meer doen. En dan moet het uitkijken voor een derde front, met Israël.
Hopeloze tactiek
Het enige dat Israël momenteel doet, is toekijken én toeslaan. Het land moet toezien hoe vanuit de Golf en Rusland steeds grotere hoeveelheden zware wapens Libanen en Syrië binnenstomen, en het kan alleen maar hopen dat de gevaarlijkste systemen niet in sjiitische handen vallen. Want een sjiitische overwinning zal ongetwijfeld leiden tot een versterking en radicalisering van Hamas, en een nieuwe ronde in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Dus slaat Israël regelmatig hard toe, om dergelijke systemen te vernietigen. Een hopeloze tactiek. Alle partijen staan met de rug tegen de muur, en hebben er belang bij om het conflict nog veel groter te maken. Als Israël de komende tijd voldoende geprovoceerd wordt, krijgt de wereld iets heel opmerkelijks te zien: een sunni-Israëlische coalitie gericht tegen de sjia, in het hele Midden-Oosten.
Uitzichtloos conflict
Met als coalitiepartners de VS en Europa. Beide grootmachten weten wat er op het spel staat: de stabiliteit in de olieregio. Lange tijd hebben ze hun bemoeienis met het Syrische conflict vermomd als een strijd om vrijheid en democratie. Zelfs de aanwezigheid van radicale sunnitische groeperingen (lees: alles wat zich graag met Al Qaida vergelijkt) vormde geen belemmering om met dergelijke dure woorden te blijven schermen. Steun voor de rebellen werd gebracht als een weg naar de vrede. Europa zei dat het dankzij wapenleveranties Assad aan de onderhandelingstafel zou kunnen krijgen; de VS gebruikte de inzet van strijdgassen door Assad als excuus voor ingrijpen. (Assad liet deze kans om het conflict nog veel groter te maken in augustus 2013 niet aan zich voorbij gaan). Nu is dus ook het westen diep betrokken bij deze Arabische godsdienstoorlog. Een oorlog die, dat is in juni 2014 wel duidelijk, nog jaren zal duren en nog veel groter zal worden.
Iedereen verwacht een Israëlische ingrijpen tegen Hezbollah en Assad. Een Amerikaanse én Turkse intrede is dan onvermijdelijk, evenals een oplaaien van de bloedige burgeroorlogen in Libanon en Irak – en wat zal Iran dan doen? En Rusland, dat tot nog toe alleen maar olie op het vuur heeft gegooid? Dat zal niet werkloos toekijken hoe Assad wordt weggevaagd. Wie, zo zullen de commentatoren zich afvragen, heeft deze uitzichtloze oorlog veroorzaakt?