Het is jammer dat Donald Trump zo’n ploertige proleet is, anders was de erkenning door een Amerikaanse president van Jeruzalem als Israëls ondeelbare hoofdstad helemaal geweldig geweest. Ik had liever gezien dat een beschaafd en prudent man als Barack Obama het had gedaan of, voor mijn part, een redneck als George W. Bush. Maar we moeten roeien met de riemen die we hebben en het was gewoon hoog tijd.
Het erkennen van Jeruzalem als Israëls hoofdstad is eigenlijk als het met kracht intrappen van een reeds wijd openstaande deur. Iedereen die eerlijk en onbevooroordeeld naar de geschiedenis kijkt, kan niet anders. Is het dan nodig die geschiedenis hier op te rakelen? Ik ben bang van wel, nu de tegenstanders van Jeruzalem als Israëls hoofdstad de geschiedenis proberen te herschrijven. Dat begint al met de claim dat Jeruzalem een heilige stad voor Joden, moslims en christenen is, alsof alledrie die claims gelijkwaardig zouden zijn. Dat zijn ze allerminst.
Laten we beginnen met de christenen. Voor christenen zijn een aantal plekken in Jeruzalem zeker belangrijk, maar de stad zelf is dat veel minder. Voor een groot deel van de christenen, de Rooms-Katholieken, is Rome veel belangrijker. Voor de protestanten, met name de wat Bijbelvastere, is Jeruzalem vooral van belang als… Joodse stad.
Dan nu de moslims. Voor moslims is Jeruzalem een heilige stad. De Arabische naam voor Jeruzalem is Al-Quds, De Heilige. Maar qua heiligheid komt Jeruzalem pas op de derde plaats, na Mekka en Medina. Voor moslims dankt Jeruzalem haar heiligheid aan het feit (nou ja, voor moslims dan) dat hun profeet Mohammed er op zijn vliegende ezel vanuit Mekka in een nacht naartoe is gevlogen en vanaf de Tempelberg naar de hemel is opgestegen. Een voetafdruk in de Rotskoepel zou hiervan getuigen. Een sterk verhaal, absoluut, maar om nou op grond daarvan een hele stad voor je geloof te claimen, dat vind ik wat overdreven. Het verhaal is trouwens een constructie achteraf. Het is gebaseerd op het Koranvers 17:1: ‘Heilig is Hij Die Zijn dienaar bij nacht voerde van de Heilige Moskee naar de Verre Moskee (Al-Masjidi Al-Aksa).’ Er bestond een Heilige Moskee in Mekka, maar geen Verre Moskee. Jeruzalem wordt nergens in de Koran genoemd. De in Damascus gevestigde dynastie der Omajjaden, die in Jeruzalem de dienst uitmaakte, vertimmerde de Kerk van de Heilige Maria tot een moskee en noemde die Al-Aksa om Jeruzalem met terugwerkende kracht aan een islamitische claim to fame te helpen. Geen geloof dus, maar corrupte politiek.
En tenslotte de Joden. Met een hoofdletter J, want het gaat om een volk en niet, zoals in de voorgaande gevallen, om gelovigen. Voor Joden is Jeruzalem even andere koek. Ik mag wel zeggen: Jodenkoek. Jeruzalem is geïmpregneerd met Joodse geschiedenis. Dat is geen kwestie van geloof, maar van archeologische bewijzen. In Jeruzalem stonden de Eerste en de Tweede Tempel, die het centrum van de Joodse godsdienst vormden. Als we de tempeldienst als beginpunt nemen van een Joodse geschiedenis in Jeruzalem, dan kunnen we spreken van een 3000-jarige geschiedenis, want volgens de Bijbel werd de Eerste Tempel bijna 1000 jaar voor Christus door koning Salomo gebouwd. De Eerste Tempel werd in 585 voor Christus verwoest door de Babyloniërs, de Tweede in 70 na Christus door de Romeinen. Van de Tweede Tempel resteert nog de Klaagmuur, van de Eerste Tempel zijn geen restanten bekend, maar dat komt ook doordat de Waqf, de islamitische stichting die de Tempelberg met de Rotskoepel en de Al-Aksamoskee beheert, geen opgravingen toestaat. Op de verwoesting van de Eerste Tempel volgde de Babylonische ballingschap, op de verwoesting van de Tweede Tempel de huidige diaspora. Zowel tijdens de Babylonische ballingschap als in de diaspora is Jeruzalem altijd het geografische centrum van het Joodse geloof gebleven. Joden bidden in de richting van Jeruzalem, aan het eind van de Sederavond wenst men elkaar ‘Volgend jaar in Jeruzalem!’ toe. Dat zegt wel iets over de gehechtheid aan die stad. Niet voor niets keerden de Joden er zowel na de Babylonische ballingschap als in de diaspora terug. Overigens is er altijd een kleine Joodse aanwezigheid in of rond Jeruzalem gebleven. Jeruzalem ontleent haar legitimiteit als Israëls hoofdstad dus niet alleen aan de Joodse godsdienst, maar ook aan het Joodse leven dat er altijd is geweest.
In de eeuwen na de Joodse diaspora kwam Jeruzalem onder afwisselend christelijke en islamitische heerschappij. Wat betekenden die voor het Joodse karakter van de stad? Zowel christenen als moslims hebben geprobeerd hun stempel op Jeruzalem en het liefst over haar Joodse karakter te zetten. In de Byzantijnse tijd werden meerdere kerken op de plek van de verwoeste Joodse tempels gebouwd. Nadat Jeruzalem door de moslims was veroverd werd de Rotskoepel gebouwd en de al eerder genoemde Kerk van de Heilige Maria tot de Al-Aksamoskee vertimmerd. Zo deed iedereen zijn plasje over de heiligste plaats van het Joodse geloof. De Kruisvaarders kwamen en gingen en daarna gebeurde er lange tijd weinig vermeldenswaards, hetgeen kenmerkend is voor de islamitische geschiedenis. De tijd stolde als vet in een potje. Het was warm, er blafte een hond, een bedelaar hield zijn melaatse hand op. Er kwam pas weer leven in de brouwerij met de opkomst van het zionisme.
Onder invloed van het zionisme, een niet-religieuze beweging voor de terugkeer van het Joodse volk naar zijn land van herkomst, kwam in de 19de eeuw een immigratiegolf van Joden op gang. Het land dat nu de staat Israël is, was toen in handen van Ottomaans Turkije. Op onvruchtbaar geacht land en land gekocht van Arabische boeren stichtten groepjes Joden nederzettingen. Jeruzalem speelde toen nauwelijks een rol van betekenis in de Arabische en islamitische wereld. Na de val van de Omajjaden verkaste de hoofdstad van het kalifaat van Damascus naar Bagdad en werd Jeruzalem een vergeten provinciestadje. Jeruzalem werd weer even interessant voor moslims toen de Kruisvaarders kwamen. En zo werd zij ook weer interessant toen de plaatselijke Arabieren, tegenwoordig Palestijnen genoemd, de Joodse immigratie als bedreigend gingen ervaren. Jeruzalem werd de islamitische rallying call voor de strijd tegen de Joden. Omdat zij er kennelijk al rekening mee hielden, hadden de islamitische heersers voorzorgsmaatregelen getroffen tegen een Joodse terugkeer. Niet alleen hadden ze hun eigen heiligdommen op de Tempelberg gebouwd zodat de herbouw van de Joodse tempel bemoeilijkt zou worden, ze metselden ook de Gouden Poort dicht en legden er voor de zekerheid een islamitische begraafplaats voor aan. Volgens het Joodse geloof zal namelijk de Masji’ach, die het Joodse volk naar Israël zal terugbrengen, door de Gouden Poort de stad binnengaan. De moslims gingen ervan uit dat Elia, de voorganger van de Masji’ach, als lid van de Joodse priesterkaste niet over een begraafplaats mag lopen. Dit zou de intocht van de Masji’ach onmogelijk moeten maken. De Joodse religieuze wet kent echter doeltreffende reinigingsrituelen die dit probleem eenvoudig oplossen.
De Joden wachtten niet tot de Masji’ach hen naar Israël ging terugbrengen, maar gingen zelf tot actie over. Laten we zeggen dat er na de Holocaust enige druk achter zat. Nadat de Joden in 1948 de staat Israël hadden uitgeroepen, werd deze door vijf Arabische landen aangevallen. Die werden door het kleine Israëlische leger teruggeslagen, maar Oost-Jeruzalem, het oude deel van de stad, werd door Jordanië bezet. De Joodse inwoners van Oost-Jeruzalem werden er onmiddellijk uitgegooid. In de 19 jaar die de Jordaanse bezetting duurde mochten Joden niet langer de Klaagmuur bezoeken, werden synagogen gesloopt en de Joodse begraafplaats op de Olijfberg geschonden. In de Zesdaagse Oorlog van 1967 werd Oost-Jeruzalem door Israël bevrijd. Sommigen zeggen ‘bezet’, maar moslims mochten de Rotskoepel en de Al-Aksamoskee blijven bezoeken en de Waqf behield het beheer van de Tempelberg. De huidige, beperkende veiligheidsmaatregelen werden pas ingevoerd na een lange reeks Palestijnse terreuraanslagen.
Reeds in 1949 riep Israël Jeruzalem tot zijn hoofdstad uit, al had het toen alleen nog het nieuwe, westelijke stadsdeel in bezit. Het parlement, het hooggerechtshof en een groot aantal ministeries werden er gevestigd. Terecht, waar anders? De geschiedenis wijst maar één logische plek aan. De internationale gemeenschap spreekt er evenwel schande van dat Israël voor het bereiken van een definitieve vredesovereenkomst met de Palestijnen Jeruzalem als hoofdstad heeft geclaimd. De Palestijnen maken immers ook aanspraak op Jeruzalem, al is er nooit een Palestijnse staat met Jeruzalem als hoofdstad geweest. De meeste landen weigerden hun ambassade in Jeruzalem te vestigen. Nederland was een gunstige uitzondering, tot het in 2003 overstag ging en de ambassade naar Tel Aviv verplaatste.
Israël laat zich niet zoveel aan de internationale gemeenschap gelegen liggen. Geen wonder, de internationale gemeenschap heeft nooit een poot uitgestoken voor de Joden. Israël vertrouwt liever op eigen kracht. Ja, het wordt financieel en materieel gesteund door Amerika, maar het vechten en sneuvelen doet het zelf. De Joden hebben in Israël iets bijzonders tot stand gebracht. Ze hebben in no time een achterlijk gebied opgebouwd tot een modern en dynamisch land. Ze hebben een dood gewaande taal, het Hebreeuws, weer tot leven gewekt. En dus hebben ze een stad die al 3000 jaar Joodse geschiedenis kent tot hun hoofdstad gekozen. Het is niet meer dan terecht dat The Donald die hoofdstad eindelijk heeft erkend.