Als je wordt uitgenodigd voor een reünie van oud-senatoren is er niets meer aan te doen. Dan ben je oud. Mij overkwam het deze zomer toen Tiny Kox, onze fractievoorzitter in de Eerste Kamer, mij uitnodigde voor een bijeenkomst met andere oud-senatoren van de SP. In het prachtige klooster Koningshoeven in Tilburg. Kuierend door de kloostergangen werd ik daar plots getroffen door een tekening uit 1919 van Albert Servaes. Met een afbeelding van de stervende Jezus aan het kruis, onderdeel van de Kruisweg van Luithagen. Een serie tekeningen die de Vlaamse schilder na de Eerste Wereldoorlog maakte voor een kerkje in Luithagen, maar die door het Vaticaan prompt werden verboden. Omdat ze volgens de kerk te ruw en te direct waren. Omdat ze de pijn en het lijden van Christus op een al te menselijke wijze lieten zien.
Religieuze kunst kan verschrikkelijk zijn, met al die popperige engeltjes en spookachtige heiligen. Maar religieuze beelden raken soms juist aan het diepste wezen van de mens. Katholieke kerken hebben altijd een kruisweg, met afbeeldingen van de lijdensweg van Christus, die laten zien hoe God zijn zoon offerde voor de zonden van de mens. Vaak zijn dit emotieloze beelden, die weinig tonen van de angst en twijfel van Christus. Hoe anders is dat in deze kruisweg van Albert Serveas, waar hij in grove strepen van ruwe houtskool de helse pijnen toont van een gebroken mens. Over de kruisweg hangt de schaduw van de tijd, van de wreedheden van de Eerste Wereldoorlog. Wat is de zin van Gods offer, als de mensheid zich vervolgens zo misdraagt? Getekend door een schilder die hoop wil putten uit zijn geloof, maar er niet in slaagt om zijn wanhoop te verbergen.
De abt van Koningshoeven vertelde hoe deze tekeningen na een lange omweg in 1952 in handen waren gekomen van een rijke Tilburgse textielbaron, die niet ver van het klooster woonde. Zijn vrouw zou de aanblik van deze tekeningen in haar villa niet hebben kunnen verdragen en haar man hebben opgedragen om die dingen dan maar naar het klooster te brengen. Waar de monniken ook niet goed wisten wat ze moesten met deze vondeling, die toch niet voor niets door de Kerk was verboden. Totdat een wijze monnik voorstelde om de afbeeldingen niet te gebruiken als voorwerpen van devotie, maar in het klooster op te hangen als kunst – een mooie katholieke oplossing. De kruisweg van Servaes lijkt hier goed op zijn plek, kloosters waren in het verleden vaker schuilplaatsen voor creatieve geesten die in de wereld werden verketterd, maar binnen de kloostermuren werden getolereerd.
Albert Servaes is in 1966 – dit jaar precies vijftig jaar geleden – in stilte overleden in Zwitserland. Niet alleen de tekening, maar ook de tekenaar zelf raakte in ballingschap, maar dan geheel door eigen toedoen. Na de Tweede Wereldoorlog was Servaes België ontvlucht en via Duitsland in Zwitserland terechtgekomen. Tijdens de oorlog had hij de kant gekozen van de bezetters en steun gegeven aan de cultuurpolitiek van de nazi’s, die een einde maakte aan alle vrijheid van kunstenaars en hen dwong om te werken voor de Duitse propaganda. Een collaboratie die moeilijk is te begrijpen, niet in de laatste plaats omdat het werk van Servaes zelf bepaald niet paste in de propaganda van het nazisme. Hoe kon iemand die zo krachtig de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog kon verbeelden, twintig jaar later kiezen voor een ideologie die de wereld in een nog groter lijden zou storten?
De Kruisweg van Luithagen heeft alle gevaren overleeft en blijft veilig verborgen in het klooster van Koningshoeven.