Ikea snapt het. Om hun papieren gids te promoten maakten ze een soort Apple-parodie waarin ze uitleggen hoe makkelijk je kunt browsen in wat zij een BookBook noemen. Je kunt vooruit en terug zonder dat je hoeft te wachten tot de pagina is geladen! Hoe zeer technologie het ook probeert, de bladerervaring van papier is niet te evenaren op een digital device. Het gaat daarbij niet alleen om gemak. Bladeren heeft effecten die je niet krijgt met zoeken. Als je zoekt, moet je namelijk weten wat je zoekt. Wie succesvol wil zijn in de kenniseconomie heeft nog iets nodig: serendipiteit, het talent om met behulp van toeval en intelligentie een niet gezochte vondst te doen.
In de geweldige aflevering van afgelopen zondag waarschuwt Tegenlicht voor verschillende vormen van digitaal geheugenverlies. De dragers waarop we onze kennis digitaal opslaan zijn weinig robuust. Wie kan er nog lezen wat er op een 5¼-inch floppy staat? En op een diskette? Tegelijkertijd verdwijnen de dragers waar je helemaal geen speciale apparaten voor nodig hebt om ze te kunnen inzien. Fysieke boeken zijn de sukkels van de digitale tijd.
In de uitzending is er aandacht voor het verdwijnen van het Tropeninstituut. Gelukkig heeft Egypte de collectie gered. De Bibliotheek van Alexandrië – bekend uit de oudheid – wilde de boeken wel hebben. Ze gaan ze bovendien digitaliseren. Dat lijkt een redding maar dat is het niet. Nederlandse geïnteresseerden kunnen op afstand nog steeds een boek zoeken, vinden en misschien zelfs inzien; maar ze kunnen twee essentiële zaken niet waarvoor je fysiek in een bieb moet zijn: snuffelen en bladeren.
‘Mijn’ bibliotheek is de Bushuisbibliotheek van de UvA, waar de collectie sociale wetenschappen staat. De afgelopen jaren moesten ze steeds verder inkrimpen. Ruimte is duur en boeken vreten ruimte. Sinds deze zomer bestaat de Bushuisbibliotheek niet meer vanwege de verhuizing naar het Roeterseiland. Ze heten nu – alsof het allemaal nog niet erg genoeg is – Library Learning Centre Roeterseiland Campus. De collectie is opnieuw geslonken.
Ook aan de UvA worden de boeken niet weggedaan maar naar ver weg gebracht, in dit geval de Bijlmer. Daar is een groot archief van de Universiteitsbibliotheek. Je kunt die boeken digitaal aanvragen en vervolgens op een bieblocatie naar keuze ophalen. Dat kost natuurlijk geld en het zal vast niet lang duren voordat je boeken alleen maar digitaal mag bekijken. Wat nu al niet meer kan is snuffelen en bladeren.
Vroeger, niet zo heel lang geleden, hadden bibliotheken rijen boeken gerangschikt op onderwerp. Je kon bij de sectie ‘jeugdcultuur’ of ‘interviewen’ op de grond gaan zitten om te snuffelen. Om te zien of je wat aan een boek zou kunnen hebben, trok je het eenvoudigweg van de plank en bladerde het door. Tijdens mijn promotieonderzoek bracht ik menig ochtend zo door. Het leidde ertoe dat ik van alles te weten kwam waarvan ik niet wist dat ik het wilde weten. Ik vond er pareltjes die mijn denken verfristen en mijn onderzoek beter maakten.
De baas van de Bibliotheek van Alexandrië zegt in Tegenlicht dat hij kennis onder handbereik wil brengen van “those who seek knowledge”. Dat is mooi, maar het is noodzakelijk dat we dan nadenken over wat zoeken en vinden zijn, en hoe die twee zich tot elkaar verhouden. Ikea verdient het meeste aan de verkoop van spullen waarvan je niet wist dat je ze nodig had. Je zoekt een bed, maar terwijl je bladert of snuffelt zie je dat je eigenlijk ook een kast en hangertjes en een dekbed en een lamp en een poster en een fotolijstje nodig hebt. Zo is het ook met kennis. Zonder toevallig opgedane kennis was de wetenschap nooit zo ver gekomen.
Dit is geen pleidooi tegen digitalisering, net als dat Ikea geen ouderwets bedrijf is. Als je weet welk boek je wilt lezen is internet koning. Digitale boeken die je op woorden kunt doorzoeken zijn cadeautjes voor efficiency. Maar het is geen kwestie van of-of. De digitale droom kan prima samen met het succes van offline serendipiteit. Bibliothecarissen zijn immers informatiespecialisten avant-la-lettre. We hebben een eeuwenlange traditie van het faciliteren van serendipiteit, al lijken we dat nu vergeten. Weg dus met Library Learning Centres, hup bibliotheken vol boeken.
De jeugd snapt dat al, nu de bestuurders nog.