Ik heb liefdesverdriet. De liefde van mijn leven dreigt mij te verlaten voor een jong oppervlakkig blondje met veel uiterlijk vertoon. Ik sta erbij en ik kijk ernaar. Wat te doen? Moet ik verjongen, veranderen? Mezelf plastisch chirurgeren en ontkennen dat ik stam uit een ander tijdperk? En dan nog, zal het mijn liefde redden? Het is zinloos te vragen aan iemand die niet wil geven, zinloos te geven aan iemand die niet wil aannemen.
“De overheden geven gezamenlijk vanaf 2014 naar verwachting een half miljard minder uit aan kunst en cultuur dan in 2011. Oude theatervormen mogen zich zorgen maken, ze beantwoorden niet voldoende aan de vraag van het hedendaagse publiek. Er moet meer ruimte komen voor nieuwe trends om zo een jonger publiek te kunnen bedienen en de vergrijzing binnen het theater tegen te gaan.” Aldus het rapport (PDF) van de Raad voor Cultuur.
We leven in een tijd van festivalisering en ver-Passionalisatie. Het groot spektakel met toeters en bellen viert hoogtij. Kosten noch moeite worden gespaard om ons een experience te geven om nooit te vergeten en opdat wij nooit vergeten.
Wij willen massaal verbroederen en verzusteren, op straten en op pleinen koningsliederen zingen, fakkels dragen en ‘apps der verbinding’ creëren om ons samenzijn digitaal te bekrachtigen, tranen van ontroering moeten rijkelijk stromen en rivieren vormen van saamhorigheid. Glazen huizen moeten we bouwen, de ware theaters van deze tijd.
Nederland heeft relatief gezien de meeste theaters van heel Europa. Elk stadje heeft zijn eigen schatje. Ook in deze tijden wordt nog driftig gebouwd en verbouwd. En al die gebouwen met al die stoelen, gemaakt voor het hooggeëerd publiek, trekken steeds minder toeschouwers. ‘Het is de economische recessie, mensen hebben minder geld te besteden’ is de vaak gehoorde verklaring van schouwburgdirecties. Ik denk dat deze uitleg maar ten dele waar is. Mensen zijn wel bereid te sparen voor een event in Ahoy of Gelredome, een ‘Sensation’ te bekostigen inclusief nieuwe outfit in wit of rood of zich en masse te verkleden als sprookjesfiguur uit Duizend-en-een- nacht.
Stilte is uit. Woorden tot je laten doordringen vergt te veel van de hedendaagse mens. Twee uur zitten, kijken en luisteren zonder mobiele telefoon, vrijwillig en ook nog tegen betaling is zonde van je geld. Het is een fabeltje dat toneel in de provincie nog voor volle zalen zorgt en de tijd van culturele opvoeding van overheidswege is voorbij. Het is een kwestie van ‘oude mensen en dingen die voorbijgaan.’
Gelukkig zijn er nog steeds toneelliefhebbers, dat zijn de mensen die ook nog steeds met liefde een boek lezen. Deze mensen wonen veelal in de grotere steden en de theaters daar zijn dan ook goed gevuld. Het wordt tijd dat we onderkennen dat toneel naar alle mensen toebrengen niet meer van deze tijd is. Het is domweg te duur en niemand is blij met een zaal die voor een kwart gevuld is. De liefhebber uit de kleine stad reist ook wel naar een stad in de buurt, zo groot is Nederland niet.
Geld dat nu naar gebouwen gaat, zou moeten gaan naar ontwikkeling van talent en geïnvesteerd moeten worden in mensen die hun nek uitsteken. Misschien dat vrije producenten dan ook weer wat eigenzinniger kunnen produceren en niet weer hoeven te grijpen naar de zoveelste bewerking van een boek of film. Publiek win je met oorspronkelijkheid, durf en kwaliteit. Het zoeken is naar een ander verdienmodel, niet gebaseerd op het aantal speelbeurten in lege zalen van gesubsidieerde theaters overal in den lande.
Ja, ik heb liefdesverdriet. Ik kan de liefde wel loslaten, maar de liefde laat mij niet los. Het bloed kruipt en schreeuwen helpt niet.