Column

Het dilemma van een democratische samenleving

09-02-2013 17:00

Toen ik nog jong en onnozel was betekende het woord democratie alles voor me. Het was iets onaantastbaars waar alle mensen hun bijdrage aan konden leverden door te stemmen en door heel veel te vergaderen, polderen en overleggen. Ik was er zelfs trots op dat ik deel mocht uitmaken van de democratie. Nu ik een beetje ouder ben geworden, en misschien nog net zo onnozel, is de uitdrukking ‘democratie’ meer een utopisch begrip geworden. Iets onhaalbaars. 

Veel polderen, weinig inbreng van burgers, gecorrumpeerde politici die ego en prestige belangrijker vinden dan de mening en de wil van het volk.

 

Dilema: De term dilemma duidt gewoonlijk een keuze aan uit twee of meer alternatieven, die even (on)aantrekkelijk zijn. De keuze kan daarom niet op alleen logische basis gemaakt worden. (Wikipedia)

 

Vandaar dat wij als volk nu te maken hebben/krijgen met het voldongen feit dat de democratie die de overheid ons voorhoudt als een vette worst een heel andere is dan de democratie die wij denken te beleven. Daar zijn we inmiddels toch wel achter gekomen. Blijven we dan onze problemen en ideeën nog op het bordje van de overheid leggen of kiezen we uiteindelijk voor onszelf bij gebrek aan onvoldoende haalbaarheid via het huidige parlementair democratisch systeem? Gaan we de zaken nu eens anders aanpakken of blijven we maar vertrouwen in de oude vertrouwde democratie?

De laatste regels van de inleidende alinea zijn misschien een beetje kort door de bocht en politici zullen dit snel proberen te weerleggen door te zeggen dat ze geen andere keus hebben of dat roepers altijd aan de zijlijn staan. Maar er is een duidelijk verschil tussen een roeper en iemand die zich niet wil laten indoctrineren.

Oligarchie

Maar ook politici denken vanuit één positie en dat is vanuit hun portemonnee. Ik schrijf duidelijk ‘ook’ omdat dit bijna voor iedereen geldt. De tijd van idealisten is voorbij en men noemt zich nu liever pragmatisch. Het is niet zo dat ik nu een anarchistisch betoog wil gaan houden maar ik begin zo langzamerhand wel mijn vraagtekens te stellen bij onze parlementaire democratie.

In de ijzeren wet van de oligarchie (Robert Michels) staat aangegeven dat iedere bestuursvorm uiteindelijk verzand in een oligarchie. Vergelijk het even met wat zich op dit moment voltrekt binnen Europa. De opzet van de EU, de manier waarop ons eigen kabinet en volksvertegenwoordigers in de Eerste en Tweede Kamer omgaan met de belangen van het land en het volk.

Einde soevereiniteit

Er gaan geruchten dat de journalistiek vanuit Brussel aan banden (pdf) wordt gelegd, dat politieke partijen die kritisch zijn minder subsidie krijgen et cetera.

Einde soevereiniteit en einde autonomie, we worden zoiets als een federale monarchie.

 

Democratisch gekozen machthebbers zullen door de dwang der omstandigheden hoofdzakelijk verkeren in een klein kringetje van mede-regeerders en het contact met de massa verliezen. (Bron:Wikipedia)

 

We maken op dit moment roerige tijden mee en er heerst vooral veel ontevredenheid onder de bevolking. Dat wil zeggen, onder de mensen die niet door de overheid betaald krijgen. Tweede en Eerste Kamerleden lijken er grotendeels geen moeite mee te hebben dat de Nederlandse economie kapot wordt gemaakt door lastenverzwaring. De koopkracht daalt, ongekende hoge aantallen faillissementen en heel veel baanverlies. Alles ligt zowat op z’n gat, inclusief de koopkracht, omdat onze overheid denkt te weten wat goed is voor het land. Niet echt een ideale situatie in een consumerende economie.

Probleemloos en gewetenloos wordt de achterban verraden of voorgelogen, zogenaamd in het belang van de partij en het land. Ik geef toe dat mijn wereldbeeld ook veranderd is naarmate ik ouder ben geworden, kritischer en soms ook bevooroordeeld in sommige gevallen. Maar het gaat om de beeldvorming en het vertrouwen wat we geven aan onze democratie en dat beeld is op dit moment niet goed. Je kunt mensen nu als overheid niet meer wijsmaken dat het optimaal werkt.

Constante evolutie

Democratie doorgaat een constante evolutie. Vroeger was het bijvoorbeeld ondenkbaar dat vrouwen deel uit konden maken van het democratisch proces, en kijk nu. Ze worden volksvertegenwoordigers, mogen stemmen en zijn gelijkwaardig in alles. Het lijkt erop dat de top van deze evolutie is bereikt. We leveren momenteel al in op onze welvaart. Veel meer democratische mogelijkheden zijn er niet meer of worden niet meer toegelaten, zoals bijvoorbeeld het bindend referendum. Ook hebben we nu meer moeite met diezelfde democratie dan dat we vroeger ooit voor mogelijk hadden geacht.

Is het omdat politiek dichter bij het volk is gekomen door het toedoen van de media? Is het omdat wij slimmer en vooral mondiger zijn geworden? Komt het door het gebrek aan verzuiling of is het omdat politici het contact met de massa zijn verloren? Allemaal vragen waar niet één, twee, drie antwoord op kunnen gegeven worden.

Politieke marketing

Politici mengen zich zo nu en dan wel eens onder het volk. Zo  gaat bijvoorbeeld Samsom af en toe eens poolshoogte nemen op straat en bij de mensen langs om te kijken wat er leeft. Rutte en Kamp gaan op werkbezoek in Groningen en bezoeken organisaties die in een positieve lift zitten (met steun of subsidie van de overheid). Deze worden gebruikt om mee te pochen. ‘Zie je wel, het kan ook goed gaan!’
Maar dat is slechts politieke marketing, zo houdt men de kiezers rustig. ‘Kijk eens wat goed van Samsom of van de PvdA! Ze zijn echt begaan met het lot van het volk en geïnteresseerd in de mening van de mensen.’

Wat goed van Rutte en Kamp dat ze zich bekommeren om de Groningers. Maar ondertussen worden onze politici getraind door duur betaalde communicatiebureaus die aanleren hoe je iets negatiefs vooral positief kunt brengen. Transparantie wordt dat ook wel genoemd.

De democratische beleving van het volk

De overheid is bemoeizuchtig, de overheid is expansiegeil en gebruikt de burger als melkkoe. Zowel de landelijke als de lokale. Dat zijn kreten die we wel veel horen en lezen. Tevens is de overheid al eeuwig een log bureaucratisch orgaan wat simpelweg niet wil hervormen. Alles moet hervormd worden en alles moet worden geprivatiseerd, behalve de overheid die pretendeert progressief te zijn.

Vooralsnog dus een behoorlijk conservatieve insteek als je het mij vraagt. Het lijkt erop dat belastingverhogingen en lastenverzwaring de enige middelen zijn die deze overheid nog bestaansrecht geven. Van visie, competentie en oplossingen moeten ze het in ieder geval niet hebben. En als we dan als burgers wat voor elkaar krijgen in de (lokale)politiek is het vaak wat gefreubel in de marges.

Nooit feilloos

Het vervelende van deze bestuursvorm (democratie) is dat vanaf het moment dat het door de oude Grieken werd uitgevonden of benoemd het deels tegen zichzelf heeft gewerkt en ook deels tegen het volk. Het was nooit feilloos. Dat zal het ook nooit worden en dat is logisch. Er is namelijk altijd een deel van het volk wat zich moet neerleggen bij de keuzes van een ander deel. We kiezen met een hoop poeha onze volksvertegenwoordigers en gaan er vanuit dat deze voor onze belangen opkomen. Dat wil zeggen zoveel mogelijk.

Het kabinet wordt onderling geregeld uit de door ons gekozen volksvertegenwoordigers, standpunten worden uitgeruild en er is een regeerakkoord waar het volk zich aan heeft te houden. Dat voelt al niet goed. We hebben er niet direct grip op, net zoals bij het aanstellen van een burgemeester of een commissaris van de koningin. Het liefst willen we overal over stemmen.

Volksverlakkerij

Verkiezingen worden tegenwoordig gezien als volksverlakkerij waarbij alle middelen het doel heiligen. Zoveel mogelijk kiezers scoren ook al moeten de kandidaten-politici daarvoor de ideologische basis van hun partij verloochenen. We kiezen uiteindelijk onze volksvertegenwoordiger op basis van een tiental stand- en partijpunten waar we ons in kunnen vinden en verwachten dat deze ook allemaal haalbaar zijn. De hedendaagse politiek haalt de kiezers zowel op links als op rechts door standpunten ad-hoc aan te passen.

En dat heeft dan zijn weerslag in het kiesgedrag. Vele kiezers springen van de hak op de tak omdat politieke partijen ook niet meer duidelijk zijn en allemaal in dat vage midden willen zitten. Geen concrete breekpunten, geen duidelijke positionering op links en rechts, dus geen consequente kiezers.

Win some, loose some

Democratie wil simpelweg zeggen: ‘Win some and loose some‘.
Het volk heeft vooral moeite met het tweede gedeelte. De overheid misschien ook, maar die krijgen er tenslotte voor betaald om die verliezen te slikken. Vroeger was dat trouwens in veel mindere mate. Men accepteerde zijn verlies en zette er alsnog gezamenlijk de schouders er onder om het geheel tot een goed einde te brengen.

Als we dit in percentages zouden moeten uitdrukken, wat zou dan acceptabel zijn om als verlies te nemen op bijvoorbeeld standpunten? 30 procent of misschien zelfs 40 procent? En als we dan 30 procent verlies nemen of krijgen, leggen we ons daar gelaten bij neer? In deze individualiserende samenleving?

De democratie als machtsmiddel van de overheid

De invulling die onze overheid geeft aan onze democratie is een heel andere dan de burger verwacht. De overheid (grotendeels door ons gekozen) stippelt een koers voor ons uit die bepaald wordt door zeer veel invloeden van buitenaf. De algemene opinie, politieke partijprogramma’s, media, lobby’s, verdragen etc.

Door middel van verkiezingen hebben wij onze volksvertegenwoordigers carte blanche gegeven om onze belangen zo goed en zo kwaad als het kan te behartigen en niet te verkwanselen. Beloof het volk banen, goedkope huizen, een schoon milieu en het vooruitzicht op welvaart. Het brood en spelen verhaal dus en het volk is rustig.

Zelfredzaamheid

Vaak komen de resultaten van deze manier van democratie dus niet overeen met het beeld van de beoogde resultaten die het volk had en leidt dit tot onvrede. De overheid wordt steeds groter zonder dat we daar indirect om hebben gevraagd.

Geeft een onderzoek een positieve economische oprisping aan op een grafiek dan is dit meteen een reden om salarissen bij de ambtenarij te laten stijgen en de rest van het land op de nullijn te zetten. Fouten en mismanagement van diezelfde overheid worden grotendeels verhaald op de bevolking en blijven onbestraft. Zo zie je maar dat als je de kant van de overheid kiest deze heel tolerant is voor haar volgelingen.

Maar we verwachten en eisen natuurlijk ook wel heel veel van de overheid. Zelfredzaamheid onder het volk is er echt niet meer bij en dat is zeker niet het gevolg van het pamperen, pappen en nathouden wat de  overheid decennia lang heeft gedaan.

Arrogantie viert hoogtij

De overheid zorgt vooral goed voor zichzelf. Uitbreiden is daar een onderdeel van. Het jaarlijks aan elkaar knopen van een begroting gebeurt veelal door lastenverzwaring. Kan ook niet anders. Het alternatief zou zijn dat de overheid en het bestuur zichzelf anders moesten inrichten. Geen optie. De burger gaat toch akkoord en heeft hier (gelukkig) geen invloed op dus kan de OZB nog iets omhoog geschroefd worden, leges en parkeergelden bij de gemeente en de opcenten bij de Provincie.

Gewoon systematisch steeds iets meer uitknijpen. Het argument wat hierbij hoort is standaard: ‘Ze hebben het toch goed en Nederland is toch een van de rijkste landen?’

Arrogantie viert hoogtij. We zien dat bij Minister-President Rutte die in een debat keihard aangeeft dat een EU-referendum ‘out of the question’ is. De uitslag van een dergelijk referendum kan namelijk een veel te groot risico zijn. Toch schreeuwt het land en een deel van het volk hierom. Politici weten dat een bindend of correctief referendum ze aan handen en voeten bindt en ze de wil van de bevolking moeten uitvoeren.

Zwaard van Damocles

Vandaar dat dit dus niet mogelijk is in ons land. Alleen het raadgevende en raadplegend referendum zijn opties die bij hogere uitzondering uit de kast worden gehaald, zodat deze net zo makkelijk naast zich neergelegd kunnen worden.

De burger vraagt, de burger betaald is het motto van de overheid. Even vergeten wat er inmiddels al aan belastingen binnenstroomt. Het moet voor een overheid toch een heerlijk warm gevoel zijn om nooit verlegen te zitten om geld. Om nooit het zwaard van Damocles boven het hoofd te voelen hangen of niet de angst om failliet te kunnen gaan.

Stel je voor dat democratie zou werken, voor de volle honderd procent, en de massa het voor het zeggen krijgt in ons land? Wat dan?

Democratie, een rookgordijn voor iets groters of simpelweg een achterhaalde beleidsvorm?

Ik begrijp dat ik me nu op gevaarlijke terrein begeef aangezien ik niets kan bewijzen met betrekking tot de democratie zijnde een onderdeel van iets groters. Harde feiten moet je mee aankomen en niet met hypothetisch gezever.

Democratie is als het ware een tool om burgers en overheden mee te besturen. Het is misschien wel overduidelijk aanwezig maar dat is niet voldoende. Grote vraag is dan wie of wat gebruikt maakt van deze tool? Bilderberg? Financiële top? Wie zal het zeggen.

Paradoxen

Overduidelijk is dat de overheid geen tegenspraak duldt op de eigen visie. Referenda zijn niet bindend en burgerinitiatieven hebben nauwelijks invloed, zeker niet op grote onderwerpen als de woningmarkt, de financiële sector of de EU.

Laat ik het er maar op houden dat democratie een achterhaald begrip is wat alleen werkt in een samenleving die gebaseerd is op solidariteit en collectiviteit. In een individualistische samenleving die door de overheid aan de ene kant wordt geprezen en aan de andere kant wordt vervloekt – over paradoxen gesproken –  gaat de huidige democratie zoals wij die kennen ten onder.

Het is hoog tijd voor een upgrade of er moet een nieuw beleidssysteem komen wat wel weet om te gaan met een individualiserende maatschappij. Waarom hebben we universiteiten? We spenderen miljoenen aan onderzoek om van een man een vrouw te maken en omgekeerd. Waarom onze grote denkers niet eens aan het werk zetten om een nieuw systeem uit te werken?