Ik weet niet wat politieke geografie is, maar het lijkt me geen nuttige studie. Henk van Houtum is politiek geograaf, en hij komt aan het woord in de Volkskrant van 8 augustus. Onze beide nationale kwaliteitskranten besteden momenteel enorm veel ruimte aan het migratieprobleem. Artikelen zonder enige nieuwswaarde, die net zo goed een half jaar, wat zeg ik: tien jaar geleden geschreven hadden kunnen worden. En het is al eeuwenlang duidelijk dat het probleem onoplosbaar is.
Europa compleet afsluiten is ongehoord duur, en hoogstwaarschijnlijk (zal daarna blijken) onmogelijk. Het andere uiterste, de grenzen dan maar open gooien, zou het einde betekenen van menige regeringsleider én van de Europese Unie en de Europese welvaart. En alle tussenoplossingen zijn als etterende wonden, waarbij de geur van leed en willekeur een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent op allerlei predikers die zichzelf moreel superieur achten aan de politiek, en ondertussen schaamteloos roepen dat Europa zich schuldig maakt aan massamoord. Henk van Houtum pleit in de Volkskrant voor het simpelweg open gooien van de grenzen. Want ‘open grenzen zijn goed voor de economie en het is rechtvaardiger.’ Hoezo goed voor de economie? Van Houtum:
“Op termijn zijn migranten nodig voor de economie. Op korte termijn kunnen er nadelige effecten zijn voor werknemers in bepaalde sectoren. Tegelijkertijd doen migranten vaak werk dat de nationale bevolking niet of met tegenzin doet. (…) Op lange termijn is migratie voor iedereen voordelig.”
Het is het bekende verhaal, gebaseerd op het neoliberale misverstand dat wat goed is voor de macro-economie, ‘dus’ goed is voor iedereen. Alleen kan dat even duren. Reagan en Thatcher zeiden het al, en Van Houtum is blijkbaar ooit in die retorische kuil geflikkerd. Hij geeft toe dat die te verwachten zéér massale instroom aan niet-opgeleid proletariaat schadelijk is ‘in bepaalde sectoren’ (hij heeft natuurlijk makkelijk lullen, die gammele bootjes bevatten geen politiek geografen), maar dat komt macro wel goed. Het worden vast een keer brave, belasting betalende burgers. Van Houtum kent geen andere mensen. Hij begrijpt niet dat de meesten overal en nergens illegaal aan de slag zullen gaan, dat daarmee voor minstens een, mogelijk meer generaties een massaal illegaal proletariaat wordt geschapen waar de politiek geen greep op heeft en dat de Europese arbeidsmarkt volkomen overhoop zal gooien.
Het reeds bestaande leger der beroerd betaalde laagopgeleiden (het geheim achter het neoliberale macro-economische ‘succes’) krijgt zo de komende decennia nóg minder kans om op een menswaardige wijze aan de slag te gaan. Kortom, Van Houtum wil de deuren open zetten voor een illegaal proletariaat dat Europa alleen maar zal doen verpauperen – al kan dat macro-economisch inderdaad gunstig zijn: de bedrijfswinsten hoeven daar niet onder te lijden. Die bedreigde onderklasse moet niet zeuren, vindt Henk; die moet anders gaan denken. Het volk miet genoegen nemen met macro-economisch ‘succes’ op de lange termijn. En wie moet ze dat vertellen, volgens Van Houtum? Wie denkt u?
“Door een ander verhaal te vertellen over migratie kun je een ander gemeenschapsgevoel creëren. Politici hebben een grote verantwoordelijkheid om dat te doen. We moeten ontsnappen uit de tunnelvisie, die mensen als Geert Wilders gelegenheid geeft aanhang te winnen.”
Welk een wijsheid! De politiek moet het volk vertellen hoe het over zaken moet denken. Van Houtum denkt blijkbaar dat Nederland een totalitaire staat is, waar de politieke elite het volk vertelt hoe het moet denken. Waarin het volk vol verwachting bij het Torentje samenstroomt en roept: “Rutte, denk voor ons!” Gode zij dank is dat niet het geval. De burger mag zélf zijn mening bepalen, en vertelt politici wat zij moeten doen. Dat is de correcte orde der dingen. Ook als de uitkomst niet bevalt. En als het om immigratie gaat, heeft het volk zijn mening lang geleden al bepaald. Als het écht nodig is, is het prima. Mensen die bedreigd worden, wier leven gevaar loopt, moeten geholpen worden. Maar het overgrote deel komt hier zijn geluk zoeken. En het ongelimiteerd binnenhalen van straatarme, niet geïntegreerde vreemdelingen doet vertrouwde buurten verpauperen, en schept grimmige, onleefbare enclaves. Dat proces heeft de burger al eens gezien, de afgelopen decennia. Dat wil de burger niet opnieuw meemaken. En die burger heeft het recht om zich daartegen te verweren. Die wil niet anders denken, die komt op voor zijn democratische recht om mee te praten over zijn eigen toekomst.
Van Houtum noemt open grenzen ‘rechtvaardiger’. Hij denkt dan ongetwijfeld aan de rechten van vluchtelingen op een menswaardig bestaan. Dat mag – maar zo simpel ligt het probleem niet. Het probleem ís niet simpel. Want naast mensenrechten zijn er de rechten van burgers om te kiezen voor een bestaan zoals zij dat graag zien. Met eerlijke lonen, en leefbare buurten. Wie rechtvaardig wil zijn, moet die democratische rechten van de Europese burger niet klakkeloos negeren. En hij moet al helemaal niet suggereren dat die burger dom is en een lesje moet leren. Of dat het de taak van de politiek is om de burger te vertellen wat hij moet denken. Maar wellicht zijn dergelijke abjecte totalitaire opvattingen in de politieke geografie heel gewoon.