Het Europees Parlement (EP) is een Huis met vele kamers. Niet alleen ideologisch maar ook bouwkundig. Met 751 leden is het EP het op twee na grootste parlement ter wereld (op basis van aantal afgevaardigden). Men moet enkel het Chinese Volkscongres (2,987 leden) en het Britse House of Lords (809) voor laten gaan. Het is een groot goed dat in Europa, waar het democratisch toezicht lange tijd haperde, de stem des volks gehoord wordt. Het EP heeft de afgelopen decennia flink aan macht gewonnen en is qua besluitvorming non négligeable.
Op papier althans; in praktijk biedt haar omvang helaas geen garantie voor geloofwaardig functioneren. Mede doordat de leden nationaal worden verkozen, zijn ze vaak ‘chantabel’ voor de hoofdsteden. Recent voorbeeld is de stemming over EU normen voor de uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Met ‘dieselgate’ nog vers in het geheugen, stemde het parlement niettemin voor verdubbeling van de uitstootlimiet voor NOx – verantwoordelijk voor 72.000 vroegtijdige overlijdens in Europa per jaar. De lobby van de lidstaten ten bate van de (nationale) automobielindustrie bleek andermaal sterker dan het belang van de burger.
De geloofwaardigheid wordt verder aangetast door misstanden en aberraties. Deels heeft het EP dit niet in de hand. Zo is het peperdure reizende circus tussen Brussel en Straatsburg gevolg van een besluit door de Raad. Interne regels over vergoedingen en bijbanen zijn wel eigen verantwoordelijkheid. Daar heeft het EP een weinig florissant track record. Zo hoeven de leden over een deel van hun riante vergoedingen geen verantwoording af te leggen. Ook wanneer het gaat om (betaalde) bijbanen zijn de regels light. De enige regel is dat een lid zijn/haar nevenfuncties (en de evt. bezoldiging) moet melden. Dit wordt gepubliceerd op de website van het Parlement. Op dit moment hebben 171 Leden (volgens eigen zeggen) minimaal één betaalde bijbaan. Een maandsalaris van 8.213 euro, zeker indien aangevuld met dag- en andere vergoedingen, volstaat blijkbaar niet. Bovendien worden zij volgens het het Statuut van de leden van het Europees Parlement geacht ‘vrij en onafhankelijk’ te zijn en geen ‘instructies’ noch een ‘bindend mandaat’ te aanvaarden.
In een tijd dat kiezers de politiek en met name ‘Brussel’ meer dan beu zijn en transparantie dus een must is, werd de Britse MEP Corbett gevraagd voorstellen te doen om deze regels aan te scherpen. Aanstaande dinsdag stemt het parlement hier plenair over. Van het oorspronkelijke idee om alle betaalde second jobs te verbieden is nu al nauwelijks iets over. Het enige dat straks niet meer mag, is (bezoldigd) lobbyen voor zaken die op de EU agenda staan. Dat lijkt mij eerder een principe dat in de preambule hoort dan een wijziging die de kiezers terug naar de stembus zal doen rennen. Het is zelfs nog de vraag of dit afgezwakte voorstel het haalt, want de juristen van het EP ontraden deze inperking ten sterkste.
Het EP placht alles en iedereen ter wereld de morele maat te nemen. De Europese Commissie was onlangs object van de bekende parlementaire verontwaardiging. Na de aanstelling van gewezen voorzitter Barroso bij Goldman Sachs (na de periode van 2 jaar) was de afkoelingstermijn voor ex-commissarissen plots veel te kort. De ‘draaideur-politici’ van het Berlaymont zouden zich schuldig maken aan belangenverstrengeling door (te) snel over te stappen naar het bedrijfsleven. Dit zou de legitimiteit van Europa ondergraven. Dit verwijt kwam – mind you – van de EU instelling, waar, in tegenstelling tot bij de Commissie, afspraken met lobbyisten niet hoeven te worden geregistreerd, waar men al tijdens zijn mandaat onbeperkt betaald mag bijklussen en waar geen enkele afkoelingstermijn bestaat.
Het afbrokkelend draagvlak baart zorgen voor de toekomst van de EU. Commissievoorzitter Juncker sprak daarom van “De Commissie van de laatste kans”. Het EP, dat de spreekbuis zou moeten zijn van dezelfde burgers die thans massaal de politiek en de EU de rug toe keren, baart ernstiger zorgen. Als het zogenaamde Huis van de Democratie schoothondje blijft van de Raad en zichzelf blijft vrijstellen van de maatschappelijke roep tot meer openheid en modern bestuur en zo de kiezer blijft veronachtzamen, is dit op zijn minst “Het Europees Parlement van de laatste kans”.
De stemming van dinsdag is een mooi meetmomentje.