In de aanloop naar de verkiezingen van maart 2017 staat uiteraard ook de Zorg bij veel partijen op het programma. Zo wil de SP graag af van de marktwerking en pleit Tweede Kamerlid Renske Leijten voor een Nationaal Zorgfonds om het huidige wantrouwen uit de spreekkamer te elimineren en de zorgverlener weer te laten doen waarvoor hij op aarde is: gewoon mensen beter maken. De vraag is echter of een dergelijk nieuw zorgstelsel de oplossing is voor het complexe web van perverse prikkels waarin ik en veel collega’s inmiddels verstrikt zijn geraakt als onnozele vliegen.
Onze maatschappij wordt toenemend gestuurd door commerciële en helaas niet altijd integere drijfveren, neem bijvoorbeeld kinderopvang, transport of woningbouw, maar de zorg spant de kroon als het gaat om de hoeveelheid perverse prikkels waar we dagelijks mee worden geconfronteerd.
Als er jaarlijks 45 miljard euro wordt geïncasseerd en uitgekeerd door zorgverzekeraars, is het natuurlijk niet vreemd dat daar de macht ligt en dat we er niet aan ontkomen om te behagen en te gehoorzamen. Als ik geen aanpassingsstoornis kan diagnosticeren omdat deze niet wordt vergoed dan maar een depressie? De rafelranden van dubieus tijdschrijven met het oog op het budget voor volgend jaar laat ik voor nu maar even buiten beschouwing.
De vele kwaliteitsinstituten die ons land rijk is vormen een andere bron van perverse prikkels: zinloze en vaak slecht gevalideerde vragenlijstjes moeten in mijn vakgebied door patiënten worden ingevuld onder het motto van kwaliteitsbewaking, maar in de praktijk gewoon om inkomsten te garanderen voor de betreffende instelling vanwege de koppeling met natuurlijk de zorgverzekeraar. Wat te denken van de kwaliteitsnormen die gelden bij ingrijpende interventies zoals kunstharten en levertransplantatie? Als je het juiste quotum niet haalt verlies je de bevoegdheid, dus dan misschien maar iets minder strikt zijn bij de inclusie, waardoor het streven naar kwaliteit uiteindelijk doorschiet en zich tegen zichzelf keert.
Of neem zorgconsultancy ‘s, vaak ingevlogen onder het motto ‘optimaliseren van de zorgkwaliteit’. De jongste bediende schrijft op een whiteboard wat jij hem vertelt, maar dan gerangschikt in een driehoek en met heel veel pijlen en tegen een uurloon waar een dure escortgirl van moet blozen.
Wetenschap heeft de neiging om vooral de academische spreekkamer te perverteren. Niet zozeer klinische relevantie en kwaliteit, maar publicatiedruk, impactfactor, subsidieaanvragen en het aantal promovendi bepalen de richting van het onderzoek en dus het bestaansrecht van de afdeling. Het is zorgwekkend dat een significantiecijfer tegenwoordig synoniem lijkt voor de waarheid en de uitkomsten van diezelfde wetenschap onze klinische praktijk moeten vormgeven, onder andere als bouwstenen van de richtlijnen.
Last but not least de farmaceutische industrie. Aandeelhouders willen jaarlijks graag zo’n 35 procent winst zien, waardoor de prijzen worden opgedreven door patenten op overprijsde me too geneesmiddelen en écht innoveren een stuk minder aantrekkelijk is. Agressieve marketingstrategieën door artsenbezoekers zijn deels aan banden gelegd, maar ik ken genoeg collegae die zich nog steeds door de farmaceutische industrie laten fêteren op een geheel verzorgd congresbezoek.
Ik droomde vannacht dat mijn spreekkamer was bewerkt met napalm en alles zwartgeblakerd was. Ik moest helemaal opnieuw beginnen en het gekke was dat ik me opgelucht voelde toen ik wakker werd.